Gasbelroute
Nederland, Groningen, Hoogezand
- 31
- 37
- 36
- 35
- 46
- 15
- 45
- 13
- 30
- 52
- 51
- 50
- 78
- 70
- 11
- 71
- 12
- 48
- 34
- 35
- 33
- 32
- 31
De route voert door een karakteristiek streekdorpenlandschap. De aanwezige dorpen liggen als een langgerekt lint in het landschap. Ze zijn ontstaan op zandruggen te midden van een laaggelegen veengebied dat vanaf de 12e eeuw ontgonnen werd. De naam van de route verwijst naar het aardgasveld dat in 1959 bij Slochteren werd ontdekt.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen 51-50 gaat de route over een halfverhard zandpad, deels met grind; bij aanhoudende regen kan het modderig en glad zijn.
• Ook tussen 50-78 gaat de route over een halfverhard traject.
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), mits je rekening houdt met bovengenoemde onverharde paden.
In 1959 werd onder de akker van een Groningse boer in Kolham aardgas ontdekt. Het gas bleek afkomstig van een gasveld dat op dat moment het grootste ter wereld was. Alle huishoudens in Nederland werden hierna aangesloten op aardgas. De boringen naar gas bleven helaas niet zonder gevolgen voor de inwoners van Groningen: sinds 1986 is er een flink aantal aardbevingen waargenomen met schade aan huizen en gebouwen als gevolg. Per 2022 stopt daarom na lang beraad de gaswinning.
De Groenedijk in Slochteren staat bekend om haar poldermolens die in vroeger tijd met behulp van wind het land droog maakten. Achtereenvolgens passeert u molen De Ruiten uit 1935, de Groote Poldermolen uit 1783 – een van de oudste poldermolens van de provincie Groningen – en de Fraeylemamolen uit 1786. Deze was destijds eigendom van de adellijke bewoners van de Freylemaborg.
Na knooppunt 15 ligt aan weerszijden van de route het nieuwe natuurgebied ’t Roegwold. Het is ontwikkeld in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur als groene schakel tussen het Zuidlaardermeer (niet aan de route) en het verderop gelegen Schildmeer. Ook het Dannemeer behoort tot dit gebied. De uitgestrekte rietmoerassen vormen het thuisgebied van onder meer de roerdomp, blauwborst en baardmannetje. Een enkele keer wordt hier zelfs de zeearend gespot. Bijzonder is de historische Haansluis uit 1866, een van de laatste voorbeelden van de typische Groningse bouwstijl met troggewelfjes of ‘wulfmuren’.
Het Schildmeer is op natuurlijke wijze ontstaan in het hoogveengebied. Het meer groeide in de loop van de tijd als gevolg van een hoogveenplas vlak naast het meer. Doordat het veen hoger lag dan de rest van de grond, liep het water eruit en vormde zo een natuurlijke plas. De oevers kalfden later verder af door veenafgravingen. Rondom het meer ligt een omvangrijk moerasgebied, waar vogelsoorten als roerdomp, baardmannetje en porseleinhoen zich prima thuisvoelen. De zuidoosthoek van het meer heeft vooral een recreatieve functie.
Siddeburen, Hellum, Schildwolde en Slochteren vormen een opmerkelijk bebouwingslint. Naast burgerwoningen staan hier veel grote boerderijen met twee- en driekapsschuren. Vaak hebben ze voor deze streek karakteristieke open veldschuren. In de zware erfbeplantingen komen regelmatig treurbeuken voor. Ter hoogte van de Fraeylemaborg bevinden zich diverse historische panden waardoor deze omgeving een sfeer ademt van lang vervlogen tijden.
De Fraeylemaborg is gelegen op een fraai landgoed. Het borggebouw dateert in oorsprong uit de 16e eeuw en kreeg aan het eind van de 18e eeuw haar huidige uiterlijk. Het park is aangelegd in Engelse landschapsstijl. In de vroegere borg is nu een museum gevestigd dat laat zien hoe hier vroeger geleefd werd. Het voormalige schathuis huisvest nu Restaurant De Boerderij, met terras (Hoofdweg 28-30, www.fraeylemaborg.nl en www.de-boerderij.net, di-zo 11-17 uur).
In de 17e eeuw werd bij Slochteren baggerturf gewonnen. Hierbij ontstonden baggerputten, ook wel petgaten genoemd, vol met water. Langzaam werden ze omgeven door riet en moerasbos. Rond 1970 zijn langs de randen van het gebied loofbossen aangeplant. Inmiddels is het een kleinschalig natuurgebied met bos, rietkragen, veenplassen, graslanden en struiken. Bij een wandeling over de smalle paadjes is nog duidelijk te merken dat dit een veengebied is.