Langs het Veluwemeer
Nederland, Flevoland, Zeewolde
Het Veluwemeer is een langwerpig meer dat in 1956 ontstond bij de inpoldering van Oostelijk Flevoland. Het gebied langs het meer nodigt uit tot een heerlijke fietstocht. Net achter de kustlijn rijgen bossen en natuurgebieden zich aaneen. Aan het Veluwemeer zelf zijn er volop mogelijkheden voor water- en strandrecreatie. Wordt het pootjebaden tijdens de tussenstop of toch een uitgebreide lunch bij een van de beachclubs of restaurants?
Tip: bij stevige wind is het aan te bevelen de route in omgekeerde volgorde te rijden, i.v.m. de niet aflatende wind op het traject langs de dijk.
- 29
- 27
- 57
- 28
- 2
- 3
- 4
- 10
- 25
- 23
- 48
- 74
- 44
- 45
- 46
- 47
- 49
- 39
- 9
- 1
- 35
- 29
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Let op: op verschillende plekken staan bij de ingangen/kruisingen van de fietspaden rood-witte paaltjes midden op het pad; ook kom je in het Harderbos (57-28-02-03-04) verschillende slagbomen tegen met smalle passages voor fietsers.
• Tussen 57-28-02-03-04-10 gaat de route door het Harderbos over een smal betonnen fietspad met een verhoogde ligging t.o.v. de berm; bovendien bevat dit traject een aantal scherpe bochten.
• Tussen 04-10 bevindt zich op het Kievitslandpad een uitholling in de weg met een omleiding (grindpaadje).
• Bij 48 en tussen 48-74 steekt de route tweemaal de drukke Spijkweg bij Walibi over; kijk hier goed uit.
• Tussen 74-44 gaat de route over een zand/schelpenpad; en vlak voor 44 bevindt zich een kort maar venijnig stukje oneffen klinkerweg
• Tussen 44-45 steekt de route de drukke Elburgerweg over; kijk hier goed uit.
• Tussen 45-46 bevindt zich een zeer steile klim naar de Drontermeerdijk, ter hoogte van Kop van ’t Ende; let op het naderende verkeer op de dijk!
• Tussen 46-47 is het fietspad slechts 1 meter breed, pas op met elkaar passeren en houd rekening met tegenliggers (achter elkaar rijden!).
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde smalle paden en andere punten (paaltjes, slagbomen).
De Harderhaven is een van de oudste delen van Oostelijk Flevoland. Waar nu plezierjachten liggen aangemeerd, losten ooit werkschepen bouwmaterialen voor de aanleg van Oostelijk Flevoland. De werkzaamheden begonnen in 1950 met de bouw van een werkeiland midden in het IJsselmeer, nabij het huidige Lelystad. Daarna werd vanaf verschillende werkhavens een 90 km lange ringdijk aangelegd. In 1956 werd ook het laatste stuk van de dijk ten zuidwesten van de Harderhaven gesloten. Daarna begonnen drie gemalen met het wegpompen van het water binnen de ringdijk. Uit deze pionierstijd zijn verschillende sporen bewaard gebleven, zoals de acht voormalige rijksdienstwoningen aan de noordkant van de Harderhaven.
Op het nieuwe land zijn in de loop van de tijd verschillende kunstwerken geplaatst. Een eerste beeld zie je aan de rand van de rotonde, links van knooppunt 29. De kloeke, rondborstige dame dateert van 1960 en kreeg de toepasselijke naam Vruchtbaarheid van het Nieuwe Land. De mand met fruit op haar hoofd staat symbool voor de landbouwproducten die de nieuwe polder moest gaan opleveren. Maakster van het kunstwerk is Charlotte barones van Pallandt, destijds een belangrijke Nederlandse beeldhouwer. Minder goed zichtbaar is een tweede kunstwerk (2011) midden op de rotonde: het heeft de vorm van een wereldbol met bovenop een brandende kaars die het ijs van de poolkap laat smelten. De naam Klimaatmonument spreekt dan ook voor zich.
Bij de parkeerplaats links van het Ganzenpad begint een laarzenpad (3 km) door het Harderbroek, een moerasgebied in de uiterste zuidpunt van Oostelijk Flevoland. Het (soms modderige)wandelpad slingert via een jong wilgenbos en orchideeënweiden naar een vogelkijkhut met uitzicht op een open plas en rietlanden. Vooral ’s morgens worden wandelaars verwelkomd door een uitbundig zangkoor van moeras- en rietvogels, die zich echter nauwelijks laten zien. Eenmaal aangekomen in de hooggelegen hut laten de weide- en watervogels zich een stuk gemakkelijker bekijken. Werp ook af en toe een blik naar boven: de majestueuze zeearend – herkenbaar aan de witte staart, de diepgevingerde vleugels en de spanwijdte van meer dan 2 m – plukt hier regelmatig een vis, een meerkoet of een eend uit het water.
Het Harderbos is jong, maar oogt al heel volwassen. In 1968 werden hier de eerste populieren aangeplant, een pioniersoort die snel groeit. Daarna volgden andere soorten als wilg, els, beuk en eik. Omgevallen bomen mogen blijven liggen en bieden voedsel en beschutting aan insecten, paddenstoelen, vogels en tal van andere dieren. In de schemering heb je bovendien kans op reeën, vossen en zelfs bevers – afgeknaagde stammen langs de oevers verraden hun aanwezigheid. Veel minder schuw zijn de Schotse hooglanders, die met hun ruige uiterlijk prima in dit oerbos passen. Halverwege het bos wijst een bord de weg naar pannenkoekenhuis Hans en Grietje, dat helemaal in de stijl van het gelijknamige sprookje is ingericht. Ga er in elk geval een kijkje nemen, al is het maar voor een ijsje.
Pauzeren kan ook bij het bankje aan de rand van de Lepelaarsplas, een diepe plas die is ontstaan door zandwinning. Langs de oevers laten rietvogels hun krasse, hoge of trillende roep horen – let op het verschil met de melodieuze liedjes van de bosvogels. Een regelmatige bezoeker van de plas is de grote zilverreiger, herkenbaar aan een stralend wit verenpak, een gele snavel en zwarte poten. Deze statige vogel was ooit bijna uitgestorven in Nederland, maar de laatste jaren is hij weer volop te zien, zeker in Flevoland.
Buiten het bos wacht het open landschap van de Kievitslanden. Het mooist zijn deze natte graslanden in het voorjaar, als het geel van de dotterbloemen en het roze van de pinksterbloemen voor extra kleur zorgen. Het ruige grasland biedt volop beschutting en voedsel voor weidevogels als kievit, grutto en tureluur. Ze arriveren eind maart-begin april om te broeden en vliegen aan het begin van de zomer, met de nieuwe generatie, terug naar het zonnige zuiden, waar ze de winter doorbrengen. Verderop langs het pad is een plas aangelegd, waar gedurende het hele jaar watervogels te zien zijn. Je kunt ze bespieden van achter een kijkscherm van wilgentakken.
In het rechtlijnige landschap van Flevoland valt de kronkelende Strandgaperbeek des te meer op. Je moet er wel een stukje voor lopen: rechts van de weg start een pad naar de 9 km lange beek, die in 2009 is gegraven en wordt gevoed door kwelwater van het Veluwemeer. Het wandelpad volgt de beek, maar je mag hier ook dwars door de natuur struinen. In de zomer zorgen grazende Gasconnekoeien, herkenbaar aan hun grijze vacht, ervoor dat het landschap niet dichtgroeit met bos. Ook hier wijzen knaagsporen op de aanwezigheid van de bever.
Na de drooglegging werd het nieuwe land vanaf de tekentafel ingericht. Het grootste deel ging naar de landbouw, maar in de kuststrook langs het Veluwemeer kwam ook ruimte voor natuur en recreatie. In die laatste categorie is de golfbaan niet te missen. Het is een uitgebreide outdoorsport- en evenementenlocatie waar naast de driving range, ook een hotel, restaurant, winkel en schietvereniging zijn gehuisvest.
Universal Solidarity is de naam het kunstwerk rechts van de weg, tegenover de parkeerplaats van Walibi. Het is in 1995 geplaatst ter herinnering aan de Wereldjamboree die in dat jaar werd gehouden. Bijna 30.000 scouts uit 195 landen kwamen hier toen bijeen om samen activiteiten te ondernemen en de onderlinge banden te versterken. Het kunstwerk geeft dat ook symbolisch weer: tien figuren staan gebroederlijk bijeen in een opengeslagen wereldbol. Maakster van dit werk is de kunstenaar Corry Ammerlaan-van Niekerk.
Walibi Holland behoeft nauwelijks introductie: elk jaar komen zo’n 900.000 bezoekers af op de achtbanen, shows en andere attracties. Het eerste attractiepark op deze plek opende in 1994, toen nog onder de naam Walibi Flevo. Oudere Nederlanders zullen bovendien nog de voorloper kennen: de Flevohof, een educatief themapark over landbouw en veeteelt. Menig schoolreisje had destijds de Flevohof als bestemming.
Langs de hele oostrand van de Flevopolder zijn bossen aangeplant. In dit gedeelte, genaamd Spijk-Bremerberg, zijn op sommige plekken de golvingen van de vroegere zeebodem nog herkenbaar. Die bodem bestaat voornamelijk uit klei, maar her en der is ook zand te zien: het is afkomstig van de Veluwse heuvels en door beken naar de Zuiderzee getransporteerd. Midden in het bos heeft Staatsbosbeheer een zwemvijver aangelegd, die op zomerse dagen Schotse hooglanders in het ruige Harderbos uitnodigt tot een frisse duik. Met het uitgegraven zand zijn rondom de vijver strandjes en duinen gemaakt. Een heerlijke plek!
Bij de Kop van ’t Ende (bereikbaar door bij knooppunt 45 even over te steken, dan rechtsaf via een smal pad) wordt de inpolderingsgeschiedenis ineens heel zichtbaar. Het stadje Elburg was eeuwenlang via een havenkanaal met de Zuiderzee verbonden. Kleine schepen konden zo naar het stadje varen, grote schepen lagen voor de havenmonding voor anker. Rond 1850 werd besloten de haven uit te diepen en twee nieuwe strekdammen aan te leggen. De zuidelijke dam werd verstevigd met stenen van de oude stadsmuren. Een lamp op het havenhoofd moest schippers in het donker de weg wijzen. Alles veranderde toen in 1956 de ringdijk van Oostelijk Flevoland werd aangelegd en de 1700 m lange havendammen werden ‘onthoofd’: het havenhoofd kwam binnen de ringdijk te liggen en vormt nu een tastbare herinnering aan het Zuiderzeeverleden.
Vanaf het fietspad is goed te zien dat de Flevopolder een eiland is: een serie Randmeren scheidt de polder van het vasteland. Bij de aanleg werd bewust gekozen voor de vorm van een eiland: zo kan er geen grondwater vanaf het oude land wegstromen naar het nieuwe land. Bovendien bieden de Randmeren volop mogelijkheden voor natuur en recreatie. Langs het fietspad rijgen de jachthavens, strandjes, campings, bungalowparken, beachclubs en restaurants zich dan ook aaneen. Genoeg mogelijkheden dus om even van de fiets te stappen en aan te schuiven op een van de terrasjes. Of om te testen hoe warm het water is.
Bij knooppunt 46, richting 47 is sinds 2019 een nieuw kunstwerk geplaatst: Riff, PD#18245. Dit kunstwerk van kunstenaar Bob Gramsma is het achtste landschapskunstwerk van de collectie Land Art Flevoland.
Het water van de Randmeren is bijna overal ondiep en telt verschillende eilandjes. Ter hoogte van de veerpont naar Nunspeet (bij 49) kijk je uit over drie naar vogels genoemde eilanden: De Kwak, De Ral en De Snip. De meeste eilandjes zijn vooral bedoeld voor de natuur, maar op De Ral zijn ook aanlegplaatsen voor de pleziervaart en er mag worden gekampeerd. Verderop liggen het weelderig begroeide De Krooneend en De Kluut, die beide ook per boot en kano te bereiken zijn. De Kluut heeft bovendien een tipi-camping.
Op een markant punt op de dijk staat het Monument voor Prima Mensen (2015), dat de vorm heeft van een vijfpuntige ster met opgestoken duimen. Het is een ludiek project van kunstenaar Domenique Himmelsbach de Vries, die zo een statement wil maken voor al die mensen die anders nooit een standbeeld zouden krijgen. Ook moet het een fysieke ontmoetingsplek worden voor mensen die elkaar nu meestal alleen via social media ontmoeten. In tegels onder het monument zijn de eerste ‘prima mensen’ inmiddels vereeuwigd.
Gemaal Lovink is een van de drie gemalen waarmee Oostelijk Flevoland is drooggelegd. Ook hier is weer volop kunst te zien. Een keramisch reliëf op de gevel symboliseert de ontmoeting van land en water een boer en een visser reiken elkaar de hand over de dijk heen. Het kunstmatige eiland rechts in het water bij de sluis heet ‘De Blauwe Dromer’ (2002) en is een werk van de kunstenaar Jacqueline Verhaagen. Het verbeeldt de beschermende werking van dijken.