Langs bollen, duinen en landgoederen
Nederland, Zuid-Holland, Lisse
- 48
- 4
- 80
- 42
- 69
- 33
- 24
- 34
- 20
- 65
- 72
- 66
- 46
- 67
- 84
- 6
- 59
- 58
- 55
- 57
- 41
- 30
- 91
- 29
- 49
- 40
- 28
- 13
- 12
- 17
- 16
- 15
- 76
- 72
- 82
- 83
- 77
- 79
- 31
- 6
- 35
- 47
- 26
- 36
- 48
In het voorjaar sieren miljoenen narcissen, tulpen en hyacinten de bollenvelden langs de kust. Ze doen het hier zo goed dankzij het zand dat de zee in de loop van duizenden jaren heeft neergelegd. Direct langs de kust zijn de duinen nog altijd hoog, verder landinwaarts zijn ze veelal afgegraven. Middeleeuwse kastelen herinneren aan het strategisch belang van de binnenduinen. De buitenplaatsen zijn aangelegd door rijke kooplieden en regenten die hier de zomer doorbrachten.
NB Het verdient aanbeveling om eerst de routebeschrijving te lezen alvorens op pad te gaan; de route wijkt hier en daar af van de knooppunten om bij sommige bezienswaardigheden te komen.
Fietsen langs landschapselementen
Deze route is onderdeel van een serie fiets- en wandelroutes langs verschillende landschapselementen. Het Nederlandse landschap is een echt cultuurlandschap. Door de eeuwen heen veranderde de mens de natuur, bedoeld en onbedoeld. Die ingrepen in het landschap vertellen veel over het verleden. Op deze website kun je meer lezen over deze zogenoemde ‘leestekens van het landschap’ en over waar je ze kunt zien.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Tussen 48-04 gaat de route over een weg zonder afgescheiden fietspad, waar het vrij druk kan zijn met tegenliggers en landbouwvoertuigen; wees hierop bedacht en houd rekening met elkaar.
• Tussen 13-12 en tussen 72-82 is het fietspad zeer smal; ga hier achter elkaar fietsen.
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), mits je het onderstaande alternatief neemt om het te smalle traject 13-12 te vermijden.
Alternatief voor wie liever ‘breder’ fietst: ga bij knooppunt 13 rechtdoor tot de rotonde, op de rotonde linksaf (Wilhelminalaan), doorrijden tot de volgende rotonde en daar rechtdoor tot knooppunt 12; vanaf daar de knooppunten vervolgen.
• Fiets vanaf de parkeerplaats bij TOP Lisse de spoorlijn over. Ga voorbij de brug bij knooppunt 48 scherp linksaf naar 80. Fiets vanuit het centrum van Noordwijkerhout rechtdoor verder naar 42 en vervolgens 69-33-24. Sla in Noordwijk bij 24 linksaf naar 34. Tussen 24 en 34 staan weinig bordjes: fiets steeds rechtdoor.
• Fiets van knooppunt 34 naar 20-65-66-67 en richting 59. In Voorhout eindigt de Engelselaan vlak bij een rotonde. Ga bij deze rotonde schuin links, verder naar 59. Fiets dan naar 58-55-57-41-30-91.
• Ga in Lisse bij knooppunt 91 schuin links, daarna steeds rechtdoor via de Heereweg naar 29 (hier staan weinig bordjes). Fiets naar 49-40-28 en richting 13.
• De Veenenburgerlaan komt uit in Hillegom. Ga aan het einde van de weg linksaf en bij de rotonde schuin links naar knooppunt 13. Daarna naar 12-17-16-15-76-72-82.
• Ga vanaf knooppunt 82 via het fietspad steeds rechtdoor naar 83-77-79. Sla in Zandvoort bij 79 scherp linksaf naar 31. Fiets aan het einde van de Waterleidingduinen naar 6-35-47-48. Ga bij 48 rechtsaf, terug naar de parkeerplaats van TOP Lisse.
Het water links hoort bij de 30 km lange trekvaart tussen Leiden en Haarlem. De vaart is in 1657 door een heel leger van ten minste 1150 arbeiders gegraven – met de hand! Doordat ze gebruik konden maken van bestaande waterlopen, waren ze binnen acht maanden klaar. Dagelijks voeren er acht of negen schuiten door de vaart, voortgetrokken door een paard. Zij brachten goederen en passagiers van stad naar stad – niet snel, wel comfortabel. Na de komst van de stoomtrein in 1839 verdween de trekschuit geleidelijk uit het landschap.
Noordwijk bestond vroeger uit het vissersdorp Noordwijk aan Zee en het landbouwdorp Noordwijk-Binnen. Hier was vanaf de middeleeuwen de kruidenteelt een belangrijke inkomstenbron. Na 1880 kwam daar de bollenteelt voor in de plaats. De Voorstraat staat nog altijd vol met oude bollenschuren, bijvoorbeeld op de nummers 107, 114, 116, 122 en 126. In de schuren waren stellingen waarop de bollen werden uitgespreid en gedroogd. Houten deuren en ramen in de voor- en zijgevels zorgden voor ventilatie.
Vanaf omstreeks 1650 is een deel van de binnenduinen afgegraven (‘afgegeest’) om de snelgroeiende steden van bouwzand te voorzien. Toen bleek dat bloembollen het uitstekend deden op de achtergebleven ‘geestgronden’, werden na 1880 nog veel meer duinen afgegraven. De talrijke weteringen zijn aangelegd om het zand met schuiten af te voeren. Nu zijn ze belangrijk voor het regelen van de grondwaterstand: voor de bollenteelt moet het grondwater relatief hoog staan.
Fiets vanaf knooppunt 58 een klein stukje richting 50 en de ruïne van Slot Teylingen komt in beeld. Het werd in de 13e eeuw door Dirk van Teylingen gebouwd. Daarna fungeerde het als jachtslot en houtvesterij van de graven van Holland. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog is het kasteelcomplex door Spaanse troepen grotendeels verwoest. Alleen de omgrachte ringburcht met daarin de donjon (woontoren) staat nog overeind (mrt-okt za. en zo. 11-17 uur, kasteelteylingen.nl).
Na KP57 is na het oversteken van de rotonde (N208) schuin rechts ’t Huys Dever te zien. Opmerkelijk is de D-vorm van deze 14e-eeuwse versterkte woontoren: aan de achterzijde lag een moeras, waardoor van deze kant minder gevaar dreigde. In de 16e en 17e eeuw werd een statig landhuis tegen de donjon aan gebouwd, maar dat is door de slechte fundering en verwaarlozing in de 19e eeuw ingestort. De middeleeuwse woontoren bleek een stuk robuuster.
Aan de Heereweg in het centrum van Lisse wachten verschillende cafés met terrasjes. Achter het huizenblok rechts ligt Museum De Zwarte Tulp. Het toont hoe de bloembollenteelt zich heeft ontwikkeld sinds 1560, toen de botanicus Carolus Clusius de eerste tulpenbol in bezit kreeg. Ook is er veel aandacht voor het zware werk op het land en in de bollenschuren (Grachtweg 2A, di.-zo. 10-17 uur, museumdezwartetulp.nl).
Elk voorjaar komen er meer dan een miljoen bezoekers af op de bollenpracht in de Keukenhof. Dat gebeurde voor het eerst in 1949, toen enkele bollentelers een tentoonstelling inrichtten op een deel van Landgoed Keukenhof. Hart van het landgoed is nog altijd Kasteel Keukenhof uit 1642, dat links van de weg te zien is. De naam verwijst naar de vroegere functie: de opbrengst van dit duingebied, zoals wild, kruiden en vee, ging oorspronkelijk naar de keuken van Slot Teylingen.
Op het landgoed van Kasteel Keukenhof ligt ook het LAM museum. Dit foodart museum staat bomvol internationale kunstwerken, zoals een gigantische porseleinen installatie van één jaar eten en drinken, een levensechte moeder met baby en boodschappen, een drie meter lange tros beschimmelde druiven gemaakt van glinsterende edelstenen, een man van suiker en nog veel meer verrassende kunst. Het LAM museum is het hele jaar door geopend op woensdag, vrijdag, zaterdag & zondag. In de vakanties is het museum vaak extra geopend.
Het lijkt een aangelegde dijk, maar dat is de Veenenburgerlaan zeker niet. De weg ligt op het niveau van het oude maaiveld. Links en rechts is in de loop van de eeuwen veel zand afgegraven, waardoor het grote hoogteverschil kon ontstaan.
Deze route passeert tientallen bollenschuren. De eerste schuren waren van hout of baksteen en hadden een hoog dak. Vanaf 1910 werden vooral schuren met een plat dak gebouwd. Een voorbeeld uit 1911 staat direct na de spoorwegovergang links. De ventilatiedeuren zijn nog goed te zien. De moderne bedrijfsgebouwen ernaast zijn niet meer als bollenschuur te herkennen. Hiervandaan worden bollen van lelies, tulpen, hyacinten en gladiolen over de hele wereld geëxporteerd.
In de 16e en 17e eeuw stichtten gegoede Haarlemmers en Amsterdammers buitenplaatsen in de binnenduinen. Hier woonden ze in de zomer om zo de drukte en de stank in de steden te ontlopen. Het fietspad slingert langs de statige huizen, lanen, bossen en tuinen van de buitenplaatsen Woestduin, Vinkenduin en Leyduin. Let ook op de grenspalen met daarop de initialen of namen van de eigenaars. Een van de bekendste eigenaars van Leyduin was de schrijver en politicus Jacob van Lennep (1802-1868).
Diezelfde Jacob van Lennep speelde rond 1850 een belangrijke rol bij de aanleg van een waterleiding vanuit de duinen naar Amsterdam, waar een grote behoefte aan schoon drinkwater was. In 1853 konden de Amsterdammers het eerste schone water tappen voor 1 cent per emmer. Ook nu nog is het duingebied ten zuiden van Zandvoort vooral ingericht als waterwingebied, maar de natuur krijgt hier wel volop kansen.
Het Oosterduinse Meer – nu het domein van surfers en zwemmers – is van oorsprong een zandwinput. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw is hier tot op een diepte van 13 meter zand afgegraven voor een kalkzandsteenfabriek in Hillegom. Het is zand van oude strandwallen, duinenrijen die duizenden jaren geleden, toen de kustlijn een stuk verder landinwaarts lag, door de zee zijn neergelegd.