Amsterdam 750 jaar
Nederland, Noord-Holland, Amsterdam
- 5
- 61
- 60
- 61
- 46
- 52
- 5
- 56
- 50
- 57
- 16
- 81
- 5
Op deze route fiets je kriskras door de roerige geschiedenis van Amsterdam. Door de tuindorpen in ‘Noord’, langs de Amstel, over de Zuidas, door het Vondelpark en door de grachtengordel met fijne bruine kroegen. En overal liggen verhalen voor het oprapen die deze stad zo bijzonder maken. Tijdens drie bonuswandelingetjes leer je sommige buurten nét iets beter kennen. Mooi hoor, Mokum!
Tip: alvast een kijkje nemen op de route? Masja en Marieke laten zien waar je allemaal langskomt in de Kampioen.
Tip: Je kunt de route ook in twee delen (of dagen) fietsen, rondjes van resp. 17,5 en 21 km. Maak er een stedentrip van: 3-daagse stedentrip Amsterdam.
Fietsveiligheid: Het fietsen in en rond een stad is goed opletten, zeker als het Amsterdam betreft. Hoewel het knooppuntennetwerk zoveel mogelijk gebruik maakt van autoluwe wegen, is drukte niet overal te vermijden. Daarom: neem de tijd, rijd de route met de Eropuit app en stop regelmatig om de routebeschrijving even door te lezen (om bezienswaardigheden te localiseren).
Extra opletten:
- Daar waar je vanaf de Zuiderzeeweg RA moet naar de Zeeburgerdijk.
- Daar waar je vanaf de Piet Heinkade LA slaat naar de Odebrug. Fietsverkeer van alle kanten!
- Het oversteken van de drukke Europaboulevard.
Parkeren in Amsterdam is duur en moeilijk met een fietsdrager op de auto. Bij de P&R Mobihub Rembrandtpark Amsterdam (Staalmeesterslaan 410) kan dat wel. Kosten ca. € 16 - € 20 per dag. Je start de route dan bij het Vondelpark (volg knp 05). Meer informatie over parkeermogelijkheden in en om Amsterdam vind je hier.
Fiets huren: bij Amsterdam Centraal kun je voor € 4,65 per dag een OV-fiets huren bij: de fietsenstalling IJzijde (t.o. de pont), de fietsenstalling aan de voorkant van het station (oostkant) en bij de ondergrondse fietsenstalling op het Stationsplein. Een e-bike huren kan bij diverse commerciële verhuurders vlak bij het station (Black Bikes, A-Bike), ca. € 35-€ 50 per dag.
Met de trein: tijdens daluren (9-16 uur en na 18.30 uur) mag de fiets mee in de trein: op speciale fietsplekken op de balkons (fietssymbool op de treindeur). Je moet hiervoor een fietsdagkaart kopen (€ 7,50). Zijn de fietsbalkons vol, dan moet je een trein later nemen.
Je kunt deze route volgen via de knooppunten: 05 – 61 – 60 – 61 – 46 – 52 – (05) – 56 – 50 - 57 – 16 – 81 – 05
Maar wil je niet ongemerkt langs alle bezienswaardigheden rijden (sommige liggen iets van de routelijn af), dan is het handig om de gedetailleerde routebeschrijving van tevoren door te lezen.
Let op: de fietsknooppunten worden in Amsterdam niet aangegeven met de bekende rechthoekige borden met cijfer, maar op de fietswegwijzers. Aan de rand van de stad vind je wel weer nummerborden. Het is aan te raden de route te volgen met de Eropuit app, want het is vaak zoeken naar de bewegwijzering!
Wil je de route in twee delen/dagen rijden? Volg dan de routebeschrijving hieronder, maar rijd bij punt 5 RD achter Amsterdam CS langs terug naar het startpunt. Voor het tweede deel van de route ga je vanaf het startpunt niet de pont op, maar RA achter Amsterdam CS langs en RA bij de Odebrug. Rijd vervolgens RD de Geldersekade op en volg vanaf hier de routebeschrijving vanaf punt 6.
- Start de fietsroute aan de achterkant van Amsterdam CS bij fietsknooppunt 05. Neem het Buiksloterwegveer naar de overkant. Direct aan je linkerhand liggen de voormalige Volewijck en het Tolhuis.
- Rijd RD over de Buiksloterweg naar knp 61 en knp 60. Let op: deze knooppunten worden hier nog niet aangegeven, volg de aanwijzingen naar knooppunt 36 en 46 die wel worden genoemd. Vanaf knp 61 staat knp 60 wel weer aangegeven. Bij knp 60 kun je de Bonuswandeling Floradorp doen.
- Rijd terug over de Buiksloterweg naar knp 61 en volg vanaf daar de aanwijzingen naar knp 46. Je rijdt onder de weg door en meteen RA omhoog om Brug 491 over te steken, slaat LA en even later RA en weer LA om op de Adelaarsweg te komen. Aan het einde sla je LA en meteen RA de Nieuwendammerdijk op die je volgt tot aan Café Het Sluisje, het hart van Tuindorp Nieuwendam. Vervolg de route RD. Je zwenkt naar rechts en links, Nieuwendammerdijk wordt Schellingwouderdijk. Vlak voor de Schellingwouderbrug kun je RA de Noorder IJdijk oprijden naar de Oranjesluizen. Je kunt via die sluizen naar de overkant lopen. Neem aan de overkant LA de Zuider IJdijk en buig met het fietspad mee naar rechts om op de Zuiderzeeweg te komen. Vervolg de route vanaf 4.
Zijn de sluizen afgesloten? Rij dan de hoofdroute: Ga aan het eind van de Schellingwouderdijk linksom over de Schellingwouderbrug ri. knp 52.
- Direct na de brug fiets je door Zeeburg over de Zuiderzeeweg. Deze maakt een bocht door het water en over het Amsterdam-Rijnkanaal. Ga na de Amsterdamsebrug bij het stoplicht even LA om het Flevopark in te rijden en de Joodse Begraafplaats Zeeburg te bekijken.
- Fiets terug naar het stoplicht en ga RD de Zeeburgerdijk op (ri. knp 56) en bij de derde afslag RA de Panamabrug over om langs de Panamalaan te fietsen, dit wordt Piet Heinkade. Volg de Piet Heinkade tot vlak vóór het station. Je rijdt niet helemaal naar knp 05, maar gaat vóór het station LA de Oostertoegang op, wordt Odebrug. Let op: dit is een druk en chaotisch kruispunt! Rijd RD, de Geldersekade op ri. knp 56.
Geïnteresseerd in de scheepvaartgeschiedenis van Amsterdam? Wijk dan een stukje af van de route: Ga nadat je bent afgeslagen voor het station RD over de Odebrug (links Oosterdok) en direct LA de Prins Hendrikkade op. Rijd deze 1 km af tot aan de Kattenbrug met links het Scheepvaartmuseum en de Museumhaven. Rijd na je bezoek terug naar de Odebrug, ga LA de Geldersekade op en vervolg de route naar knp 56.
- Je rijdt langs de Nieuwmarkt: hier kun je afstappen voor een Bonuswandeling door de Nieuwmarktbuurt.
- Even verderop kun je even afwijken van de route om het Museum Rembrandthuis te bezoeken. Daarvoor neem je vanaf de Kloveniersburgwal LA de Nieuwe Hoogstraat, ga aan het einde RA de Sint Antoniesbreestraat op, wordt Jodenbreestraat. Op nummer 4 vind je Museum Rembrandthuis. Rijd na je bezoek terug via de Jodenbreestraat en de Sint Antoniebreestraat en ga LA de Nieuwe Hoogstraat in. Sla LA op de Kloveniersburgwal en vervolg de route naar knp 56.
Hoofdroute: Rijd vanaf de Nieuwmarkt RD langs de Kloveniersburgwal (even de brug over naar de overkant om in de juiste rijrichting te rijden) nog steeds ri. knp 56. Ga LA de brug over (Aluminiumbrug/Nieuwe Doelenstraat) en fiets de Staalstraat in, je steekt de Groenburgwal over (Staalmeestersbrug) en de Zwanenburgwal (Ir. B. Bijvoetbrug). Rijd RA om de Stopera heen tot je de Amstel aan je rechterhand hebt. Steek het Waterlooplein over en rij RD langs de Amstel voor bijna 2,5 km tot de Berlagebrug met knp 56.
- Vervolg vanaf knp 56 de Amstel en de klassieke rechthoekige knooppuntborden naar knp 50. Je rijdt nog een stuk langs de Amstel, gaat even LA en weer RA om het Amstelhotel heen en rijdt RD over de Weesperzijde.
- Weesperzijde wordt Omval (lees het verhaal over Rembrandt). Het fietspad buigt naar links en je slaat RA om via de Omvalburg de Weespertrekvaart over te steken. Ga na de brug en het restaurant RA de Korte Ouderkerkerdijk op om weer langs de Amstel verder te fietsen.
- Voorbij de Utrechtsebrug (aan je rechterhand) buigt de route naar links, langs de Amstel, over de Jan Vroegopsingel, verderop Ouderkerkerdijk. Steek bij knp 50 met een lus linksom de Ringweg Zuid over via de Rozenoordbrug.
- Je fietst langs het Amstelpark (aan je linkerhand, sla LA als je het park wilt bekijken) en gaat verderop RA onder de Ring A10 door naar knp 57.
- Vanaf knp 57 ga je LA, steek je het Europaplein over en volg je de knooppuntborden ri. knp 16. Via de Groene Zoom slinger je door het Beatrixpark. Steek (LA, RA, LA) de Beethovenstraat over en rijd over het Strawinskypad naar de Zuidas (even LA slaan om dit zakenhart te bekijken). Vervolg de route over de Strawinskylaan en Fred. Roeskestraat.
- Steek de Amstelveenseweg over en volg het IJsbaanpad tot knp 16.
- Rijd vanaf hier verder over het IJsbaanpad. Het pad zwenkt naar links en rechts en steekt de Schinkel over naar knp 81. Vervolg je route RA over het Jaagpad langs de Schinkel (ri. knp 05) totdat de route links het Spijtellaantje induikt. Wil je Huis te Vraag bekijken, ga dan aan het einde even RA naar de ingang op Rijnsburgstraat 51.
- Hoofdroute: ga aan het eind van het Spijtellaantje LA op de Rijnsburgstraat en neem op de rotonde RA de Westlandgracht. Steek de Heemstedestraat over en rij RD. Sla aan het einde van de Westlandgracht RA om via het fietspad langs de Theophile de Bockstraat de Schinkel weer over te steken (op de rechterhoek voor de brug ligt Gent aan de Schinkel), de Amstelveenseweg te kruisen en RD het Vondelpark in te rijden.
- Rijd het Vondelpark helemaal door tot aan de uitgang bij de Stadhouderskade. Wil je het Rijksmuseum bezoeken (of er onderdoor rijden!) dan moet je hier even van de route afwijken. Je gaat dan na het hek van het Vondelpark RA op de Stadhouderskade en meteen weer RA de Hobbemastraat in. Rijd RD totdat je rechts het Museumplein ziet en links het Rijksmuseum. Fiets na je bezoek aan het Rijksmuseum via de fietstunnel onder het museum door, steek de Stadhouderskade over en de Museumbrug en rij RD de Spiegelgracht op. Volg de borden ri knp 05.
Hoofdroute: Ga het hek bij het Vondelpark uit, rijd RD en sla RA op de Weteringschans en verderop LA op de Spiegelgracht.
- Vervolg de Spiegelgracht. Op de hoek van de Prinsengracht (bij Café Heuvel) kun je een korte Bonuswandeling maken langs de grachtengordel.
- Rijd RD. Spiegelgracht wordt Nieuwe Spiegelgracht. Ga LA de Herengracht op en verderop RA het Koningsplein op. Je steekt het Singel over en vervolgt LA het Koningsplein. Fiets door tot je aan je rechterhand het Spui ziet. Wil je naar het Begijnhof dan ga je hier RA. De ingang ligt aan het einde van het Spui LA op de Gedempte Begijnesloot. Rijd na je bezoek weer terug en ga RA de Singel op.
Hoofdroute: Steek het Spui over en volg het Singel helemaal terug naar Amsterdam CS.
Amsterdam begon als een kleine vissersnederzetting aan de oevers van de Amstel in de late 12e eeuw. De naam Amsterdam verwijst naar de dam die werd gebouwd in de rivier de Amstel. In 1275 kreeg de stad tolprivileges van graaf Floris V, wat de handel stimuleerde en de groei van de stad bevorderde. De 17e eeuw, de Gouden Eeuw, was de bloeiperiode voor Amsterdam, dat in die tijd een van de belangrijkste handelscentra ter wereld was dankzij de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC). Amsterdamse kooplieden handelden in specerijen, zijde, tabak en andere goederen. De stad groeide snel en veel van de iconische grachten en herenhuizen werden in deze periode gebouwd. Na de Gouden Eeuw viel de economie flink terug, mede door oorlogen en politieke onrust. In de 19e eeuw begon Amsterdam zich weer te herstellen dankzij de industriële revolutie. Er werden nieuwe wijken gebouwd en belangrijke gebouwen zoals het Centraal Station en het Rijksmuseum. In de Tweede Wereldoorlog werd Amsterdam bezet door nazi-Duitsland. Er werden ca. 80.000 Joodse inwoners gedeporteerd en vermoord, waaronder Anne Frank. Na de oorlog herstelde Amsterdam zich en groeide uit tot een moderne kosmopolitische stad. De mix van historische grachten, musea en entertainment, opgeteld bij de tolerante en liberale sfeer trekt jaarlijks miljoenen toeristen.
In de late middeleeuwen had vrijwel elke stad een galgenveld. De hier tentoongestelde lijken – goed zichtbaar voor binnenvarende schepen - moesten duidelijk maken dat in deze stad hard werd opgetreden tegen misdadigers. Eén ter dood veroordeelde- Elsje Christaens - bereikte eeuwige roem, omdat zij getekend werd door Rembrandt van Rijn. Elsje werd ter dood veroordeeld omdat ze tijdens een ruzie haar huisbazin met een bijl had vermoord. Vanaf 1360 was het uiterste puntje van Amsterdam-Noord (links van de pont, waar nu A’DAM Tower en Eye zich bevinden), Volewijck, een van de galgenvelden waar op de Dam terechtgestelde misdadigers naartoe werden gebracht ‘om van de vogelen gegeten, en van de lucht verteert te worden.’ Jaarlijks werden zo’n vier doodsvonnissen voltrokken door onthoofding, verwurging of radbraken. De gehangenen werden op het galgenveld aan een galg gehangen, de gewurgden aan een paal en de geradbraakten werden op een rad gehesen. In totaal eindigden zo’n 1000 lijken op Volewijck. Hoe afgrijselijk dit ook klinkt, het veld was een favoriete plek voor een dagje griezelen met het hele gezin. Er stonden zelfs gezellige eet- en drinkstalletjes. Toen de Fransen kwamen en de guillotine introduceerden werd het galgenveld opgedoekt (1795). In de twintigste eeuw werd het terrein ingenomen door industrie. Tegenwoordig vind je er het Eye en A’DAM tower.
De 100 meter hoge A’DAM tower (staat voor: Amsterdam Dance and Music) werd oorspronkelijk ontworpen voor Koninklijke Shell (1966). De oliemaatschappij wilde een nieuw gebouw voor de directie en het Koninklijke Shell Laboratorium. Bijzonder aan het ontwerp van Arthur Staal is dat de toren diagonaal geplaatst werd op de onderbouw en dat het dak-ornament daar weer diagonaal op staat. Tot 2003 waren terrein en gebouw(en) van Shell. Maar in dat jaar kocht de gemeente het om er een woonwijk te ontwikkelen (de wijk ‘Overhoeks’) en bedrijfjes te vestigen in de toren. In het gebouwtje ernaast, de voormalige kantine van het lab, kwam een restaurant. In 2014 werd de toren verkocht en kwamen er, naast kantoren, ook een ronddraaiend restaurant, bars, een nachtclub en A’DAM Lookout: een observatiepunt met de hoogste schommel van Europa (waarmee je over de rand van het gebouw schommelt).
Het Eye Filmmuseum is gevestigd in een iconisch gebouw dat werd ontworpen door de Oostenrijkse architecten Roman Delugan en Elke Delugan-Meissl. Het ontwerp wordt vaak vergeleken met een oog of een meeuw die net op de oever van het IJ is neergestreken. In het Eye is een bioscoop, een museum, een studiecentrum (in een noordelijker gelegen centrum waar ook de collectie van meer dan 55.000 films liggen opgeslagen), een shop en een restaurant dat fantastisch uitkijkt over het IJ en de stad.
Het Tolhuis (Buiksloterweg 7) werd gebouwd in 1660 aan de oever van het IJ bij het aankomst- en vertrekpunt van de ‘Tolhuispont’ (het Buiksloterveer). Dit veer bestond al veel langer. Al in 1308 wordt het genoemd, maar waarschijnlijk werd er voor die tijd ook al heen en weer gevaren. Rond 1660 werd de Buikslotertrekvaart gegraven, de voorloper van het huidige Noordhollandsch Kanaal (van Amsterdam naar Den Helder). De tolgelden werden gebruikt voor het onderhoud van de trekvaart. Toen er in 1842 een stoompont ging varen, zochten meer en meer Amsterdammers het Tolhuis op om er in hun vrije tijd te relaxen. Het Tolhuis transformeerde steeds meer in een horecagelegenheid. Het pand dat je er nu ziet is niet het oorspronkelijke Tolhuis. Dat werd in 1859 gesloopt en vervangen door een nieuw ontwerp van de hand van stadsarchitect Willem Springer, die er ook een tuin bij ontwierp, de Tolhuistuin. In de tuin werden vanaf 1870 openluchtconcerten gegeven. Tegenwoordig is in het Tolhuis nog steeds horeca gevestigd. De Tolhuistuin werd een Culturele vrijplaats waar optredens plaatsvinden, tentoonstellingen worden georganiseerd en waar ook een restaurant is.
Ca. 1,5 km.
Loop vanaf fietsknooppunt 60 LA de Buiksloterdijk op. Ga na nummer 374 RA, loop de brug over en volg het LA pad ri. de Buiksloterkerk. Het pad voert naar de Spyridon Louisweg, daar ga je LA en na het derde gebouw aan je linkerhand ga je LA het pad op langs het water en de Buiksloterkerk.
Dit kerkje werd in de huidige vorm in 1710 gebouwd vlak achter de huizen van de Buiksloterdijk, een zeedijk die het water van het IJ buiten moest houden. Karakteristiek en kenmerkend voor de bouwstijl van kerken in Waterland en in de Zaanstreek is het houten torentje. Toen de kerk in verval raakte zorgden actieve omwonenden (vanaf 1992) verenigd in de Stichting Buiksloterkerk dat het gebouwtje gerestaureerd en verbouwd werd tot cultureel centrum en ontmoetingsplek. Sindsdien worden er concerten en kindervoorstellingen georganiseerd en kunnen omwonenden er jaarlijks terecht voor de stekjesmarkt, de kerstsamenzang en de oudejaarsdisco.
Volg het Buiksloterkerkpad, steek het water over en loop RD. Steek de Buiksloterdijk over en ga over de brug LA en loop RD door het Floraveld (langs het speeltuintje) naar de Floraweg. Ga LA en neem vervolgens RA het Florapad tot aan de Binnenhofstraat. Je bent nu middenin Floradorp.
Deze wijk werd in de vorige eeuw eind twintiger jaren gebouwd om moeilijk plaatsbare gezinnen met sociale en financiële problemen te huisvesten. Er was in Amsterdam-Noord nog zo’n heropvoedingsbuurt, de Asterbuurt, maar die is vrijwel helemaal verdwenen. Door een rijksbijdrage werden de huren in Floradorp laag gehouden. De huizen hadden drie of vier (kleine) slaapkamers. De huizen hebben opvallende roze of blauwe muren en oranje daken. In het midden van Floradorp staan huizen met puntdaken die destijds werden gebouwd voor ouderen. Tijdens een ingrijpende renovatie van de wijk in de jaren negentig van de vorige eeuw werden deze puntdakhuizen samengevoegd, werden er bergingen aangebouwd en verloren ze hun bestemming als ouderenwoning. In het begin woonden in Floradorp vooral arbeiders van de Amsterdamse havenindustrie. Nog steeds wonen er in Floradorp mensen die afstammen van dezelfde families en is de wijk een hechte gemeenschap. In de volksmond wordt Floradorp ook wel de ‘Rimboe’ genoemd (verwijzend naar het ruige poldergebied dat hier lag voordat er werd gebouwd) of Canta-capital met een knipoog naar de vele Canta-rijders in de wijk.
Ga op de Binnenhofstraat RA en volg deze linksom met de bocht mee tot je RA de Cyclamenstraat in kunt lopen. Ga aan het einde LA steek de Floraweg over en ga voor de sloot RA. Loop deze helemaal uit en sla LA op de Sneeuwbalweg. Loop terug naar fietsknooppunt 60.
Voor de wereldoorlogen bestond de noordelijke IJ-oever uit ruig poldergebied. Tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog werden in dit gebied tuindorpen gebouwd om de arbeiders te huisvesten die in de industrie en scheepvaart op de noordoever van het IJ werkten. Zo was de aanleg van een dure oeververbinding met de stad niet nodig en konden ook bewoners uit verpauperde volksbuurten uit de binnenstad ge(her)huisvest worden. Tuindorpen die destijds ontstonden waren Oostzaan, Buiksloot en Buiksloterham. Ook Tuindorp Nieuwendam (genoemd naar het gelijknamige dijkdorp) werd gebouwd als oplossing voor de woningnood in de hoofdstad in de vorige eeuw. De ongeveer 1000 woningen werden gebouwd in een landelijke variant van de architectuur van de Amsterdamse School. De woningen hadden twee bouwlagen en een kap en in de meeste gevallen een douche: bijzonder in die tijd! De wijk was een succes en werd gezien als het mooiste tuindorp van Europa. Hier zag je hoe natuur, wonen en sociale huisvesting samen konden gaan. Tegenwoordig is het ‘rijksbeschermd stadsgezicht’. Een van de mooiste weggetjes is het Nieuwendammer Molenpad, een prachtig groen straatje achter de huizen langs, waarvan de naam verwijst naar de acht windmolens die hier in de 18de eeuw stonden. De fietsroute voert over de Nieuwendammerdijk, een 1,8 kilometer lange voormalige zeedijk die samen met de Buiksloterdijk en de Schellingwouderdijk de Waterlandse Zeedijk vormt. In de dijk ligt een oude schutsluis: de Nieuwendammersluis die het water van het IJ via Zijkanaal K verbindt met het polderwater achter de dijk. De sluis met houten puntdeuren worden met de hand bediend door een vrijwillige sluiswacht. Bij de sluis, in het houten rijksmonument op de Nieuwendammerdijk 297, is sinds 1904 Café ’t Sluisje gevestigd. Een old school café met een fijn terras dat zicht biedt op de Nieuwendammersluis. Toen het Sluisje, dat bijna 120 jaar door de familie De Ruijter werd gerund, in 2017 gesloten werd, namen buurtbewoners het over. Sindsdien is de buurtfunctie van het café nog groter en wordt er veel georganiseerd voor de omwonenden.
De Oranjesluizen of Sluizencomplex Schellingwoude, zijn een cruciaal onderdeel van het Nederlandse waterbeheer. De schut- en spuisluizen zorgen ervoor dat de hoofdvaartroute van de Noordzee bij IJmuiden naar het IJ bij Amsterdam goed en veilig bevaren kan worden. Bovendien regelen ze het waterpeil en zorgen ze ervoor dat er niet teveel zout water het IJsselmeer in stroomt. Het complex werd tussen 1865 en 1872 gebouwd tegelijk met de aanleg van het Noordzeekanaal met als doel het IJ af te sluiten van de Zuiderzee. Het ontwerp van de sluizen was van Justus Dirk en de bekende waterbouwkundige Johannis de Rijke begeleidde de bouw. Het oorspronkelijke complex bestond uit drie kleinere sluizen voor de beroeps- en pleziervaart en een grotere sluis voor de binnenvaart. Maar in 1995 werd de grotere Prins Willem-Alexandersluis (200 bij ruim 24 meter) toegevoegd voor de toenemende beroepsvaart. Om de vismigratie tussen de Noordzee en het Markermeer mogelijk te maken werden er in 1975 vispassages toegevoegd. Jaarlijks passeren er gemiddeld 120.000 schepen. Je kunt de sluizen en het IJ goed bekijken vanaf de Schellingwouderbrug. Maar nog leuker is om via de sluizen naar de overkant te lopen. Om de route weer op te pakken ga je na de sluizen LA op de Zuiderzeedijk en weer RA op de Zuiderzeeweg. Vanaf daar volg je de aanwijzingen weer naar knp 52.
Zeeburg werd opgericht in 1990 en in 2010 samengevoegd met stadsdeel Oost. In dit stadsdeel vind je de Indische Buurt, het Oostelijk Havengebied en IJburg. De naam Zeeburg verwijst naar de Zeeburgerdijk die weer vernoemd is naar de vesting 'Seeburg', die in de 17e eeuw langs de dijk stond. Deze dijk verbond Amsterdam met Muiden en was onderdeel van de oude dijk langs de Zuiderzee. De bebouwing van dit gebied begon in de late 19e eeuw met de aanleg van het Oostelijk Havengebied en de Indische Buurt met woningen voor haven- en industriearbeiders. In de negentiger jaren van de 20ste eeuw werd IJburg gebouwd; een moderne woonwijk op kunstmatige eilanden in het IJmeer. Je vindt er innovatieve architectuur en duurzame woningen.
Je kunt er een kijkje nemen door af te wijken van de route. Sla LA op de IJburglaan en trap in 10 minuten via het Steigereiland naar IJburg.
De Joodse begraafplaats Zeeburg in het Flevopark, werd in 1714 in gebruik genomen door de Hoogduits-Joodse gemeente van Amsterdam. Er werden vooral Asjkenazische Joden begraven. Na de Tweede Wereldoorlog raakte de begraafplaats in verval. En in 1956 werd zelfs een groot deel van de begraafplaats geruimd voor de aanleg van de Flevoweg. De resten van ongeveer 28.000 geruimde mensen werden overgebracht naar de Joodse begraafplaats in Diemen. Op het overgebleven deel van de begraafplaats staan ongeveer 200 grafstenen. In de jaren 80 vestigde de schrijver Boudewijn Büch de aandacht op de vervallen staat van de graven en besloot de gemeente de begraafplaats te renoveren. De Joodse begraafplaats Zeeburg, sinds 2014 gemeentelijk monument, herinnert aan de rijke historie van de Joodse gemeenschap in Amsterdam. Die geschiedenis begon in de late 16e eeuw toen sefardische Joden uit Spanje en Portugal vluchtten voor de inquisitie. Ze vestigden zich in het tolerante Amsterdam. In de 17e eeuw volgden Asjkenazische Joden uit Midden- en Oost-Europa, die ook vluchtten voor vervolging en armoede. Zij vestigden zich voornamelijk in de armere wijken van de stad, zoals de Jodenbuurt (rondom het Waterlooplein) en bouwden hun eigen synagogen. De Joodse gemeenschap bloeide in de 18e en 19e eeuw, mede door de diamantindustrie en de handel. De Tweede Wereldoorlog was een ramp voor de gemeenschap. Ongeveer 80% van de Amsterdamse Joden werd in die tijd gedeporteerd en vermoord. Na de oorlog werd het Joodse leven langzaam weer opgebouwd. Wil je meer weten over de Joodse geschiedenis bezoek dan het Joods Historisch Museum in de buurt van het Waterlooplein (verderop voert de route daarlangs: sla LA bij de Blauwbrug).
Het Flevopark, werd in 1928 aangelegd en beslaat ongeveer 50 hectare. Het is een echt stadspark met grasvelden, bossen, waterpartijen en het Nieuwe Diep, een groot meer waarin je kunt roeien en vissen. Er komen veel vogelsoorten voor, maar ook vleermuizen en vossen. In het natuurlijke Flevoparkbad kun je ‘s zomers zwemmen. In het park is in het voormalige gemaal van de Oetewater Polder een kleine distilleerderij gevestigd, ’t Nieuwe Diep. Hier worden 100 verschillende likeuren en jenevers gemaakt. Er is een proeflokaal met een terras dat prachtig uitkijkt over het park.
De scheepvaartgeschiedenis van Amsterdam is nauw verweven met de opkomst van de stad als een belangrijke handelsmacht in de 17e eeuw, de Gouden Eeuw. In deze periode groeide Amsterdam uit tot een van de belangrijkste havens ter wereld, dankzij de oprichting van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) in 1602 die in Aziatische specerijen, zijde en andere exotische goederen. In 1621 werd in Amsterdam de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht om handel te drijven met Amerika en Afrika. Een belangrijke activiteit was de trans-Atlantische slavenhandel waarbij slaven uit Afrika naar de Amerika’s werden vervoerd om te werken op plantages.
Ook in de 19e eeuw bleef de haven van Amsterdam zich ontwikkelen. Het Noordzeekanaal werd aangelegd (1876) waardoor grotere schepen vanaf de Noordzee direct de haven konden bereiken en Amsterdam een belangrijke internationale haven werd. In de 20e eeuw werd de haven uitgebreid met het Westelijk Havengebied en later het Amsterdamse havengebied in het IJ om blijvend te kunnen concurreren met andere grote havens in Europa. Ook nu nog is de Amsterdamse haven een van de grootste en meest veelzijdige havens van Europa.
In het Oosterdok kun je een prachtige collectie historische vaartuigen bewonderen. Deze haven is gewijd aan het behoud van het varend erfgoed van Amsterdam en biedt onderdak aan meer dan 20 historische schepen, van zeilklippers tot stoomschepen.
Het Scheepvaartmuseum toont een uitgebreide collectie en tentoonstellingen over de 500 jaar Nederlandse maritieme geschiedenis. Het bezit één van de grootste en meest vooraanstaande maritieme collecties ter wereld.
Ca. 1 km.
Wandel vanaf de Nieuwmarkt RA de Zeedijk op. Neem de derde straat LA, Korte Stormsteeg.
De geschiedenis van Amsterdamse Zeedijk gaat terug tot de 13e eeuw. Oorspronkelijk werd de Zeedijk aangelegd als een zeewering om Amsterdam te beschermen tegen overstromingen van de Zuiderzee. Dit was een cruciale stap in de landwinning en verdere stedelijke ontwikkeling van de stad. Tijdens de Gouden Eeuw (17e eeuw) was de Zeedijk een bruisende handelsstraat, vlakbij de haven, waar goederen uit alle delen van de wereld werden verhandeld, zoals specerijen uit Azië en suiker uit de West. De straat was een ontmoetingsplaats voor zeelieden, scheepsbouwers en kooplieden die ook graag de herbergen en tavernes langs de Zeedijk bezochten. In de 19e en 20e eeuw veranderde het karakter van de Zeedijk. In de tachtiger jaren zorgde drugscriminaliteit voor verval en verloedering van de straat. Vanaf de jaren negentig spanden gemeente en lokale bewoners zich in om de straat weer leefbaar te maken.
De Zeedijk is het hart van Chinatown in Amsterdam, met vele toko's en restaurants. De eerste Chinezen kwamen begin twintigste eeuw naar Amsterdam als zeelieden, aangetrokken door werk in de koopvaardij. Rondom de Binnen Bantammerrstraat, de Nieuwmarkt en de Geldersekade ontstonden boarding houses, wasserijen en kleine restaurantjes. In de jaren '30 verloren veel Chinezen hun baan. Ze bleven in de buurt hangen, in afwachting van betere tijden. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de Chinese gemeenschap verder en breidde Chinatown zich uit tot de Zeedijk. Naast de vele eethuisjes verschenen er reisbureaus, kruidenwinkels, toko's en een drukkerij. Leuk detail: de straatnamen in Chinatown zijn tweetalig. Een belangrijk cultureel en spiritueel centrum van Chinatown is de Fo Guang Shan He Hua tempel op de Zeedijk, de grootste in traditionele Chinese paleisstijl gebouwde tempel in Europa. De tempel werd in 2000 geopend en is een belangrijk symbool van de Chinese gemeenschap in Amsterdam.
Steek de Oudezijds Achterburgwal over en verderop de Oudezijds Voorburgwal en sla LA. Ga voor de kerk RA en loop links om de Oude Kerk heen tot je weer bij de Oudezijds Voorburgwal uitkomt.
De Oude Kerk is het oudste nog bestaande gebouw van de stad. Oorspronkelijk stond er op deze locatie een houten kapel, die rond 1213 werd gebouwd. In 1306 werd de stenen kerk gebouwd: op palen, een innovatief bouwproject in die tijd. En in de middeleeuwen werd die uitgebreid en gerenoveerd. De noord- en zuidtransepten werden in de 15de eeuw toegevoegd. Daardoor kreeg de kerk de vorm van een kruis. Het gebouw is een prachtig voorbeeld van gotische architectuur en heeft een indrukwekkend houten plafond en prachtige glas-in-loodramen. Toen Amsterdam in 1578 van het katholicisme overging op het protestantisme, werd de Oude Kerk een Calvinistische kerk. Tegenwoordig is de Oude Kerk niet alleen een religieus gebouw, maar ook een centrum voor hedendaagse kunst met wisselende tentoonstellingen. De Kerk is het hart van de rosse buurt op het Oudekerksplein.
Steek hier de Oudezijds Voorburgwal over en loop RD. Steek de Oudezijds Achterburgwal over, sla direct na de brug RA en neem de eerstvolgende straat LA, de Monnikenstraat. Loop RD terug naar de Nieuwmarkt.
Even pauzeren? Café ’t Loosje (Nieuwmarkt 32) is een mooi bruin café, gevestigd in twee monumentale panden die begin 20e eeuw dienstdeden als wachtstation voor de paardentram. Het café heeft karakteristieke tegeltableaus aan de muur en een mooie toog.
In het pand aan de Jodenbreestraat 4 waar nu Museum het Rembrandthuis is gevestigd, woonde en werkte van van 1639 tot 1656 de beroemde schilder Rembrandt van Rijn. Je waant je er in de tijd van de schilder te midden van de gereconstrueerde 17e-eeuwse interieurs, inclusief atelier. Daarnaast kun je er een uitgebreide collectie etsen bekijken van Rembrandt en tijdgenoten.
De Amstel was oorspronkelijk een waterweg voor boeren, vissers en tuinders die hun producten naar de stad brachten. In de 13de eeuw werd in de rivier een dam aangelegd. De Dam is nu een plein, maar vormde destijds de eerste verbinding tussen de nederzettingen aan de Warmoesstraat en de Nieuwendijk aan weerszijden van de rivier. Rond deze dam, bekend als de Amstelredamme, ontwikkelde zich de stad. In 1275 kregen de bewoners tolprivileges van graaf Floris V van Holland. Vanaf dat moment groeide de stad uit tot een belangrijk handelscentrum op een strategische ligging aan de Amstel en met toegang tot de Zuiderzee. In de Gouden Eeuw werd Amsterdam een van de belangrijkste havens ter wereld. Vanaf de Amstel werden grachten aangelegd om de handel en het transport te vergemakkelijken.
Vanaf zijn huis in de Sint Antoniesbreestraat (nu Jodenbreestraat) was schilder Rembrandt snel buiten Amsterdam. Het vlakke polderlandschap met boerderijen en molens inspireerde hem vele malen tot het maken van een tekening of een ets. Vooral langs de Amstel, richting Ouderkerk, legde Rembrandt veel ‘schilderachtige’ landschappen vast. Bij de Omval, daar waar nu de Rembrandttoren staat – de wolkenkrabber met de witte antenne – stond ook in Rembrandts tijd al een hoog bouwwerk. Die toren met een lichtbaken voor de scheepvaart, was zo’n 12 à 15 meter hoog. Schepen van en naar Amsterdam maakten er gebruik van om dit bochtige stuk van de Amstel te passeren. Rembrandt tekende de Omval meerdere keren, maar het beroemdst is zijn ets uit 1645 (De Omval, te zien in het Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam). Daarop zie je een van de vier molens die hier stonden, een scheepswerf en wat bootjes. Op de Amstel tekende Rembrandt een tentschuitje dat een groep reizigers overzet. En in de schaduw van de knoestige wilg een vrijend stelletje.
Het Amstelpark in Amsterdam-Zuid werd aangelegd voor de Floriade van 1972, een internationale tuinbouwtentoonstelling. In het park vind je o.a. diverse tuinen, een rosarium, doolhof, stadsboerderij, oranjerie, mini-golfbaan en een smalspoortreintje dat door het park rijdt. In het park staat ook de Riekermolen, een historische windmolen die in 1961 naar het park werd verplaatst. Na de Floriade bleef het park behouden en werd het een geliefde plek voor bezoekers en omwonenden.
Even een ander stukje geschiedenis. De Zuidas ligt aan weerszijden van de Rijksweg A10 Zuid tussen de rivieren de Amstel en de Schinkel. Het is een zakendistrict dat zijn oorsprong vindt in de vroege 20e eeuw. Het begon met plannen voor een 'Zuiderstation' in 1914, gepresenteerd door architect Berlage in zijn Plan Zuid. Dit plan omvatte brede lanen en een monumentaal station, maar werd nooit volledig gerealiseerd. In de jaren twintig werd de Ringspoordijk aangelegd om spoorlijnen naar Haarlem en Utrecht te verbinden, maar de voltooiing liep vertraging op door de economische crisis en de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog, in de jaren 1950 en 1960, werden de Prinses Irenebuurt en Buitenveldert ontwikkeld. De daadwerkelijke ontwikkeling van de Zuidas als zakendistrict begon in de jaren negentig, toen de gemeente Amsterdam en de nationale overheid het gebied als een belangrijk internationaal knooppunt erkenden. Er kwamen iconische gebouwen zoals het World Trade Center en de hoofdkantoren van ABN AMRO en ING. Vanaf de fietsroute zie je links het relatief nieuwe gebouw Valley, ontworpen door architect Winy Maas van MVRDV. Hij doorbrak met het traditionele aanzicht van de strakke glazen kantoorgevels door deze te doorbreken met een ‘vallei’ van terrassen waarin ruimte is voor groen. De Zuidas is opgedeeld in 12 deelgebieden, genoemd naar componisten (zoals Ravel, Mahler, Vivaldi en Strawinsky). Station Amsterdam Zuid is het centrum van dit woon- en werkgebied en een belangrijke schakel in de goede bereikbaarheid en connectie met de binnenstad via trein en metro.
Huis te Vraag (Rijnsburgstraat 51) is een van de verborgen juwelen van Amsterdam. Oorspronkelijk stond hier een herberg en later een landhuis, dat in de 17e en 18e eeuw een belangrijk referentiepunt was voor reizigers tussen Haarlem en Amsterdam. Een bord wees reizigers erop dat ze hier vragen konden stellen, vandaar de naam. In de 19e eeuw werd het landhuis gesloopt en het terrein omgevormd tot een begraafplaats. Het is een van de meest onbedorven plekken van de stad met prachtige overwoekerde grafstenen onder oude bomen waar het licht prachtig doorheen valt. Di t/m vr van 11.00 tot 17.00 uur vrij toegankelijk (tijdens de winter tot 16.00 uur).
Een leuk en relaxed café, op de rand van Zuid en het Vondelpark is Gent aan de Schinkel (Theophile de Bockstraat 1). Vanaf het terras onder de bomen aan het water kun je de boten door de Schinkel zien varen.
Het Vondelpark werd opgericht in 1865 door een vooraanstaande groep Amsterdammers die een openbaar rij- en wandelpark wilden (en ook graag de waarde van de omliggende huizen wilden verhogen). Het park werd oorspronkelijk het Nieuwe Park genoemd, maar kreeg later de naam Vondelpark, ter ere van de 17e-eeuwse dichter en toneelschrijver Joost van den Vondel. De beroemde landschapsarchitecten Jan David Zocher en zijn zoon Paul ontwierpen het in Engelse Landschapsstijl. Dat rijden sloeg op paardrijden, maar sinds 1893 mogen ook fietsers door het park rijden. In WOII namen de Duitsers bezit van het park. Er werden greppels gegraven (om vliegtuiglandingen te voorkomen) en schuilkelders gebouwd. Er kwam een parkeerplaats voor legervoertuigen (lekker onzichtbaar onder de bomen) en er vielen bommen in het park. Kortom: na de oorlog moest het park worden opgekalefaterd. In de jaren zestig werd het park een ontmoetingsplek voor hippies en jonge toeristen. Tegenwoordig is het vooral een groene hangout voor stadsbewoners die er komen picknicken, joggen, fietsen of genieten van een openluchtconcert. Bekende plek in het park is het Vondelparkpaviljoen, gebouwd in Italiaanse renaissancestijl op het laagste punt van de stad. Vroeger was hierin het Filmmuseum gevestigd, nu is het evenementenlocatie. Ook markant is het Blauwe theehuis. Gebouwd in een heel andere stijl: modernistisch. Het lijkt wel een soort vliegende schotel. Het Vondelpark is sinds 1996 een rijksmonument. Je vindt er verschillende kunstwerken, waaronder een beeld van Pablo Picasso.
Het Rijksmuseum werd opgericht in 1798 en opende de deuren in 1800 in het Haagse Huis ten Bosch. In 1808 verhuisde het museum naar Amsterdam op bevel van koning Lodewijk Napoleon (de broer van Napoleon Bonaparte) omdat hij de kunstwerken in de nieuwe hoofdstad tentoon wilde stellen: in Paleis op de Dam. In 1813 verhuisde het museum opnieuw, dit keer naar het Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam. Uiteindelijk werd in 1876 begonnen met de bouw van het huidige, door architect Pierre Cuypers ontworpen, Rijksmuseum. Dit gebouw, een mix van gotische en renaissance stijlen, rust op 8000 houten palen en werd in 1885 geopend. Oorspronkelijk liep er door het midden van het gebouw een weg, die open was voor verkeer tot 1931. Tegenwoordig is deze doorgang alleen toegankelijk voor fietsers. In die onderdoorgang, aan de kant van het Museumplein, zit in het plafond een gleuf waardoor de Nachtwacht snel in veiligheid gebracht kan worden in geval van nood. Kijk maar eens omhoog.
De collectie van het Rijksmuseum omvat meer dan een miljoen objecten, waarvan er ongeveer 8.000 permanent tentoongesteld zijn. Het bekendst zijn de werken van Nederlandse meesters uit de Gouden Eeuw, zoals Rembrandt, Vermeer en Frans Hals. Met als topstuk Rembrandts Nachtwacht. Maar de collectie omvat ook kunstnijverheid, beeldhouwkunst en historische voorwerpen.
Aan de Museumpleinkant ligt een prachtige tuin met weelderige groene gazons, kleurrijke bloemperken, vijvers met fonteinen en zorgvuldig gekozen kunstwerken. Een topplek om even uit te blazen en gratis toegankelijk.
Ca. 1,8 km.
De Amsterdamse grachtengordel werd aangelegd in de 17e eeuw, de Gouden Eeuw. Dit was een tijd van grote voorspoed. De grachtengordel was ook een bijzonder staaltje stedelijke planning: de groeiende bevolking kreeg er een plek en er werden pakhuizen en handelskantoren gebouwd. De grachten waren mooie transportwegen, maar werden ook gebruikt als verdedigingslinie en voor het waterbeheer. Een cruciale rol in de ontwikkeling van de grachtengordel speelde de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Opgericht in 1602, was dit een van de eerste multinationale ondernemingen met een monopolie op de handel met Azië. De rijkdom die de VOC genereerde, financierde de bouw van de grachtengordel en de statige herenhuizen langs de grachten - de Singel, Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht - die in halve cirkels de oude stad omarmen. Daar woonden de rijke kooplieden en VOC-directeuren. Zo werd de grachtengordel geleidelijk uitgebreid tot deze was voltooid in 1665. De Herengracht, met zijn Gouden Bocht (niet in deze wandeling opgenomen), werd het meest prestigieuze deel van de grachtengordel. Tegenwoordig is de grachtengordel een UNESCO-werelderfgoedlocatie.
Deze grachtenwandeling start bij Café Heuvel, een authentiek Amsterdams bruin café op de hoek van de Prinsengracht/Spiegelgracht.
‘Als ik sneuvel, dan bij Heuvel’, staat op de website van dit hoekcafé. Aan het interieur is sinds de jaren tachtig niks meer gedaan en zo hoort het ook in een bruine kroeg. Sinds 2019 is Heuvel eigendom van Robert ten Brink. Zelf staat Mr Love niet achter de bar.
Vanaf Heuvel loop je de Prinsengracht op (RA). Steek de Vijzelstraat over en loop RD over de Prinsengracht. Ga bij de Reguliersgracht (aan je rechterhand) LA de brug over naar het Amstelveld. Loop rechts om de Amstelkerk heen naar de Kerkstraat en sla daar RA. Ga op de Utrechtsestraat LA en op de Keizersgracht (voor de brug) weer LA. Vlak voor de Vijzelgracht vind je aan je linkerhand Museum Van Loon (Keizersgracht 662)
Museum Van Loon is gevestigd in een stadspaleis uit 1672 dat werd bewoond door de schilder Ferdinand Bol, leerling van Rembrandt. Het huis is geheel 17de-eeuws ingericht met familieportretten (van de familie Van Loon die hier vanaf 1884 woonde), meubilair, zilverwerk en porselein. Hier zie je hoe een welgestelde Amsterdamse familie leefde. Mooi is ook de binnentuin (eveneens 17de-eeuws) met het koetshuis.
Vervolg de Kiezersgracht en steek de Vijzelstraat over en loop RD tot aan de Nieuwe Spiegelstraat. Ga LA en loop terug naar het startpunt van de wandeling.
Het Begijnhof is een van de oudste hofjes van de stad. De geschiedenis gaat terug tot de middeleeuwen, toen het hofje werd gesticht (rond 1346) als een toevluchtsoord voor begijnen; vrome vrouwen die in gemeenschap leefden zonder de kloostergeloften af te leggen. Het Begijnhof was oorspronkelijk omgeven door water en alleen toegankelijk via een brug, wat het een veilige en afgesloten plek maakte. De begijnen wijdden hun leven aan gebed en liefdadigheid, en ze werkten als verpleegsters en leraren. Het hofje bevatte ook een kapel, die later werd vervangen door de Engelse Kerk (een van de twee kerken op het terrein). Tijdens de Reformatie in de 16e eeuw werden veel katholieke instellingen in Amsterdam gesloten, maar het Begijnhof bleef bestaan. De Engelse Kerk werd in 1607 overgedragen aan de Engelse Presbyteriaanse Gemeente, terwijl de begijnen hun katholieke geloof bleven praktiseren in de schuilkerk, de Begijnhofkapel, die in 1671 werd gebouwd. Het Begijnhof is ook bekend om het Houten Huis, een van de oudste houten huizen in Amsterdam (15e eeuw). Dit huis is gebouwd in de middeleeuwse houten bouwstijl. In het Begijnhof wonen tegenwoordig geen Begijnen meer, wel alleenstaande vrouwen.
De ingang is aan de Gedempte Begijnesloot (LA vanaf het Spui).
Amsterdam Centraal Station is ontworpen door architect Pierre Cuypers (die ook het Rijksmuseum ontwierp) en geopend op 15 oktober 1889. Het werd in acht jaar tijd gebouwd op drie kunstmatige eilanden in het IJ en combineert gotische en renaissance-elementen. Het station werd oorspronkelijk bekritiseerd omdat het de toegang tot de haven blokkeerde, maar het groeide al snel uit tot een cruciaal vervoersknooppunt. In de loop der jaren werd het station diverse manieren aangepast aan de groeiende stroom reizigers. Zo werd in 2015 de IJ-hal toegevoegd. Momenteel staat een deel van het station opnieuw in de steigers om de vele reizigers op te kunnen vangen. De perrons worden verbreed, er wordt een bredere oostelijke reizigerstunnel gemaakt en de opgangen naar de perrons worden verbeterd. Tijdens de verbouwing is het station gewoon operationeel.