Deltaroute Kraan van Europa
Nederland, Zuid-Holland, Ouddorp
- 57
- 53
- 70
- 52
- 51
- 69
- 54
- 55
- 56
- 67
- 63
- 62
- 64
- 65
- 66
- 60
- 61
- 68
- 59
- 58
- 57
Het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee werd tijdens de Watersnoodramp van 1953 zwaar geraakt. Dijkdoorbraken bij Stellendam en Ouddorp veroorzaakten grote schade en hadden veel slachtoffers tot gevolg. In de jaren na de ramp werden rigoureuze maatregelen getroffen die grote invloed hadden op het landschap. De fietstocht begint bij een eeuwenoud duinlandschap. Na de Brouwersdam fietst u door duinen die door mensenhanden zijn gemaakt, tot aan de indrukwekkende Haringvlietsluizen. Dit complex wordt ook wel de 'Kraan van Europa' genoemd: van het Nederlandse rivierwater stroomt hier de zee in!
Van Ouddorp naar West-Nieuwland gaat de route dwars door het schurvelingenlandschap. De eerste bewoners van Goeree en Schouwen-Duiveland troffen een vruchtbare kleibodem aan, bedekt met een laagje zand. De gewassen op de akkers werden echter bij harde westenwind ondergestoven met duinzand. De boeren wierpen zandwallen op tegen de wind die werden beplant met struiken. Deze vorm van perceelscheiding komt alleen op Goeree en Schouwen-Duiveland voor. De aarden wallen van ongeveer 1 meter hoog werden schurvelingen genoemd. Toch bleven de boeren last houden van stuifzand. Eind 19e eeuw ging men deze onvruchtbare zandlaag afgraven. De schurvelingen werden opgehoogd tot 2 à 4 meter. Zo kwam vruchtbare zeeklei aan de oppervlakte en zat het grondwater minder diep.
De vlakke strandpolders tussen de oude duinen (1200) en de jonge duinen (na 1500) zijn in gebruik voor tuinbouw en akkerbouw. De lage, oude Westduinen, Middelduinen en Oostduinen zijn begroeid met gras. Op de hoge, jonge duinen langs de vloedlijn groeit helmgras en struweel, zoals meidoorn en liguster.
In de eerste decennia van de 20e eeuw werden stoomtramwegen tussen de Zuid-Hollandse eilanden en Rotterdam aangelegd. Door de tramlijnen was het vasteland van Zuid-Holland, weliswaar nog steeds met pontjes, veel beter bereikbaar. Tot de Tweede Wereldoorlog was de tramlijn hét (goederen)vervoermiddel op, naar en van Goeree-Overflakkee. Na de oorlog werden de sporen snel hersteld, maar de opkomst van bus en auto en de ruwe verstoring van de wederopbouw door de Watersnoodramp in 1953 deden inzien dat dit vervoermiddel zijn langste tijd had gehad. In 1957 verdween het tramvervoer op het eiland en na de afronding van de Deltawerken verdwenen ook de pontjes.
Even leek het dat de tramlijn uit het geheugen van de mensen zou worden gewist, maar in 1990 werd een nieuwe tramlijn op Goeree-Overflakkee geopend. Met gerestaureerde stoom- en dieseltrams van de voormalige RTM wordt tegenwoordig een traject afgelegd tussen de remise, waar een klein museum is ingericht, Porte Zélande en West-Repart (Schouwen-Duiveland). Bekijk van tevoren de actuele openingstijden (museum) en vertrektijden (museumtram) op de website. Museum RTM Ouddorp, G. C. Schellingerweg 2, 3253 MD, Ouddorp, www.rtm-ouddorp.nl.
Zet uw fiets bij de RTM Remise en neem de tram over de Brouwersdam naar Port Zélande. Zo krijgt u een goede indruk van dit deel van de Deltawerken. Bij het dichten van het 6,5 kilometer lange gat tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland werden zowel caissons (een holle, betonnen constructie die wordt afgezonken) als een kabelbaan gebruikt. Eind 1971 was de dam gereed maar 10 jaar later werd er een doorlaatsluis gebouwd waarmee zout water in het meer wordt gelaten ten gunste van flora en fauna. Het Grevelingenmeer is nu het grootste zoutwatermeer van Europa en is aangemerkt als beschermd Natura 2000-gebied
Zeedijk het Flaauwe Werk was een van de zwakke schakels in de Hollandse kustlijn. In 2009 is deze dijk, over een lengte van 1,5 kilometer, met 3 meter opgehoogd tot 12 meter boven NAP. Maar voor de bezoeker is dit nauwelijks te zien. Het waterschap heeft de geasfalteerde dijk afgedekt met een dikke laag zand en beplant met meer dan 100.000 helmplanten. De waterkering is volledig verstopt in de duinen.
De Kwade Hoek is het jongste landschap van Goeree; daar vindt nog spontane duinvorming plaats. Grasland en vochtige valleien worden omzoomd door jonge duinen. Rond 1850 kwam het water nog tot aan het havenhoofd van Goedereede. De vaargeul werd echter steeds moeilijker te bereiken en veel vissersschepen liepen aan de grond, vandaar de naam De Kwade Hoek. In dit unieke natuurgebied komen nog getijdenverschillen voor die elders in de delta na de afsluiting van de zeearmen zijn verdwenen. De bodem bestaat uit vruchtbare klei, met daarop weelderige begroeiing. Zelfs het strand is begroeid.
In 1751 bouwden de Staten van Holland een dam tussen Goeree en Overflakkee. Hier ontstond de vissersplaats Stellendam. Langs de dam vormden zich buitendijkse gronden, die in de 19e eeuw werden ingepolderd. De verbinding van Stellendam met het Haringvliet bleef tot in de 20e eeuw in stand. Begin jaren 70 is bij de Haringvlietdam een binnen-haven aangelegd voor de vissersvloot van Stellendam en Goedereede.
Tussen 1957 en 1971 werden de Haringvlietdam en -sluizen gebouwd. Deze dam en het sluizencomplex hebben een belangrijke functie binnen de Deltawerken. Om het achterland tegen nieuwe watersnoden te beschermen, werd besloten het Haringvliet af te sluiten. Maar een dam, zoals tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland, was niet mogelijk. Immers, via het Haringvliet werd het Rijn- en Maaswater afgevoerd: ongeveer 60% van al het rivierwater in Nederland verdwijnt via de Haringvliet naar de Noordzee. Er werd besloten tot de bouw van een toentertijd uniek sluizencomplex: in de 4,5 kilometer lange dam werden 34 enorme schuiven gebouwd die per jaar 30 miljard m3 rivierwater de Noordzee in spuien. Deze sluizen reguleren tevens het waterpeil van het achterland: Rotterdam, Dordrecht en Moerdijk. De Haringvlietsluizen zijn een soort kraan waarmee het waterpeil wordt geregeld. Als het hoog water is, gaan de sluizen dicht maar als er veel afvoer- of rivierwater is, gaan ze open. In tijden van nood kunnen de sluizen zelfs 25.000 m2 rivierwater per seconde spuien. Een enorme hoeveelheid!
Al in 1971 werd er nagedacht over de gevolgen voor het milieu, en in dit kader is er in een aantal pijlers speciale tunnels gemaakt. Vissen konden die tunnels gebruiken om van de Haringvliet naar de Noordzee, of andersom, te zwemmen, ook al waren de sluizen gesloten. In 2011 is besloten om de sluizen definitief ‘op een kier’ te zetten zodat het Haringvliet is veranderd van een zoetwatergebied naar een gebied waar rivierwater en zeewater natuurlijk in elkaar overlopen. Op deze manier zullen de oorspronkelijke planten en dieren terugkomen en trekvissen als zalm en forel de sluizen makkelijker kunnen passeren.
Al van verre is de grote toren van Goedereede zichtbaar. Deze bijna 40 meter hoge kerktoren werd tussen 1467 en 1512 gebouwd en heeft tot 1912 gediend als lichtbaken voor de scheepvaart. In het seizoen kunt u de toren beklimmen en hebt u een prachtig uitzicht over het eiland, de Grevelingen en de Noordzee (Torenmuseum, Kerkpad 9, www.torenmuseum.nl).
De enige Nederlandse paus, Adrianus VI (1459-1523), was tussen 1492 en 1507 pastoor van Goedereede en keerde tot 1522 regelmatig terug. De Gouden Leeuw is zijn voormalig woonhuis en het hotel heeft nog altijd een Pausenkamer die aan de vroegere bewoner herinnert.
De Watersnoodramp verwoestte in 1953 alle woningen langs de haven van Ouddorp. Na de ramp werden de vissershaven en de woningen weer opgebouwd, maar met het gereedkomen van de Brouwersdam vertrok de visservloot van Ouddorp naar de nieuwe haven bij de Haringvlietdam. Nu wordt de haven vooral gebruikt door pleziervaart.