Midden-Betuweroute
Nederland, Gelderland, Echteld
- 5
- 3
- 6
- 7
- 8
- 9
- 90
- 93
- 91
- 92
- 94
- 19
- 95
- 50
- 53
- 18
- 16
- 67
- 43
- 2
- 44
- 52
- 51
- 50
- 5
De Midden-Betuweroute maakt een grote lus door het hart van de Betuwe die u laat kennismaken met alle facetten van het Betuwse landschap. Tussen Kesteren en Opheusden fietst u langs de uiterwaarden van de Neder-Rijn. De drukbevaren Waal biedt een andere aanblik. Om de rol als transport-as tussen Rotterdam en Duitsland te kunnen blijven vervullen, is flink geïnvesteerd in verbreding en verdieping van de rivier en in de aanleg van overnachtingshavens.
Startpunt: vanaf de carpoolplaats rechtsaf richting knooppunt 5.
Let op: verder op de route wordt vanaf knooppunt 44 niet 52, maar al direct 51 aangegeven,
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Op deze route bevinden zich soms scheidingspaaltjes op de paden.
• In het recreatieseizoen – en speciaal in de bloesemtijd – kan het erg druk zijn op deze route; geef elkaar de ruimte en ga bij voorkeur achter elkaar fietsen.
• De route steekt tweemaal de Provinciale N320 over (kort voor knooppunt 06 en op het laatste deel tussen 09-90); kijk hier goed uit..
• Tussen knooppunt 09-90 gaat de route over een dijk die voor een kort gedeelte is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer (‘fietsdijk’); de dijk is daar slechts ca. 2 meter breed.
Toegankelijkheid: deze route is in principe geschikt voor extra brede fietsen (driewieler, bakfiets), mits je rekening houdt met bovenstaande punten (druk seizoen en smalle dijk!).
Uit het Lingemeer werd een deel van de 6,8. miljoen m3 zand gewonnen die nodig waren voor de aanleg van de Betuweroute.
Den Eng is een klein landgoed met een oud parkbos, gelegen op een vruchtbare stroomrug. Het Streekmuseum Baron van Brakell (Provincialeweg 21, Ommeren, www.streekmuseumbaronvanbrakell.nl, 0344 - 60 74 31, apr.-okt. wo-vr 13-17, za 11-17 uur) omvat onder meer een heemkundig museum dat de herinneringen aan de oude Betuwse landbouwcultuur bewaart.
Kesteren was in de Romeinse tijd een belangrijk steunpunt aan de militaire verbindingsweg van Nijmegen naar de Noordzee. Het vormt – samen met Opheusden – het centrum van boomkwekerijen en proefbedrijven voor de fruitteelt.
Fort Spees maakte deel uit van de verdedigingslinie tussen Kesteren en Ochten. In 1950 werd de linie opgeheven en vrijwel geheel afgegraven.
Al vóór de jaartelling woonden er mensen op de plek waar nu het landgoed en het kasteeldorp Hemmen liggen. De geschiedenis van het landgoed en het kasteel gaan echter terug tot de 12e eeuw. Het dorp is op een terp gebouwd, omgeven door bos. Bomen zijn zeldzaam in het open Betuwe-landschap, daarom springen het landgoed met zijn statige bossen en het park in Engelse landschapstijl direct in het oog. Eerst woonde de landheer in het kasteel, later in een landhuis dat in 1945 tijdens de slag om Hemmen werd verwoest.
Hemmen is echter nog springlevend, want er zijn maar liefst drie biologische boerenbedrijven, plus een biologische winkel-annex-terras. Omdat de stichting die het landgoed beheert Hemmen wil houden zoals het is, krijgen uitbreidingsplannen geen kans. En dat is maar goed ook, want het zicht op Hemmen is de moeite waard. De kasteeltuin is van mei t/m oktober open voor bezoek (www.kasteeltuinhemmen.nl).
In de kerktoren in Dodewaard is een kopie van de grafsteen van een Romeinse soldaat ingemetseld.
De tekst luidt: ‘Marcus Traianus Gumattius, Gaiso’s zoon, oudgediende van de ruiterafdeling van Afrika, heeft bij testament deze grafsteen laten plaatsen’. De originele steen werd overgebracht naar het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden.
Ten westen van Ochten bevond zich de ‘scheur van Ochten’, een scheur in de dijk die de aanleiding vormde voor de evacuatie van het dorp in 1995. Deze scheur had zich echter in 1920 en 1926 ook al geopenbaard en bestond dus al ruim zeventig jaar. Vele duizenden mensen verlieten op last van de provinciale rampenstaf van Arnhem in paniek huis en haard. Dankzij het harde werk van vele militairen, die de dijk met zandzakken versterkten, hield de dijk stand. Het water zakte en de bewoners mochten na enkele dagen terugkeren.
Bij IJzendoorn ligt een grote overnachtingshaven van Rijkswaterstaat met een capaciteit van 70 schepen. Het is een voomalig zandwinningsgat dat is omgebouwd tot uitwijkhaven voor de binnenvaart: “Overnachtingshavens zijn rustplaatsen waar binnenschepen veilig kunnen overnachten”. Vanwege de goede kwaliteit van de voorzieningen is deze haven zo populair bij binnenschippers, dat de haven tegen capaciteitsproblemen aanloopt.