Groote en Kleine Beerze-route
Nederland, Noord-Brabant, Middelbeers
- 25
- 26
- 27
- 28
- 69
- 98
- 99
- 47
- 48
- 1
- 62
- 61
- 2
- 3
- 23
- 20
- 24
- 83
- 81
- 25
De beken de Hilver, de Reusel en de Groote en de Kleine Beerze zijn ontstaan na de laatste ijstijd. Zij doorsnijden de droge Brabantse zandgronden, waar van oorsprong akkerbouw voorkwam. De vochtige, lager gelegen beekdalen waren in gebruik als weiland. De laatste decennia heeft de intensieve veehouderij veel terrein gewonnen, zoals in het landschap duidelijk te zien is. Het Wilhelminakanaal (1923), de landgoederen De Utrecht en Baest en beboste heidegebieden begrenzen de route.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar fietsen.
• Tussen 25-26, kort na de start, steekt de route een drukke weg over; hier goed uitkijken. Direct daarna gaat de route over een onverhard, zeer smal fietspad (Straatsedijk, ca. 1 km lang).
• Tussen 28-69 en 98-99 gaat de route over smalle (bos)paden.
• Tussen 01-62 steekt de route in een bocht de drukke N269 over, met direct daarna een scherpe bocht; pas je snelheid aan en kijk hier extra goed uit. Even daarna gaat de route over een smal fietspad (Handelaarsstraatje).
• Bij knooppunt 62 staat een wit-rood paaltje midden op het (toch al smalle) fietspad.
• Tussen 02-03 gaat de route deels over een smal (bos)pad.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde punten. Bovendien voert bijna de gehele route over smalle fietspaden (met ernaast vaak een onhandig mul, hobbelig of modderig zandpad).
Vanaf het zandplateau waarop Middelbeers ligt daalt de weg af naar het dal van de Groote Beerze, een landschap van beken,weilanden en hoge zandgronden. De Groote Beerze is in de jaren zeventig van de vorige eeuw rechtgetrokken om de efficiency in de landbouw te verhogen. Helaas ging dat ook ten koste van natuurlijke en landschappelijke waarden. In 2021 is men begonnen met de werkzaamheden om de Groote Beerze zijn natuurlijke loop terug te geven. Zo krijgt het landschap zijn authentieke karakter terug en wordt verdroging van het gebied tegengegaan. Rond beken is vaak een bijzondere flora en fauna te vinden, zoals zeldzame blauwgraslanden, waterweegbree, waterranonkel en de kleine modderkruiper. Het totale beekdal is met moerassen en vennen in Europa aangemerkt als ‘natte natuurparel’. In 2028 moet het hele natuurherstelproject gereed zijn (meer info op Waterschap De Dommel).
De Neterselse Heide is voor een groot deel bebost. Voor 1900 was dit nog heide en voor 1500 waren hier ook bossen. Je komt dicht langs enkele vennen, Het Goorven en De Flaes, waar kieviten, kokmeeuwen, wulpen en witte sterns bivakkeren en/of broeden. De route gaat ook langs de Flaestoren. Vanaf deze uitkijktoren heb je een mooi uitzicht over de hei en de vennen (toegang € 1,00).
Onderweg naar Esbeek, na het oversteken van de rotonde met de N269 (KP 99-47) zie je een viertal kunstwerken die verband houden met de kunstenaar Andreas Schotel (1896-1984). Deze Rotterdamse graficus verbleef hier ’s zomers graag om in de natuur te werken. Geïnspireerd door het landschap en de mensen had hij vanaf 1923 een klein houten zomerhuisje buiten Esbeek. Om zijn verbinding met de streek te eren zijn nu het (gratis) Andreas Schotelmuseum in en een wandelroute en rond het dorp ontstaan (info en route op www.andreasschotel.nl). De kunstwerken maken deel uit van de wandelroute.
Op de hoge akkers tussen Esbeek en Hilvarenbeek heb je uitzicht op de bosrand van de Roovertsche Heide, die rond 1905 door de Oranje Bond van Orde werd bebost in het kader van de werkverschaffing. Ook probeerde de bond sociale onrust te beteugelen door het bouwen of pachten van boerderijen.
De Rotterdamse kunstenaar Andreas Schotel verbleef hier graag. Als je na Esbeek tegenover de camping linksaf gaat, Oranjebond in, vind je na ca. 100 m zijn piepkleine zomerhuisje ‘De Schuttel’.
Een extra uitstapje naar Hilvarenbeek is zeker de moeite waard. In het oude centrum bij de kerk is een open plek, het Vrijthof – een brink, die het dorp een agrarisch karakter geeft. Bij de ruim 300 jaar oude Gebodenlinde werd vroeger rechtgesproken. De St.-Petruskerk is gebouwd tussen 1300 en 1600. De imposante, uivormige torenspits, met leisteen bedekt, is een typisch voorbeeld van Kempische bouwkunst. Aan de noordkant van de brink staat een fraai hervormd kerkje uit 1809.
Ook de beek de Reusel bij Diessen is in de vorige eeuw rechtgetrokken. Hierdoor ontstaat verdroging in de zomer en mogelijk wateroverlast in de winter. Daarom wordt gewerkt aan een plan om ook de Reusel weer haar oude loop terug te geven, met als voordeel dat er meer ruimte is voor waterberging en voor nieuwe natuur.
Visueel tekent het Wilhelminakanaal (1923) een breuklijn in het landschap van Landgoed Baest. In werkelijkheid valt dat reuze mee. De landschappelijke patronen worden ten noorden van het kanaal voortgezet. In het landgoed Baest stromen de Kleine en Groote Beerze samen. De lanen en rododendrons nodigen uit tot een wandeling.
De oude kerktoren van Oostelbeers staat als enige in Noord-Brabant eenzaam op een akker. Vroeger stichtte men kerken op centrale punten tussen verspreid liggende dorpen. Zo ook de kerk van Oostelbeers, die zo voor gelovigen optimaal bereikbaar werd. De kerk van Oostelbeers is eind 19e eeuw ingestort en afgebroken. De overgebleven toren dateert van de 14e eeuw. Vanaf de tweede helft van 2021 wordt er gewerkt aan de realisatie van een belevingsconcept, waarbij de toren wordt omgevormd tot een soort periscoop met draaiende spiegels. Bezoekers kunnen in de toekomst vanaf de begane grond van de toren het omringende landschap bekijken.