Redders op zee-route Neeltje Jans
Nederland, Zeeland, Burgh-Haamstede
- 71
- 81
- 80
- 78
- 74
- 73
- 72
- 70
- 4
- 70
- 71
Een fietsroute die voor een deel over de Oosterscheldekering voert. Is dat leuk? Absoluut! Want met de wind vol in je gezicht en de klotsende golven om je heen besef je pas goed hoe uitdagend het werk van de vrijwilligers van de KNRM moet zijn. Deze Redders op zee-route begint in de jachthaven van Burghsluis, waar ooit de roeireddingboot van de Redding Maatschappij te water ging, en voert naar de KNRM-reddingstations op het voormalige werkeiland Neeltje Jans, midden in de Oosterscheldekering. Onderweg passeer je restanten van verdronken dorpen, beklim je uitkijktorens en slinger je door mooie duinbossen.
Deze route is gemaakt in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM).
Let op: lees in de routebeschrijving hoe je de bezienswaardigheden langs de route bereikt!
Fietsveiligheid/toegankelijkheid: de route volgt over het algemeen goed begaanbare, vaak geasfalteerde paden. Alleen tussen het KNRM-boothuis aan de Hoogh Plaetweg en het Topshuis is het wegdek slecht. Fiets daar dus rustig. Houd er verder rekening mee dat het onderweg flink kan waaien, vooral op de Oosterscheldekering. De route is hierom matig geschikt voor extra brede fietsen, zoals driewielers en bakfietsen.
Parkeren: Zie startpunt. De parkeerplaats bij jachthaven Burghsluis is gratis. Een fiets huren kan in Burgh-Haamstede, bijvoorbeeld bij Fietsverhuur Zeeland, Burghseweg 58A, bij fietsknooppunt 73. Je kunt hier gratis parkeren.
Routebeschrijving:
1. Fiets vanuit het Monument voor de redders van Schouwen-Duiveland (rug naar monument/Oosterschelde) RA en rijd naar parkeerplaats. Bij het einde van de parkeerplaats ligt fietsknooppunt 71.
2. Rijd bij fietsknooppunt 71 ri. fietsknooppunt 81. Je passeert de Plompe Toren en later de uitzichttoren bij de Schelphoek.
3. Volg vanaf fietsknooppunt 81 de fietsknooppunten 80-78-74. Rijd bij fkp 74 naar fkp 73. Je passeert daarbij Hotel Bom (Noordstraat 2), dat vroeger schipbreukelingen opving.
4. Ga bij fkp 73 naar fkp 72. Rijd daar ri. fkp 70. Nadat je de duinen indraait en een parkeerplaats + wildrooster bent gepasseerd, slaat de route voor fkp 70 LA. Rijd voor je dit doet eerst nog even RD (A. van de Weijdeweg), parkeer de fiets bij de fietsparkeerplaats bij de houten slagboom en loop het laatste stukje naar uitkijktoren Burgh-Haamstede, dat een mooi uitzicht op de vuurtoren van Burgh-Haamstede biedt.
5. Rijd na dit bezoek weer terug over de A. van de Weijdeweg en sla bij het eerste fietspad RA voor de route naar fietsknooppunt 70. Je slingert door Boswachterij Westerschouwen en hebt daarbij soms mooi uitzicht op zee.
6. Bij fietsknooppunt 70 RA ri. fkp 04. Je fietst over de Oosterscheldekering. Na 3 kilometer kom je voor het Topshuis ‘aan land’ op het voormalige werkeiland Neeltje Jans. Hier stop je met het volgen van de route ri. fietsknooppunt 04. In plaats daarvan rijd je RD het Gildepad in (=fietspad, bij infobord over Oosterschelde). Volg dit fietspad naar parkeerplaats Topshuis en verlaat deze parkeerplaats via de Dijkgraaf A.M. Gelukweg.
7.Einde weg LA, Dijkgraaf A.M. Gelukweg en onder N-weg door. Je passeert aan de linkerhand Deltapark Neeltje Jans. Op T-kruising (fietspaal 13788/22) RA ri. Middelburg. Eerste weg RA ri. Middelburg. Deze weg voert naar het KNRM-boothuis Neeltje Jans (locatie Faelweg).
8. Ga bij dit KNRM-boothuis (aan linkerhand) RD en fiets onder N-weg (bij Roompotsluis) door. Sla daarna meteen RA en volg fietsstrook langs weg (bij verbodsbord voor gemotoriseerd verkeer). Je pikt hier de markeringen van het fietsknooppuntennetwerk weer op. Volg fkp 70. Je ziet aan de linkerhand het KNRM-boothuis Neeltje Jans (locatie Hoogh Plaetweg).
9.Rijd via de Oosterscheldekering terug naar fietsknooppunt 70. Daarna ri. fietsknooppunt 71. Je passeert vlak voor knooppunt 71 het Monument voor de redders van Schouwen-Duiveland, het beginpunt van deze fietsroute.
In 2024 bestaat de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) 200 jaar. Een indrukwekkende mijlpaal. Al twee eeuwen lang staat de KNRM paraat voor iedereen die in de problemen komt op het water. Of het nu een zeeman in nood is, een vermiste surfer of een zeiljacht met een gebroken mast door harde wind, de bemanning van de reddingboten is 24 uur per dag stand-by om levens te redden, ongeacht de weersomstandigheden.
In 1824 was het redden van schipbreukelingen verre van vanzelfsprekend. Het kostte een tragische scheepsramp en een zeldzame reddingspoging, waarbij zes redders verdronken, voordat er een georganiseerd reddingswezen met reddingstations langs de kust ontstond. Er is veel veranderd in die 200 jaar: van roeireddingboten naar snelle motorboten en van kurken reddingvesten naar speciale overlevingspakken. Wat door de jaren heen onveranderd is gebleven, is dat KNRM’ers het werk geheel kosteloos en vrijwillig doen. De KNRM opereert al sinds de oprichting zonder steun van de overheid en kan haar levensreddende werk doen dankzij donateurs, nalatenschappen en giften.
Na de oprichting van de Redding Maatschappij in 1824 werden reddingen rond Burgh-Haamstede jarenlang uitgevoerd voor een reddingschokker vanuit Zierikzee. Pas in 1885 kwam er een reddingstation in Burghsluis. Het Monument voor de redders van Schouwen-Duiveland bij de jachthaven van Burghsluis staat precies op de plek waar de reddingboot ooit vertrok. Het monument eert de redders die vrijwillig en met gevaar voor eigen leven zeevarenden in nood hielpen en nog steeds helpen. Lange tijd was dat mannenwerk, maar in 1972 meldde ook Corry van der Haven-Eikelenboom uit Burghsluis zich aan bij de KNRM. Zij was daarmee de eerste vrouwelijke opstapper van Nederland.
De Plompe Toren is het enige wat nog herinnert aan het verdronken dorp Koudekerke. Nu kijk je bij de toren uit over water, maar in de middeleeuwen lag daar nog land. Land met veertien welvarende dorpen. De zeedijk achter die dorpen verzwakte echter steeds meer door het beukende water van de Oosterschelde. Eén voor één braken de Zeeuwen de dorpen af, zodat ze het bouwmateriaal van huizen en kerken konden hergebruiken op een veiligere locatie. Ook Koudekerke kwam zo rond 1600 aan zijn einde. Alleen de voormalige kerktoren werd gespaard. Deze Plompe Toren bleef staan als baken voor het drukke scheepsverkeer op de Oosterschelde.
Natuurgebied de Schelphoek is het levende bewijs van de voortdurende Zeeuwse strijd tegen het water. Aan het begin van de vorige eeuw lagen hier nog een haventje en een buurtschap, maar deze gingen tijdens de Watersnoodramp van 1953 verloren. Na de ramp werd een ringdijk om het verdronken land aangelegd, die werd gedicht met caissons. Deze caissons zijn vanaf de uitkijktoren nog steeds te zien. Verder heb je vanaf de uitkijktoren een mooi uitzicht over het krekengebied dat zich hier sinds ’53 ontwikkelde.
De vuurtoren van Burgh-Haamstede stamt uit 1837. Tot de 19e eeuw werden nog vuurbakens gebruikt om schepen te waarschuwen voor de ondiepten langs onze kust. Volgens de overlevering sjoemelden kustbewoners geregeld met die bakens. Ze doofden of verplaatsten ze bijvoorbeeld, zodat schepen zouden vergaan. De kostbare lading werd vervolgens door de bewoners aan land gehaald. Vanaf de 19e eeuw veranderde dit. Steeds vaker werden de vuurbakens vervangen door vuurtorens. Het reglement van de kustwacht van 1885 stelde bovendien dat vuurtorenwachters dag en nacht op de uitkijk moesten staan en de reddings- en bergingsdiensten moesten alarmeren bij het waarnemen van schepen in gevaar.
“Hier gaan over het tij, de maan, de wind en wij.” Deze zin, die is uitgehakt op een steen op de Oosterscheldekering, geeft mooi het doel van de Oosterscheldekering weer. Bij extreem hoge waterstanden gaat de kering dicht; bij normale waterstanden kan het water gewoon tussen de pijlers doorstromen. Het water in de Oosterschelde is daardoor nog steeds zout en kent ook nog steeds eb- en vloedbewegingen, iets wat essentieel is voor de planten en dieren die er leven. De Oosterscheldekering vormt een onderdeel van de Deltawerken. Deze werden aangelegd na de Watersnoodramp van 1953, waarbij 1836 mensen om het leven kwamen.
Het eiland Neeltje Jans is tijdens de bouw van de Oosterscheldekering als werkeiland gebruikt. Een deel van Neeltje Jans is na de afronding van de kering omgevormd tot natuurgebied. Een ander deel is omgetoverd tot Deltapark Neeltje Jans, een informatie- en attractiepark. Hier kun je onder andere expo’s bekijken over de Watersnoodramp en de Deltawerken, maar bezoekers kunnen ook mee met een rondvaartboot over de Oosterschelde. Of wandel naar het uitkijkpunt en ontdek van dichtbij waarom de Oosterscheldekering ook wel ‘het achtste wereldwonder’ wordt genoemd.
Na de bouw van de Oosterscheldekering kwam Burghsluis achter de kering te liggen. Het reddingstation van Burghsluis is daarom in 1984 verplaatst naar Neeltje Jans. Aan beide kanten van de Roompotsluis op de Oosterscheldekering heeft de KNRM nu een reddingboot liggen: één voor hulpverleningen en reddingen op de Noordzee (waar je later op de route langskomt) en dit boothuis aan de Faelweg, van waaruit hulp en reddingen verzorgd worden op de Oosterschelde. Noodzakelijk, want de Oosterschelde is een populair watersportgebied en de getijdestroming rond de Oosterscheldekering is sterk. Reddingstation Neeltje Jans wordt jaarlijks meer dan zestig keer gealarmeerd.
Het KNRM-boothuis aan de Hoogh Plaetweg is al decennialang uitvalsbasis voor reddingen en hulpverleningen op de Noordzee. Zo was het in 1987 betrokken bij de hulpverlening rond de gekenterde veerboot Herald of Free Enterprise, voor de kust van Zeebrugge. Bij deze ramp kwamen tweehonderd mensen om het leven. Reddingwerkers van het KNRM reddingstation Neeltje Jans verleenden hulp aan enkele mensen, die al zo’n zes uur opgesloten hadden gezeten. Verder hebben ze vooral geholpen met het bergen van de slachtoffers en geassisteerd bij het verkeer tussen wrak en wal, bijvoorbeeld door het halen en brengen van experts, dokters, duikers en zuurstofflessen.
Lees meer over het werk van KNRM-Neeltje Jans op: www.knrm.nl/reddingstations/neeltje-jans