Je elektrische auto opladen aan het stopcontact: kan dat?

Wie thuis oplaadt, heeft twee opties: een eigen laadpaal of opladen via het stopcontact. Je elektrische auto laden aan het stopcontact wordt vaak afgedaan als een noodoplossing. Toch voldoet het in sommige situaties prima, al leidt het wel tot hogere stroomkosten.

Stopcontact versus laadpaal

Als we uitgaan van 12 uur per dag opladen met 2,3 kW, dan kun je dagelijks 27,6 kWh laden via het stopcontact. Dat is genoeg om met een gemiddelde elektrische auto zo’n 125 tot 150 kilometer te rijden. Als dit voor jouw autogebruik voldoende is, kun je overwegen om in plaats van een laadpaal een buitenstopcontact op een aparte groep te (laten) installeren en goede 230v-lader aan te schaffen. Dat is aanzienlijk goedkoper dan het laten plaatsen van een laadpaal.

De tweede optie is een laadpaal. In dat geval ben je al snel tussen de 1000 en 2500 euro kwijt, afhankelijk van het type laadpunt en de hoeveelheid installatiewerkzaamheden. Een forse investering, maar eenmaal geïnstalleerd kun je laadsnelheden tot 11 kW (en in sommige gevallen zelfs hoger) halen. Of zo'n eigen laadpaal zin heeft, is van een aantal factoren afhankelijk.

Aparte groep

Let op: hang je elektrische auto niet zomaar aan het eerste de beste stopcontact. Zeker niet wanneer er ook andere stroomverbruikers op dezelfde groep zijn aangesloten! Gebruik in de meterkast een aparte en goed afgezekerde groep (aangelegd volgens de zogenaamde NEN1010-norm) om je elektrische auto te laden.

Geschikte 230v-laadkabels

Bij het laden via een stopcontact is het verder van belang dat je een geschikte laadkabel met laadbeveiliger gebruikt. Zo’n kabel wordt ook wel een mode 2-lader genoemd: je herkent ze aan het kastje dat doorgaans vlakbij de standaard stopcontactstekker zit (zie bovenstaande afbeelding). Een laadbeveiliger communiceert met de auto, zodat de lader weet wanneer de auto vol is. Daarnaast is het apparaat doorgaans voorzien van beveiliging tegen overspanning, onderspanning, lekstroom en oververhitting.

Bij veel elektrische auto’s wordt vanaf de fabriek een 230v-laadkabel meegeleverd. Meestal hebben deze een maximale laadstroom van 10A, waarmee je een maximaal laadvermogen van 2,3 kW kunt halen. Dat is niet geheel toevallig de maximale stroomsterkte die je op een willekeurig stopcontact mag aansluiten.

Instelbare laadstroom

Er zijn ook 230v-laadkabels te koop, waarbij je op de laadbeveiliger de maximale laadstroom kunt instellen, bijvoorbeeld tussen 10 en 16A. Zo kun je waar nodig het maximale laadvermogen van 3,7 kW halen of juist overbelasting voorkomen, wanneer je thuis ook andere (zware) elektrische apparatuur inschakelt. De luxere modellen zijn daarnaast voorzien van een display waarop je de laadsnelheid, status en soms ook de geladen stroom kunt aflezen.

Laat de oplader niet in het stopcontact zitten

Als je jouw EV hebt afgekoppeld, kun je de oplader beter loshalen. Als de oplader in het stopcontact blijft zitten, verbruikt hij nog steeds wat energie. Dit wordt ook wel 'sluipverbruik' genoemd. Daarnaast kan een oplader oververhit raken. Er is dus altijd een klein risico dat je beter kunt vermijden. Gebruik bij het opladen van je elektrische auto sowieso geen verlengsnoeren!

Wat kost opladen via het stopcontact?

Let op: uit onderzoek van de ANWB blijkt dat laden via het stopcontact tot wel dertig procent hogere laadkosten kan leiden. Hoe dat zit, lees je hier. Heb je een dynamisch energiecontract, dan kun je je laadsessies afstemmen op de laagste uurtarieven en extra besparen op je laadkosten.