Gooi en Eemroute
Nederland, Utrecht, Baarn
- 64
- 63
- 22
- 56
- 53
- 51
- 66
- 80
- 81
- 1
- 2
- 25
- 11
- 12
- 8
- 15
- 72
- 87
- 71
- 70
- 69
- 59
- 58
- 57
- 61
- 26
- 62
- 65
- 64
In het overgangsgebied van het Gooi naar de Eemvallei ligt een afwisselend landschap van bossen, heidevelden, stuifzanden, houtwallen, akkers en wei- en hooilanden. Het zijn onderdelen van het vroegere esdorpensysteem, met brinkdorpen als Baarn, Soest, Laren en Blaricum. Ze liggen op de grens van hoog en laag, onderaan de stuwwal. Centraal in de route stroomt de lustig meanderende rivier de Eem.
Let op: de pont in Eemdijk vaart niet op zondag en niet in de winter (november - maart); bekijk van tevoren de actuele vaartijden op deze website.
Pont vermijden? Fiets van knooppunt 25 naar 20-19-08 en pak daar de route weer op.
Extra routeaanwijzingen:
• Tip: op deze route is weinig horeca, neem zelf iets te eten en drinken mee.
• Startpunt: rijd van het spoor weg, de Generaal van Heutszlaan uit; op de volgende kruising met de N221 is knooppunt 64.
• Veerpont: de pont in Eemdijk vaart niet op zondag en niet in de winter (november - maart); bekijk van tevoren de actuele vaartijden op deze website. Pont vermijden? Fiets van knooppunt 25 naar 20-19-08 en pak daar de route weer op.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen 53-51 heeft het tunneltje onder de Hilversumseweg smalle fietssluizen en het pad is onverhard; er bevindt zich daar ook een onoverzichtelijke haakse bocht.
• Ook tussen 53-51: bij Theehuis 't Bluk is het vaak erg druk; fietsers moeten hier afstappen.
• Tussen 51-66-80 (Laren) is het pad erg hobbelig vanwege boomstronken; 66-80 gaat de route over de Oude Drift, een smal, halfverhard karrenspoor dat bij droogte slecht begaanbaar is; en het laatste stuk voor 80 gaat bergafwaarts; pas je snelheid hier aan!
• Bij knooppunt 81 (Blaricum) bevindt zich een drukke en onoverzichtelijke oversteek.
• Bij knooppunt 08 is de oversteek van de N414 bij de Eembrug onoverzichtelijk.
• Tussen 15-72 (Slaakseweg/-wetering), 69-59 (Rinkel Tolmanpad), 57-62 (Wieksloterweg) gaat de route over smalle fietspaden.
Toegankelijkheid: deze route is minder geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), vanwege bovengenoemde punten (drukte in combinatie met smalle paden).
Landgoed Groeneveld (net na KP22) werd in het begin van de 18e eeuw aangelegd in een strakke ‘formele’ stijl, gekenmerkt door rechte lijnen en symmetrie, nog te zien aan het gebouw, de tuin direct erachter en de zicht-as. Tussen 1830 en 1880 is het park omgezet in een ‘natuurlijke’ Engelse landschapstijl met kronkelende beken en slingerende paden. Voorbij het bruggetje kun je even van de route afwijken om naar het kasteel te gaan (rechtsaf).
Bij Theehuis ’t Bluk (bij KP53) is er zicht op de steile helling van de Zuiderheide, onderdeel van de uitgestrekte Gooise heidevelden. Onderaan liggen de brinkdorpen Laren en Blaricum, waar restanten akkerland – ingezaaid met oude akkergewassen als haver en gerst – herinneren aan het vroegere esdorpensysteem. In de dorpskern van Blaricum liggen de oude boerderijen verscholen achter hulsthagen.
De Eempolder (na KP02) is een open en leeg weidegebied met lange, rechte percelen (strokenverkaveling). De polder ligt onder de zeespiegel en wordt beschermd door dijken. De Eemnesser boerderijen liggen veilig achter de kaarsrechte, kilometerslange Wakkerendijk (eerste deel: Meentweg). Langs de Zuiderzee lag de Zomerdijk die het water niet altijd kon tegenhouden, getuige de vele waaien of wielen langs de dijk (zie informatiepaneel). Bij het Gemaal Eemnes kunt u de dijk een stukje oplopen.
De Eem – vroeger de Amer geheten – is de enige rivier in Nederland die ontspringt én uitmondt in eigen land. De rivier voert vanaf Amersfoort het overtollige water af van de Gelderse Vallei. Vanaf de fietsbrug hebt u mooi zicht op de slingerende rivier. De laaggelegen gronden waren te vochtig voor akkerbouw. Ze werden gebruikt als weiland en hooiland.
Richting Soest stijgt het fietspad naar de Soester Eng (na KP69). Op de glooiende eng lagen (en liggen) de akkers bijeen. Onderaan, op de grens van hoog en laag, lag een lint van boerderijen, tussen akkers en wei- en hooilanden in. Door plaggenbemesting is de Soester Eng in de loop van eeuwen zo’n tachtig centimeter opgehoogd. Het lijkt alsof stellingmolen de Windhond er altijd al heeft gestaan, maar die is pas in 2008 geopend, naar voorbeeld van een molen die ooit op de Eng stond.
De boeren gebruikten schapenmest om de akkers op de Eng vruchtbaar te houden. De grote schaapskuddes vraten de heide kaal, waardoor er zandverstuivingen ontstonden, zoals in de Lange Duinen (na KP58). Door bebossing zijn de meeste heidevelden verdwenen en de zandverstuivingen vastgelegd.
Baarn staat bekend om z’n vele buitenplaatsen en villa’s. Al in de Gouden Eeuw lieten Amsterdamse kooplieden en bestuurders de eerste zomerverblijven bouwen, waaronder een jachtslot, later Paleis Soestdijk. Na de opening van de spoorlijn Amsterdam - Amersfoort in 1874 ontwikkelde het dorp zich tot forensenplaats van welgestelde Amsterdammers.