Baronie Cranendonck-route
Nederland, Noord-Brabant, Leenderstrijp
- 54
- 59
- 5
- 34
- 4
- 40
- 58
- 57
- 82
- 80
- 12
- 39
- 216
- 38
- 36
- 56
- 54
In de 19e eeuw lag ten zuiden van Valkenswaard tot ver in België een onmetelijke heidevlakte. Verspreid over de route zult u de resten daarvan zien, zoals de Baronie van Cranendonck, ten westen van Soerendonk. Met het Soerendonckse Goor vormt dit gebied een drassige laagte die een soort bekken vormt dat oostelijk begrensd wordt door dekzandruggen. De Baronie van Cranendonck gaat in het westen over in de Grote Heide. Het zuidoostelijk deel van deze fietsroute vormt met het noorden een tegenpool. Hier vindt u in het vlakke ontginningslandschap veel bio-industrie.
Startpunt: ga vanaf de parkeerplaats rechtsaf, bord Strijp. Straat uitfietsen tot verkeersheuvel en daar rechtsaf. Je fietst nu op de Strijperstraat naar knooppunt 54, het startknooppunt. (Terugweg: fiets richting knooppunt 19 en ga na ca. 250 m bij de verkeersdrempel linksaf.)
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Deze route bevat veel halfverharde trajecten (zand en/of grind), waarvan een aantal erg smal zijn; fiets hier achter elkaar.
• Na regenval kan het erg modderig zijn op deze halfverharde paden.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde en enkele andere smalle paden (ca. de helft van de route gaat over smallere paden).
In het waterrijke gebied Het Soerendonkse Goor kunt je vanuit de vogelobservatiehut de vele watervogels die het gebied rijk is, observeren. Het Soerendonkse Goor is ook in botanisch opzicht boeiend, op het veen en in de turfputten groeien gagel, wilgen en berken met daartussen lisdodden, riet en russen. In een omrasterd deel van het moerasgebied – het Langbos – grazen IJslandse pony’s. Deze pony’s zijn voor hun dagelijkse kostjebegeheel afhankelijk van wat de natuur hun hier te bieden heeft en houden het landschap open. Tegenwoordig vindt ook in andere natuurgebieden het natuurlijk beheer met dit zogenaamde winterhardvee plaats. Maar hier in het Langbos vertoeven deze pony’s al ruim 30 jaar: het beheer gold toentertijd als een vernieuwing. In de toekomst zal het beheer zich middels selectieve kap tevens richten op het geleidelijker maken van de scherpe overgang tussen bos en open gebied. Op de heide leeft verder de heidekikker en op de overgangen van hogere naar lagere terreingedeelten zijn de rugstreeppad en knoflookpad karakteristieke amfibieën.
Vlak bij het gehucht Cranendonck ligt het Cranendonckse bos. Het is een restant van het ooit ondoordringbare moerasbos dat hier in prehistorische tijden heeft gelegen.
Budel is een uit zijn voegen gegroeid voormalig agrarisch dorp. Het is groot geworden door de huisvesting van veel werknemers van de zuidelijk gelegen zinkfabriek.
Bij knooppunt 216 stuit je op de grens met België (*zie Tip). Hier was ten tijde van de Eerste Wereldoorlog door de Duitsers een moderne en afschrikwekkende grensafscheiding geïnstalleerd: de Draad des Doods. Bij de oude grenspaal 174 is een reconstructie van de Dodendraad gemaakt. Een informatiepaneel vertelt uitvoerig over deze met zes stroomdraden uitgerustte versperring, bedoeld om voor de Duitse bezetter vluchtende Belgen tegen te houden.
Grenspaal 174 dateert overigens uit 1843. Toen werd in het kader van de Afscheiding van Nederland de kersverse grens met 400 van deze palen gemarkeerd.
*TIP: als je vanaf KP-216 even van de route afwijkt en 300 m via knooppunt 38 richting 217 fietst, stuit je op de Sint Benedictabdij De Achelse Kluis. Hier wordt sinds 1998 een eigen trappistenbier gebrouwen, dat in de abdijwinkel wordt verkocht en dat ook in de bij de abdij behorende herberg-brasserie wordt geschonken. Deze herberg wordt ook vaak door (o.a. Nederlandse) pelgrims bezocht op hun reis naar Santiago de Compostela.
Ontginningen hebben de Groote Heide klein gekregen. Vanaf de 19e eeuw zijn omvangrijke delen van de heide omgevormd tot grove dennenbossen of tot landbouwgrond. De overgebleven natuurterreinen bestaan nu uit heide, begroeid stuifzand en vennen. De heide wordt begraasd door Kempische heideschapen. Vanwege de grote variatie in dit gebied broeden er verschillende vogels waaronder buizerd, wespendief, nachtzwaluw, klapekster en diverse watervogels zoals de steltloper.
Leenderstrijp is een oud landbouwgehucht met veel oorspronkelijke bebouwing. Het driehoekige grasplein ademt nog de sfeer van vroeger. Ten westen van het dorp (ca. 500 m) kun je op een heuveltje tussen oude linde- en eikenbomen het St.-Janskapelletje uit 1843 zien staan.