Naar de inhoudLogo van de ANWBANWB Homepage

Interview - Een dag in het leven van een MAA-piloot

Marco van den Berg is helikopterpiloot en Chief pilot van de Lifeliner 2. Zijn standplaats is vliegveld Zestienhoven in Rotterdam.

Hoe laat begint je werkdag?
“De dagdienst begint om half zeven ’s ochtends, de nachtdienst om half zeven ’s avonds. Het eerste halfuur van een dienst gebruikt een piloot om de helikopter te controleren en de berichten aan luchtvarenden door te nemen. Dat zijn updates over mogelijke belemmeringen voor het vliegen. Dat er bijvoorbeeld ergens een kraan staat, of dat er in de omgeving parachute wordt gesprongen.”

En na dat eerste half uur?
“Vlak voordat de nieuwe ploeg de dienst overneemt van de vorige, is er een briefing over het weer en de helikopter. Ook nemen we een lijst door met aandachtspunten. Als we al die punten hebben afgevinkt, gaan de arts, de verpleegkundige en ik in de helikopter zitten voor de checks in de cockpit en de cabine en stellen we alle riemen af. Om precies zeven uur is de overdracht.”

Hoelang duurt een dienst?
“Ruim de klok rond: twaalf uur en drie kwartier. Het eerste half uur dus voor alle checks en de briefing. Het laatste kwartier, van zeven uur tot kwart over zeven, voor de overdracht aan het nieuwe team. Als we aan het eind van onze dienst nog met een vlucht bezig zijn, kan het uitlopen tot vijftien en een half uur. Maar dat mag alleen als we op die dag minimaal twee uur aaneengesloten rust hebben gehad.”

Wat doe je als je zit te wachten op een oproep?
“Ik ben basemanager en daarmee verantwoordelijk voor het vliegoperationele gedeelte van de operatie. Ik onderhoud de contacten met de verkeersleiding, het Erasmus ziekenhuis, de industrie in ons vlieggebied, et cetera. Alle piloten hebben een neventaak. Het up-to-date houden van onze navigatiecomputers bijvoorbeeld, of van de checklist. Maar tijdens een dienst heb ik natuurlijk ook tijd om te rusten en de krant te lezen.”

Wat doe je bij een melding?
“Dan zie ik op de pieper het adres waar we naartoe moeten. Ik ren meteen naar de heli, geef aan de verkeersleiding aan waar ik naartoe ga – zij zorgen ervoor dat ik voorrang op ander luchtverkeer krijg -, start de motoren en doe de checks. Inmiddels zitten ook de arts en de verpleegkundige op hun plek. Na de laatste checks vertrek ik. Dat is ongeveer twee minuten na de melding.”

Je vliegt op zicht, of op een navigatiesysteem?
“Beide. De verpleegkundige is tevens de navigator. Het eindpunt zoeken we op zicht. Ik cirkel eromheen, tot ik een geschikte landingsplek heb gevonden. Dan beschrijf ik hardop wat ik daar zie: alle obstakels zoals bomen en antennes, de ondergrond, of de plek groot genoeg is, et cetera. Na deze verkenning land ik.”

Hoe snel ben je ter plekke?
“Bijna overal in Rotterdam binnen zes minuten na de melding. Moeten we verder, bijvoorbeeld naar Zeeuws-Vlaanderen, dan kan het tot 25 minuten duren.”

Heb je ter plekke ook nog een taak?
“Officieel niet. Maar als het kan, assisteer ik de arts en de verpleegkundige. Ik kan bijvoorbeeld een infuus gereedmaken, dingen aangeven en meehelpen de patiënt vast te maken op de wervelplank. Hetzelfde als wat een ambulancechauffeur doet.”

Hoeveel meldingen krijgt het MMT gemiddeld per dag?
“In Rotterdam vijf à zes. Eén of twee daarvan zijn zo dichtbij, dat de arts en verpleegkundige er sneller met de auto komen. Dat is als het donker is. Ik blijf dan achter op de basis.”

Wanneer wordt de reservehelikopter in Lelystad gebruikt?
“Elke helikopter krijgt één keer per jaar een grote onderhoudsbeurt. Dat duurt drie tot vier weken. In die tijd gebruiken we de reservehelikopter. Verder wordt die gebruikt voor vliegopleidingen en –examens en kan de helikopter worden ingezet bij grote evenementen.”