Lopikerwaardroute oost
Nederland, Utrecht, Linschoten
- 46
- 98
- 88
- 79
- 81
- 82
- 7
- 85
- 86
- 14
- 87
- 55
- 54
- 48
- 91
- 92
- 93
- 94
- 69
- 46
Voor de Lopikerwaard zijn rust, openheid en landelijkheid nog altijd de trefwoorden. Rond de grotere plaatsen is het landschap flink op de schop gegaan, maar verder is het karakter van de waard niet wezenlijk veranderd: rechte sloten met een hoge waterstand, smalle weilanden, knotwilgen en statige boerenhoeven met leilinden ervoor. De route passeert een drietal rivieren. In het hart van de Lopikerwaard is het historische stadje Oudewater zeker een stop waard.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Op de Wielsekade (ter hoogte van nr. 30) bevinden zich twee plantenbakken ter versmalling van het fietspad; wees hierop bedacht, pas je snelheid aan en ga achter elkaar fietsen.
• Op de gehele route bevinden zich regelmatig paaltjes op het fietspad als ‘rijbaanscheiding’; wees hierop bedacht!
• Tussen 88-79-81 gaat de route over een wat smaller traject; houdt rekening met elkaar.
• Tussen 87-55 bevindt zich op de route een trap onder de N210 door; afstappen!
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), met uitzondering van de bovengenoemde trap. Fiets als alternatief hiervoor bij knooppunt 85 rechtdoor en volg de Graafdijk/Vogelzangsekade (fietspad), tot die in Lopik vanzelf overgaat in de Wielsekade. Je zit nu weer op de route naar knooppunt 55.
Montfoort is een oud vestingstadje dat ontstond rond het plaatselijke kasteel dat in de 12e eeuw ter beveiliging van het Sticht (Utrecht) werd gesticht. Het kasteel werd in 1672 door de Franse troepen opgeblazen, met uitzondering van de voorburcht.
Bij de ruilverkaveling in de Lopikerwaard is bepaald dat slechts één procent van de waard de status krijgt van natuurreservaat. Het grootste deel daarvan (76 ha) ligt tussen Blokland en Achtersloot. Het reservaat wordt zo beheerd dat weidevogels ongestoord kunnen broeden.Verder zuidelijk, richting Benschop, liggen twee oude, deels verlande eendenkooien. Het zijn de enige twee in Utrecht met kooirecht.
IJsselstein is in de laatste decennia sterk gegroeid; rond de historische kern liggen grote nieuwbouwwijken. De Hollandse IJssel stroomt door het middeleeuwse hart van de stad. Enkele monumenten zijn het stadhuis, de Waag, de Nicolaaskerk, korenmolen De Windotter, de resterende toren van Slot IJsselstein en een stuk stadswal.
Bij Jaarsveld gaat de route een klein stukje langs de Lek. De rivier wordt ingesloten door dijken met in de buitenbochten brede uiterwaarden. De vele kribben dwars op de Lek moeten voorkomen dat de uiterwaarden door de sterke stroming uitschuren. Aan de dijk in Jaarsveld staat het gebouw (1903) van het waterschap Lopikerwaard met een gevel in oud-Hollandse stijl. Het tweede jaartal op de gevelsteen (1675) verwijst naar het bouwjaar van de voorganger van het Dijkhuis, dat hier vroeger op dezelfde plek stond. De meetmast van het KNMI verricht onderzoek naar de luchtvervuiling.
Voorbij Polsbroekerdam zit een knik in de Damweg. Rechts hiervan is van Polder Willeskop een nieuw natuurgebied gemaakt. De weilanden zijn afgegraven, met als resultaat kleine hoogteverschillen. Waterplassen met drassige oevers gaan over in kades, waar weer andere planten en dieren voorkomen. Door het gebied loopt een wandelpad. Verderop langs de Damweg, vlak voor Oudewater, ligt rechts een strook boezemland met moerasvegetatie. Die boezem diende voor de opslag van overtollig polderwater dat door een aantal molens op de IJssel werd uitgeslagen. Op een heuveltje staat het voormalige stoomgemaal Benschop (nu een woonhuis).
Het riviertje de Lange Linschoten kronkelt door het oude centrum van Oudewater. Doordat de economie
van het stadje vanaf de 17e eeuw stagneerde, was er geen geld voor vernieuwingen. Het resultaat is een nostalgisch decor van oude bruggetjes en monumentale grachtenpanden, waaronder de beroemde Heksenwaag.
Na de Lange Linschoten fietst u langs het bos van Huis te Linschoten. Links van de weg staan twee opvallende boerderijen met de curieuze namen Haugesund en Kopervik. De namen verwijzen naar plaatsen in Noorwegen waar de landheer graag verbleef. Het lijken 17e-eeuwse boerderijen, maar ze zijn pas rond 1930 gebouwd. De overige boerderijen zijn over het algemeen wel ouder, zoals de Louisehoeve (1601).