De Romeinse grens tussen Leiden en Alphen
Nederland, Zuid-Holland, Alphen aan den Rijn
- 4
- 85
- 83
- 63
- 23
- 64
- 24
- 13
- 12
- 11
- 41
- 54
- 66
- 42
- 69
- 20
- 17
- 18
- 71
- 8
- 7
- 98
- 5
- 6
- 34
- 62
- 77
- 72
- 18
- 2
- 91
- 92
- 93
- 88
- 3
- 10
- 4
Fietsen door een Romeins castellum? Het kan in Leiden bij Kamp Matilo. Het is een visualisatie van een van de vele forten die een kleine tweeduizend jaar geleden de noordgrens van het Romeinse rijk bewaakten. Volg hiervandaan de grensrivier de Oude Rijn en je passeert nog veel meer herinneringen aan de Romeinen, van opgegraven forten tot mijlpalen die de reisafstanden aangaven. In het Archeon stap je zelfs zo de Romeinse tijd binnen.
Tip: dit is een van de zes ANWB-fietsroutes met als thema de Romeinse limes.
Beeld: Nederlandse Limes Samenwerking
Romeins Erfgoed langs het kanaal van Corbulo
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen knooppunten 23-64, op 24-13-12-11-41 en tussen 71-08 gaat de route over smalle paden; houd rekening met tegenliggers.
Toegankelijkheid: deze route is in minder geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), vanwege bovenstaande smalle paden, met name in combinatie met de drukte die er op mooie dagen en in het seizoen kan heersen.
Ga vanaf de parkeerplaats naar het fietspad langs het kanaal (Westkanaalweg). Sla rechts af, fiets onder de brug door en volg de weg naar rechts. Je komt uit bij knooppunt 4.
Nu is Alphen aan den Rijn een forse stad, maar in de Romeinse tijd was dit een leeg en vooral nat gebied. De Rijn (nu Oude Rijn geheten) fungeerde als grensrivier en transportroute. Daarom verrees er langs de zuidoever een hele serie forten en wachttorens. Castellum Albaniana werd in 41-42 n.Chr. gebouwd ter hoogte van het Rijnplein. Staande op de brug bij knooppunt 85 zie je het plein schuin rechts. Het grensfort mat 80 x 120 m en werd beschermd door aarden wallen en houten poorten en hoektorens. Later is het fort verschillende keren versterkt. De naam van het theater en diverse kunstwerken herinneren aan de Romeinse tijd. Je kunt op zoek gaan naar een citaat van geschiedschrijver Tacitus aan de kade, Romeinse beelden op de dakrand van het appartementengebouw en Romeinse munten in de bestrating.
In 47 n.Chr. besliste keizer Claudius dat de veroveringen niet verder zouden gaan en dat de Rijn voortaan de noordgrens van het machtige Romeinse rijk zou zijn. De brede, slingerende rivier was daarvoor dan ook zeer geschikt. Aan de noordkant woonden de ‘barbaren’, zoals de Romeinen de inheemse Germaanse stammen noemden. In de kustregio ging het vooral om Cananefaten, van oorsprong boeren die al snel handel gingen drijven met de Romeinen. Later leverden ze ook soldaten voor de Romeinse hulptroepen. Hoe intensief de contacten waren – ook aan de ‘barbaarse’ kant van de grens – blijkt uit opgravingen links van het fietspad. Hier zijn resten van boerendorpen gevonden met daarbij tal van Romeinse voorwerpen.
Halverwege de 3e eeuw begon de macht van de Romeinen langzaam af te brokkelen. Over wat er daarna gebeurde, is weinig bekend. Wel vonden archeologen aan de rand van het huidige Leiderdorp sporen van het vroegmiddeleeuwse dorp Leython. Waarschijnlijk woonden hier ook in de Romeinse tijd al mensen, maar de meeste vondsten dateren uit de 6e tot 10e eeuw. Een kunstwerk rechts van de Essenlaan (tussen knooppunt 42 en 69) toont een tafel met daarop de slingerende limes, inclusief de forten. Daaromheen vormen etenswaren van toen en nu een versteend stilleven.
Plotseling maken de flats plaats voor een Romeins kamp, compleet met aarden wallen en wachttorens. Het is een reconstructie van castellum Matilo, een grensfort dat ruimte bood aan circa 500 soldaten. Buiten de muren lag een vicus, een dorpje waar onder meer vrouwen en kinderen van de soldaten, ambachtslieden en handelaren woonden. De bouw van Matilo valt waarschijnlijk samen met de aanleg van het Kanaal van Corbulo, dat wil zeggen rond 50 n.Chr. Het kanaal liep vanaf de Rijn in zuidelijke richting parallel aan de kust en werd vooral gebruikt voor de bevoorrading. Het fort moest de strategische belangrijke kruising van waterwegen beschermen. Vlak voor de toegangspoort van het fort zie je links een kade, een schip en een brug die de monding van het kanaal markeren
Langs de hele zuidoever van de Oude Rijn legden de Romeinen een verharde weg aan. Zo konden troepen zich snel tussen de forten en de wachttorens verplaatsen, maar het was ook een belangrijke handelsroute. De weg was verhard met klei, grond en puin. Aan weerszijden waren greppels om het regenwater af te voeren. In drassige gebieden werden ook wel stammetjes en biezen matten gebruikt. De weg is na de aanleg verschillende keren gerepareerd. De laatste keer gebeurde dat in het jaar 225 n.Chr.
Meer weten over de Romeinen? Dan volg je vlak voor fietsknooppunt 77 de borden naar het Archeon (archeon.nl). In dit themapark zijn verschillende bouwwerken uit de Romeinse gereconstrueerd. Er leven zelfs ‘echte’ Romeinen en gladiatoren vechten regelmatig ‘op leven en dood’ in de arena. Naast de ingang staat het Archeologiehuis Zuid-Holland, waar je aan de hand van vondsten teruggaat in de tijd. Het huis zelf is een reconstructie van een grote boerderij van Cananefaten, die die zich helemaal aan de Romeinse levensstijl hadden aangepast.
Eigenlijk waren de Romeinen de voorlopers van de ANWB: langs alle belangrijke wegen stonden stenen palen die de afstand in mijlen aangaven tot de volgende grote plaats. Het woord ‘mijl’ komt van mille passus, ofwel duizend passen. In de praktijk mat een Romeinse mijl ongeveer 1478 m. Reizigers konden dus uitrekenen hoe ver het nog was. Net voorbij fietsknooppunt 18 passeer je een reconstructie van zo’n paal, met daarop de afstanden tot de twee nabijgelegen grensforten. Waarschijnlijk stond er destijds een wachttoren op deze plek. Hiervandaan bewaakte een handvol soldaten de grensrivier en vooral de bevoorradingsschepen die hierop voeren. Vanaf elke toren kon je de volgende wachtpost zien, zodat berichten snel konden worden doorgegeven.
Het volgende fort heet Nigrum Pullum (zwarte aarde) en ligt op het terrein van zorglocatie Hooge Burch in Zwammerdam. Je komt er als je 200 m na het oversteken van de spoorlijn in de bocht links het zorgterrein op gaat en dan links om de wasserij heen fietst. Je wordt ontvangen met wapperende vlaggen, een reconstructie van een poortgebouw en de fundamenten van de principia, het hoofdkwartier. De eerste versie van het fort was van hout en werd, zoals veel andere grensforten, door de Bataven verwoest tijdens een opstand in 69-70 n.Chr. Daarna werd het fort herbouwd en versterkt. Ernaast lag een vicus, een civiel dorpje waar handelaren en ambachtslieden woonden.
Het fort lag direct aan de rivier de Rijn en beschikte over een haven. Tijdens werkzaamheden in de periode 1970-1974 zijn hier zes schepen uit de Romeinse tijd gevonden: drie boomstamkano’s en drie militaire vrachtschepen. In Grand Café De Haven op het zorgterrein is een tentoonstelling over de schepen en de limes ingericht. Dan kun je meteen een Limes-biertje proeven, een licht bier op basis van appels.
Hoe zag een Romeinse legionair eruit? De strips van Asterix geven een goed beeld, maar één ding klopt niet: de soldaten waren zeker niet identiek gekleed. Helm, zwaard, pantser en schild waren verplicht, maar konden er anders uitzien omdat een soldaat zijn uitrusting zelf moest betalen. De onderste laag bestond uit een onder- en een boventunica, die tot aan de knieën reikten. Sokken of beenwindsels, in koude streken soms een broek, hielden de benen warm. Aan zijn voeten droeg hij sandalen, waarvan de zolen waren versterkt met spijkers. Dan kwam over de tunica een maliënkolder, een Keltische uitvinding bestaande uit een hemd van stalen ringetjes. Als extra bescherming kon hij kiezen voor een borstpantser, een schubbenpantser of een strokenharnas. Overigens: de Romeinen bleven hier vier reeuwen, dus de uitrusting veranderde voortdurend in deze periode.