Stroomdalroute
Nederland, Drenthe, Zeegse
- 39
- 67
- 68
- 69
- 66
- 23
- 9
- 10
- 16
- 11
- 45
- 17
- 82
- 85
- 58
- 56
- 81
- 87
- 57
- 54
- 55
- 64
- 66
- 62
- 89
- 39
Het stroomgebied van de Drentsche Aa bezit nog veel kenmerken van het oude esdorpenlandschap: brinkdorpen, essen, zandverstuivingen en vooral ook groenlanden in de beekdalen. Ten zuiden van Oudemolen stromen het Gastersche Diep en Taarlosche Diep samen verder als Drentsche Aa. Dit 34.000 ha grote stroomgebied is uitgeroepen tot het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche Aa. Op zo'n 40 km2 groeien wel 650 soorten hogere planten; dit botanische paradijs geeft een indruk van het rijke, gevarieerde beekdallandschap van rond 1900. Het gebied maakt deel uit van het UNESCO Global Geopark De Hondsrug.
Startpunt: ga tegenover Het Witte Huis de weg links van de infozuil in; je rijdt nu op de route richting knooppunt 39.
Bewegwijzering: onderweg zijn de knooppuntenbordjes soms wat schaars; de zeskante fietsroutebordjes ‘Stroomdalroute’ bieden dan ondersteuning.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Vanaf het startpunt naar knooppunt 39 gaat de route een stukje over een hobbelige klinkerweg met boomwortels.
• Bij knooppunt 85 en (in mindere mate) 81 passeert de route een druk en onoverzichtelijk oversteekpunt.
• Tussen 57-54 gaat de route een stukje over betonplaten (direct na 57) en later voor enkele kilometers over een zeer smal gravelpad; pas op voor tegenliggers, wandelaars (!) en overhangende boomtakken.
• Even na knooppunt 62 bevindt zich een onoverzichtelijke bocht in het fietspad.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde smalle paden en andere punten.
In Oudemolen bevindt zich de boerderij van Staatsbosbeheer, dat ca. 3800 ha van de Drentsche Aa beheert. Dankzij zorgvuldig beleid groeien in het gebied zo’n 650 soorten hogere planten; dit botanische paradijs geeft een indruk van het rijke, gevarieerde beekdallandschap van rond 1900.
Taarlo ligt in het overgangsgebied tussen de hoge es aan de ene en het beekdal aan de andere zijde. Hoewel het niet rijk is aan nog gave Saksische boerderijen, is de situering van de hoeven fraai. De brinkdobbe is een van de weinige overgebleven en een van de mooiste dobben van Drenthe. Dergelijke reservoirs bevatten zoet drinkwater voor het vee en om branden mee te blussen.
Ten noorden van Balloo ligt het Balloërveld, een heidegebied met veel menselijke sporen uit de (pre)historie, zoals grafheuvels, middeleeuwse karrensporen en celtic fields. Balloo is een esdorp uit de vroege middeleeuwen, gelegen op een brede zandrug die van noordwest naar zuidoost loopt en waarop ook het nabijgelegen hoofddorp Rolde ligt. Het heidegebied wordt begraasd door en kudde van vierhonderd Drentse heideschapen. De schaapskooi met informatiecentrum en wolatelier liggen aan de route.
Toen de Drentse hoofdstad Assen nog slechts een kruising van een paar zandweggetjes was, bestond het boerendorp Loon allang. De oude kern oogt karakteristiek met zijn brink en Saksische boerderijen. Zoals de meeste Drentse esdorpen ligt Loon op een lichte helling van een hogere zandkop – de zogenaamde es, die als akker in gebruik is – en lagere beekdalen, die uit grasland bestaan; de langs de beek gelegen madenlanden.
Even ten noorden van het dorp (niet aan de route) ligt aan de Heirweg een hunebed met de poëtische naam D15.
Tussen Zeegse en Glimmen loopt de route langs de westzijde van de Hondsrug. De Drentsche Aa heeft weliswaar zijn meanderend karakter behouden, maar de loop wordt begrensd door kaden om overstromingen tegen te gaan. Door ontwatering van de groenlanden is de van nature slappe veengrond zover ingeklonken, dat het maaiveld tot onder het gemiddelde waterpeil van de Drentsche Aa is gedaald. Het beekje kronkelt hier door de madenlanden. Oorspronkelijk waren dit hooilanden: made of maat is verwant aan maaien. De vegetatie was gevarieerd en kruidenrijk. Het decor vormt hier het Noordlaarderbos* dat met zijn 113 ha het grootste aaneengesloten bos van de provincie Groningen is. Tot 1880 bestond dit gebied uit heide.
* Het bos ligt niet direct aan de route. Ga hiervoor bij knooppunt 87 richting 61 en dan na de golfbaan op de kruising rechtdoor, Polseweg. Volgende kruising rechtsaf, Duinweg. Eerste linksaf, Weg naar de Kerkeduinen. In het dorp links en meteen rechts, nu ben u weer op de route richting knooppunt 55.
Het sfeervolle Noordlaren was al vroeg in de geschiedenis een redelijk welvarend kerkdorp. De Bartholomeuskerk getuigt daarvan. Het kerkhof biedt een prachtig uitzicht over de zogenaamde Hunzelaagvlakte en het Zuidlaardermeer. De molen (1849) werd gebouwd als pel- en roggemolen.
Zuidlaren heeft zeven brinken. Op de derde dinsdag in oktober struinen duizenden bezoekers over de Zuidlaardermarkt. Het psychiatrisch ziekenhuis Dennenoord omvat het fraaie hoofdgebouw (1895), een kerk, een watertoren, paviljoens, een hertenkamp, een boerderij en een eigen trefcentrum met schouwburgzaal.