Koelventilator

Een koelventilator helpt bij het afkoelen van de koelvloeistof die door de radiateur stroomt. Het niet functioneren van de koelventilator leidt tot het warm lopen van de motor.

Koelventilator

Een verbrandingsmotor heeft een koelsysteem dat er voor zorgt dat de motor niet te warm wordt. Eigenlijk gaat de koelventilator pas draaien wanneer de motortemperatuur te hoog oploopt (boven het kookpunt). Dit is bij een gebrek aan rijwind en bij extreme belasting. De koelvloeistof loopt dan langs onder meer de cilinderwanden van de motor en voert de hitte af, die daar tijdens de verbranding van brandstof is ontstaan.

De hete vloeistof komt terecht in de radiateur. Dat is een zeer fijnmazig reservoir waar de vloeistof door rijwind wordt gekoeld. Een koelventilator helpt bij het afkoelen. Je vindt de koelventilator dus altijd vlakbij de radiateur, soms er voor maar meestal er direct achter.

De koelventilator schakelt zichzelf uit als de temperatuur laag genoeg is en springt vanzelf weer aan als de temperatuur van de koelvloeistof te hoog wordt. Dit is onafhankelijk van de stand van het contactslot. Dus ook als de motor is uitgezet, kan het zijn dat de koelventilator nog een tijdje aanblijft om na te koelen. Het niet functioneren van de koelventilator leidt tot het warm lopen van de motor.

Werking van de koelventilator controleren

Om een oververhitte motor te voorkomen, is het belangrijk dat je de koelventilator regelmatig checkt. Dat doe je door de motor een kwartiertje stationair te laten draaien nadat je de auto gebruikt hebt. Dan ontbreekt de rijwind en is de motor goed warm.

De koelventilator hoort te gaan draaien vlak voordat de meter de 100° passeert. Loopt de temperatuur toch op zonder dat er een ventilator gaat draaien, ga dan met de auto naar de garage.