Fietsen en zwemmen: langs de kust van Walcheren
Nederland, Zeeland, Veere
- 34
- 36
- 32
- 31
- 25
- 26
- 27
- 16
- 14
- 10
- 40
- 42
- 44
- 48
- 49
- 9
- 53
- 56
- 38
- 57
- 58
- 5
- 62
- 34
Grootste troef van Walcheren: de eindeloos lange kustlijn. Overal kun je de fiets neerzetten en dan over de duinen of de dijk naar het strand wandelen. Typisch Zeeuws zijn de paalhoofden, de dubbele rijen palen die de golven moeten breken. En waar zwemmers zeker rekening mee moeten houden als ze een tochtje langs de kust maken. Maar deze fietsroute belooft meer: van bossen vol landhuizen tot de historisch pronkstad Middelburg en het verrassende Veere.
Deze route hoort bij het ANWB-boek Zwemmen in de natuur. Daarin staat 52 plekken beschreven waar je in open water kunt zwemmen, van de Noordzee tot rivieren, meren en vennen.
Tip: Fiets deze route via de gratis ANWB Eropuit app. Zoek de route in de app via de filters. Onderweg zie je op het kaartje waar je bent, zo kun je niet verdwalen.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen 16-14 gaat de route over smalle, halfverharde duin- en bospaden; geef elkaar de ruimte om te passeren.
• Tussen 10-40 gaat de route na Westkapelle over smalle, halfverharde duin- en bospaden; op sommige delen ligt veel zand, slipgevaar!
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), mits je rekening houdt met bovenstaande punten.
Wat doet zo’n gigantische kerk in het kleine Veere? En bedenk daarbij dat de toren eigenlijk honderd meter de hemel in had moeten wijzen … Veere is inderdaad klein, maar heeft een rijke geschiedenis. Eeuwenlang legden rijk beladen schepen aan in de haven. Veere had zelfs het monopolie op de handel in Schotse wol – dat verklaart de imposante Schotse huizen (nu een museum) aan de havenkade. Plus de aanwezigheid van een uitbundig versierd stadhuis om de hoek. De versterkte toren en de andere vestingwerken moesten al die welvaart beschermen.
Destijds kon je vanuit de haven van Veere zo naar de Noordzee varen. Dat veranderde toen het Veerse Gat in 1960 en 1961 aan beide zijden met een dam werd afgesloten. Zo ontstond het Veerse Meer, waar het water geleidelijk veranderde van zout in brak. Dat proef je direct als je een duik neemt. Zwemmers kunnen te voet naar het strand ten noorden van Veere, maar op andere plekken kom je gemakkelijker bij het water. Bijvoorbeeld als je net buiten Veere de Polredijk volgt en na 450 meter rechtsaf gaat naar een kleine parkeerplaats. Achter de dijk vind je een zwemsteiger. Of volg de Polredijk nog eens 1,5 kilometer en ga voorbij de jachthaven rechts de doodlopende weg in.
Plotseling maken de open polders plaats voor bos. De benaming Manteling spreekt voor zich: de bossen beschermen als een ‘mantel’ de kop van Walcheren tegen de schrale zeewind. Niet verwonderlijk dat rijke kooplieden in de 17e en 18e eeuw juist hier hun buitenplaatsen lieten aanleggen. Veel ouder is Kasteel Westhove – of wat daar nog van over is – dat je tussen Oostkapelle en Domburg passeert. Het kasteel fungeerde ooit als jachtslot van het machtige klooster in Middelburg. Nu biedt het onderdak aan een hostel en een museum voor landschap en natuur.
In de zomer lijkt Duits wel de voertaal in badplaats Domburg. Dan zijn de straten vol met toeristen, net als de stranden en paviljoens. Hoe anders was dat honderdvijftig jaar geleden, toen alleen de elite zich een reis naar Domburg kon veroorloven. Zelfs keizerin Sisi meldde zich voor een behandeling bij de beroemde dokter Mezger, die zijn patiënten liet kuren in ‘geneeskrachtig’ zeewater. Na 1900 ontdekten schilders als Jan Toorop en Piet Mondriaan het prachtige licht van Domburg. Ga in het dorp rechtsaf naar het strand en je kunt het ook zelf ontdekken.
Het fietspad gaat eerst langs en dan over de Westkappelse Zeedijk. En dat is niet zomaar een dijk. Hier, op het westelijke puntje van Walcheren, beuken de golven met volle kracht op het kwetsbare Zeeuwse land. De eerste dijk werd gebouwd nadat in de 15e eeuw alweer een stuk duin was weggeslagen. Die is daarna steeds weer versterkt en verhoogd. Met dit imposante resultaat. Vóór de dijk zie je een andere Zeeuwse manier van kustverdediging: paalhoofden. De dubbele rijen palen moeten de golven breken en zo afkalving van strand en duinen voorkomen. En dat is al eeuwenlang zo: zelfs op een oude landkaart uit 1504 staan zulke palen ingetekend.
Bij Westkapelle maakt de zeedijk ineens plaats voor een uitnodigend strand. Op deze plek is de dijk in 1944 door de geallieerden gebombardeerd om Walcheren onder water te zetten en zo de Duitsers te verdrijven. Een tank op de dijk en talrijke monumenten herinneren aan de bloedige strijd die volgde. Uiteindelijk is het gat met caissons – grote betonnen bakken – gedicht. Daarover is weer zand gestort. Achter deze hoge zanddijk ligt nog altijd een kreek die door het binnenstromende water werd uitgesleten. Tijd voor een duik in zee? Let dan op de stroming, want rond en vooral voorbij de paalhoofden kan die verraderlijk zijn.
De bijnaam Zeeuwse Rivièra dankt Zoutelande aan het brede, schone en vooral zonnige strand – waar anders in Nederland vind je een strand dat bijna pal op het zuiden ligt? De fietsroute gaat om het centrum heen, maar mooier is om aan het begin van dorp rechtsaf te gaan, richting de kerk. Klim naar de top van de dijk en je ziet dat het strand hier relatief smal is. Veel breder is het aan weerszijden van het dorp, met links bovendien machtige duinen die voor beschutting zorgen. Daar kom je later op de route langs: zet de fiets neer bij een van de fietsenrekken en klim over de hoge duinen naar het strand om uit te waaien of het water te voelen.
Ook in Middelburg gaat het fietsnetwerk om het stadshart heen. Dat los je op door vanaf het station rechtdoor te fietsen richting de hoge toren. Je komt dan in een prachtig ‘historisch’ centrum. De aanhalingstekens zijn nodig omdat de stad na een Duits bombardement in 1940 bijna helemaal in puin lag. Al kort daarna werd begonnen met herbouw. En die is zeer geslaagd te noemen: pronkstukken als de abdij (nu Zeeuws Museum) en het stadshuis staan er weer schitterend bij.