Mergellandroute West
Nederland, Limburg, Gulpen
- 83
- 82
- 81
- 80
- 100
- 78
- 76
- 75
- 74
- 73
- 106
- 72
- 71
- 66
- 65
- 64
- 102
- 61
- 40
- 60
- 68
- 69
- 85
- 83
Fietsen door de Zuid-Limburgse heuvels? De Mergellandroute laat de mooiste plekjes zien. De totale route is ruim 155 km lang, maar je kunt ook kiezen voor een dagtocht. Deze westelijke lus verkent het heuvelland tussen Valkenburg en het Maasdorp Eijsden. Onderweg ontdek je wat het Zuid-Limburgse landschap zo bijzonder maakt, van mergelgrotten tot carréboerderijen, wegkruisen en natuurlijk de prachtige vergezichten.
Startpunt: vanaf de parkeerplaats ga je rechtsaf. Je fietst dan meteen op de route naar knooppunt 83; het is niet nodig om eerst naar 85 te gaan.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Op deze route kun je halverharde paden tegenkomen (zand-/schelpenpaden).
• Deze route bevat enkele stevige klimmen en steile afdalingen; houd bij het afdalen je snelheid onder controle!
• Tussen 61-40 gaat de route een stukje over een wandelpad (Koningswinkelpad) waar fietsers “te gast” zijn; pas je snelheid aan en geef ruimte aan voetgangers!
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.), mits je rekening houdt met bovenstaande punten. Het voetpad tussen 61-40 is ongeschikt; alternatief: ga aan het einde van het IJsvogelpad linksaf (Klaterstraat), einde rechtsaf, rotonde rechtdoor, 1e rechtsaf, Prinses Beatrixsingel. Verderop staan weer bordjes richting 40.
De Mergellandfietsroute behoort tot de oudste ANWB-fietsroutes, aangelegd in 1963 tegelijk met de gelijknamige autoroute (de eerste toeristische routes van de ANWB werden aangelegd in 1962 op de Veluwe). De route werd bewegwijzerd voor ‘de fietser, de bromfietser en andere gemotoriseerden tussen twee en vier wielen’ en was bedoeld om Nederlanders mooie, onbekende streken te laten ontdekken. Ook wilde de ANWB met deze routes het zakelijke van het toeristische verkeer scheiden. De Mergellandroutes werden destijds geopend door de heer A.H.M/H. Hendricks, lid van Gedeputeerde Staten van Limburg.
De destijds 125 kilometer lange Mergellandfietsroute was met groene achtkantige borden bewegwijzerd (de autoroute is dat nog steeds met bruin-witte borden) en volgde deels dezelfde wegen als de autoroute. Bovendien waren er deelfietsroutes gekoppeld aan de hoofdroute. Routekaarten waren destijds bij de VVV’s verkrijgbaar voor 25 cent (guldentijdperk)!
De bewegwijzering van de Mergellandfietsroute werd door ANWB en Zuid-Limburg onderhouden maar in 2015 verwijderd. Redenen hiervoor waren: de komst van het fietsknooppuntensysteem die andere bewegwijzering overbodig maakte, de roep om minder ‘landschapsvervuilende’ bordjes langs de wegen én de hoge kosten die gemoeid waren met het onderhoud van de bewegwijzering.
Hou je van vers fruit? Stop dan zeker bij een van de vele boerderijwinkels of stalletjes langs de weg. Soms groeien de appels, peren en kersen in ouderwetse hoogstamboomgaarden. Bij Reijmerstok staan eindeloze rijen laagstambomen – zo wordt het plukken een stuk gemakkelijker. Aan de palen en draden aan de andere kant van het pad groeit hop, een belangrijke smaakmaker van bier. In september worden de hopbellen geoogst en naar de Gulpener Brouwerij gebracht.
Zuid-Limburgers zijn van oudsher vrome katholieken. Ook in het landschap is dat goed te zien. De talrijke wegkruisen herdenken een overledene of zijn bedoeld om onheil af te wenden. De kapelletjes zijn geplaatst ter ere van een heilige. Een bijzondere variant zijn de Lourdesgrotten, kopieën in miniformaat van de grot in Lourdes waar Maria aan Bernadette Soubirous zou zijn verschenen. Een mooi voorbeeld staat achter de kerk van Banholt.
Achter de kerk van Mheer pronkt een van de meest romantische kastelen Van Zuid-Limburg: torens, tuinen, trapgevels – alles is even fotogeniek. Al sinds 1668 wordt het kasteel door dezelfde familie bewoond. Op de begraafplaats naast de kerk staat hun grafkapel met crypte. Dit is ook een van de weinige plekken waar je een blik kunt werpen op het kasteel, want een hoge muur rond het terrein doet vermoeden dat de bewoners erg op hun privacy zijn gesteld.
Vanaf de top van de 9 meter hoge toren kun je eindeloos ver kijken – tot aan Luik zelfs! Maar er is meer: informatieborden vertellen over het huidige gebruik van het landschap en over de prehistorie, toen rendierjagers deze plek als uitzichtpunt gebruikten. Rond de toren zijn ook veel waardevolle archeologische vondsten uit deze periode gedaan.
Bij Eijsden (Eèsjde zeggen ze hier) komt de Maas Nederland binnen. De sfeer rond het centrale plein doet bijna Frans aan: kinderkopjes, witte gevels, granieten kozijnen, geverfde luiken … Het standbeeld op het plein is een eerbetoon aan de cramignon, een dans die is overgewaaid uit Wallonië.
Naast de kerk van Cadier en Keer zie je nog twee typisch Zuid-Limburgse fenomenen. De Meussenhof is een carréboerderij of vierkantshoeve, zoals die vooral in de 18e eeuw zijn gebouwd. Soms staat de poort open en krijg je zicht op de binnenhof. Het gebouwtje ernaast is een zwingelput. Zulke putten werden aangelegd in dorpen waar geen beek in de directe nabijheid was. De dorpsbewoners haalden het water omhoog door aan de ‘zwingel’ te draaien.
Goed opletten tijdens de afdaling naar Geulhem, want je fietst er zo voorbij: rechts in de mergelwand zit een rotswoning die tot 1931 werd bewoond. De huur bedroeg destijds 4 cent per maand. Daarachter zit de Geulhemmergroeve, een 25 km lang gangenstelsel waar mergelstenen werden gewonnen.
Neem ruim de tijd voor een bezoek aan Valkenburg, het toeristische hart van Zuid-Limburg. In en rond het middeleeuwse centrum ontdek je tal van attracties. Terug op de fiets passeer je onder meer de Fluweelengrot, een labyrint van gangen met wandschilderingen, inscripties en een kapel. Een verdieping hoger ligt de ruïne van Kasteel Valkenburg, al sinds 1050 het baken van Valkenburg. Het werd in 1672 opgeblazen in opdracht van stadhouder Willem III, maar de ridderzaal, de wapenkamer en de kapel zijn nog altijd te herkennen.