Betuweroute
Nederland, Gelderland, Culemborg
- 42
- 38
- 43
- 39
- 37
- 73
- 71
- 69
- 68
- 1
- 66
- 64
- 65
- 36
- 35
- 19
- 14
- 33
- 42
De stadjes Buren en Culemborg zijn vreemde eenden in de Betuwse bijt. Tot aan het begin van de 19e eeuw waren het soevereine graafschappen en zelfstandige polderdistricten. Ze waren rijker en welvarender dan hun omgeving en dat is deze charmante stadjes nog steeds aan te zien. Vanaf Culemborg gaat u over de Lekdijk oostwaarts. Waar de Neder-Rijn overgaat in de Lek verandert de Lekdijk in de Rijnbandijk. Bij Maurik ligt achter een afgesneden rivierbocht de grote halfcirkelvormige stuw.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met tegenliggers, mederecreanten en overig verkeer en ga waar nodig achter elkaar rijden, zeker tijdens het drukke seizoen.
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.).
Als je ‘naar Kuilenburg (Culemborg) gaat’, is het niet goed met je gesteld. Dit oud-Nederlandse gezegde betekent dat je ervandoor gaat zonder je schulden te hebben betaald. De eigen soevereiniteit van het graafschap Culemborg betekende dat de stad een zogeheten ‘vrijstad’ was; de wetten van de Republiek der Verenigde Nederlanden golden er niet. De stad was daarom een toevluchtsoord voor mensen die wegens misdaden of schulden werden gezocht. Pas in 1813 werd Culemborg ingelijfd bij het Koninkrijk der Nederlanden.
Vlak voor Rijswijk passeer je het Amsterdam-Rijnkanaal, een belangrijke scheepvaartroute die de Waal met de Rijn verbindt. Het kanaal werd in 1953 officieel geopend en is in de jaren tachtig van de vorige eeuw verbreed voor de duwvaart. Je passeert de Prinses Marijkesluis. Deze is nu buiten gebruik en vervangen door de Prinses Irenesluis, aan de overkant bij Wijk bij Duurstede.
Bij de dijkverzwaring in Rijswijk zijn de typische dijkwoningen behouden gebleven dankzij een damwand die in de dijk geplaatst is.
Via het kaarsrechte Amsterdam-Rijnkanaal en de kronkelige Linge kom je in de karakteristieke, langgerekte Betuwse dorpjes Zoelen en Erichem. Deze dorpjes hebben hun langgerekte vorm te danken aan hun ligging op een oeverwal. Zo’n rug langs de rivierloop was in de tijd voor de bedijking een betrekkelijk veilige plek om te wonen.
Zoelen ontstond langs het nu verdwenen riviertje de Zoel, een zijriviertje van de Linge dat bij Zoelmond in de Lek uitmondde. Langs de verlande rivierloop van de Zoel ligt Kasteel Soelen. Het dateert van de 17e eeuw en bevat een restant van een 15e-eeuwse hoektoren. Het hoofdgebouw is tegenwoordig verbouwd tot appartementen en dus niet open voor bezoek, maar het park is wel open. Het kerkje van Zoelen is heel oud; het werd al in 1395 in geschriften genoemd.
Op de terugweg naar Culemborg kruis je bij het middeleeuwse stadje Buren het riviertje de Korne. Ook Buren kan terugkijken op een lange geschiedenis. Dankzij het huwelijk van Anna van Buren met prins Willem van Oranje kwam Buren in het bezit van de Oranjes. Anna bleef er haar hele leven wonen. Haar dochter Maria liet in 1616 het schitterende weeshuis bouwen dat wordt beschouwd als een van de mooiste voorbeelden van Hollandse renaissance.