Romeinse legioenen in Nijmegen
Nederland, Gelderland, Berg en Dal
- 60
- 61
- 64
- 66
- 65
- 67
- 95
- 72
- 94
- 81
- 96
- 44
- 33
- 46
- 89
- 88
- 80
- 79
- 85
- 97
- 32
- 33
- 34
- 36
- 35
- 80
- 37
- 19
- 20
- 2
- 1
- 81
- 57
- 60
Nijmegen was in de Romeinse tijd veruit de belangrijkste stad van Nederland. Hier lagen de legioenen, hier zetelden de bestuurders. Veel sporen zijn bewaard gebleven, maar dan nog is het nauwelijks te bevatten hoe indrukwekkend de stad moet zijn geweest. Dijken, rivieren en twee veerponten tekenen de rest van de route.
Let op! Door dijkwerkzaamheden is er een omleiding op deze route; de route is hierdoor tijdelijk 56,5 km lang geworden!
Tip: dit is een van de zes ANWB-fietsroutes met als thema de Romeinse limes.
Beeld: Nederlandse Limes Samenwerking
Romeinse legioenen in Nijmegen
Veerpont: in de route zitten twee overtochten met een veerpont:
• De veerpont Millingen aan de Rijn-Pannerden vaart doorgaans van april t/m september dagelijks op elk heel uur; bekijk vóór vertrek de actuele situatie op kievitsveerdiensten.com.
• De veerpont Pannerden-Doornenbrug vaart dagelijks continu heen en weer.
Startpunt: ga vanaf de parkeerplaats via de Kerstendalseweg of de Bisschop Hamerlaan terug naar de doorgaande weg (Oude Kleefsebaan). Bij de kruising met de Nieuwe Holleweg vind je fietsknooppunt 60.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Vanaf knooppunt 60 wacht een lange, redelijke steile afdaling.
• Tussen 81-96-44 gaat de route over smalle paden.
• Vanaf knooppunt 80 gaat de route over smalle dijken, waar je rekening moet houden met ander verkeer.
• In en rond het centrum van Nijmegen vinden regelmatig werkzaamheden plaats, waardoor de markering soms wat onduidelijk kan zijn.
Toegankelijkheid: deze route is in minder geschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege de hellingen en soms smalle paden en smalle doorgangen bij veeroosters.
Momenteel is het stukje Bemmelsedijk/Waaldijk bij Lent (tussen 33-34-36) volledig afgesloten wegens dijkversterkingswerkzaamheden. Volgens planning zal deze afsluiting nog tot eind december 2024 duren.
Ter plaatse is een alternatieve route aangegeven: vanaf knooppunt 32 volg je 31-30-45-70-87-37 (via het snelfietspad door Lent richting Nijmegen). Vanaf knooppunt 37 volg je weer de normale route (naar 19 en verder). De route is hierdoor langer geworden en is inclusief omleiding 56,5 km (ca. 4 uur).
Na een lange afdaling (voorzichtig!) slinger je door de Ooijpolder naar Millingen aan de Rijn. Al in Romeinse tijd lag op ditzelfde traject een verharde weg, een heerbaan, die eindigde bij een grensfort ter hoogte van Millingen. Helaas zijn veel sporen uit deze periode door de rivieren weggespoeld. Nog wel te zien is een replica van een altaarsteen in het centrum van Millingen, voor het pand op Heerbaan 115. Een bordje geeft een vertaling, maar dan nog blijft het een raadselachtige tekst. De recentste interpretatie is dat Mucronia Marcia een altaar en een bos heeft opgericht voor haar overleden man, zoon en dochter, en dat ze oproept tot een jaarlijks offer voor hen.
Nat, kil en ontoegankelijk. Dat vond de Romeinse opperbevelhebber Drusus van dit landschap toen hij hier in 12 v.Chr. arriveerde. Zijn doel: met een grote vloot verder oprukken naar het noorden om zo heel Germania te veroveren. Maar dan had hij wel goede vaarwegen nodig. Volgens Romeinse geschiedschrijvers liet hij daarom één of meer kanalen graven. Ook legde hij een dam aan bij de splitsing van de Waal en Rijn, zodat er meer water door de Rijn naar het noorden zou stromen. Archeologisch bewijs voor deze waterwerken is nooit gevonden, maar de dam zou vanaf de veerpont zichtbaar moeten zijn geweest.
Aan de andere kant van de rivier werd in de loop van de vorige eeuw het recreatiemeer De Bijland gegraven. Daarbij kwamen tal van militaire Romeinse voorwerpen boven water. Ook stuitten de baggeraars op de bodem op een ondoordringbare puinlaag van tufsteen uit Duitsland. Dat kan allemaal duiden op de aanwezigheid van een Romeins grensfort – zeker als je bedenkt dat de strategisch belangrijke dam van Drusus hier waarschijnlijk vlakbij lag. Een 10 m hoog kunstwerk langs de oever herinnert op speelse wijze aan de geschiedenis: de ‘Romeinse Baadster’ staat in de winter deels onder water, als het water in de zomer daalt, onthult ze steeds meer.
De naam van het grensfort zou Carvium zijn geweest. Dat weten we van een grafsteen die in 1938 in het meer werd gevonden. De steen markeerde het graf van Marcus Mallius, soldaat van het eerste legioen dat in de 1e eeuw n.Chr. langs de noordelijke grens van het Romeinse rijk was gelegerd. De inscriptie vermeldt ook dat Marcus werd begraven Carvium ad molen, ofwel ‘bij de dam bij Carvium’. Dus alweer een puzzelstukje dat de aanwezigheid van het fort en de dam zou bevestigen. Een replica van de grafsteen staat op de dijk bij knooppunt 33.
Klim bij knooppunt 46 naar de top van de dijk en je kijkt uit over een opgravingsterrein waar in 2021 resten van Romeinse tempels zijn gevonden. Uit de grond kwamen onder meer votiefstenen, godenbeelden, kledingspelden, reliëfs en beschilderd pleisterwerk. Vanaf de 1e tot in de 4e eeuw konden de soldaten hier hun goden vereren.
Vanaf de tweede veerpont op deze route volg je de imposante rivier de Waal richting Nijmegen. In de Romeinse tijd was de aanblik heel anders: de Waal was een rustige stroom die met verschillende zijtakken door het landschap waaierde. Pas na de aanleg van dijken vanaf de 13e eeuw werd de rivier getemd en steeg het waterpeil. Putten langs de dijk duiden op de winning van klei en zand. Fort Boven-Lent net voor Nijmegen werd in 1862 gebouwd om de stad en later de spoorbrug te beschermen.
Vanaf 2011 werd aan de noordzijde van de Waal bij Nijmegen een extra bedding gegraven, om zo het gevaar van overstromingen te verminderen. Tussen beide riviergeulen ontstond het schiereiland Veur-Lent. Blikvanger is hier een gigantisch masker, genaamd ‘Het Gezicht van Nijmegen’. Het is een vergrote kopie van een Romeins ruitermasker uit de 1e eeuw n.Chr., dat rond 1915 in de Waal werd gevonden. Ruiters gebruikten zulke maskers op het slagveld, maar ook tijdens parades en toernooien.
De spoorbrug brengt je naar Nijmegen, in de Romeinse tijd veruit de belangrijkste stad van wat nu Nederland is. Via een verharde weg konden troepen snel vanuit de stad naar de iets noordelijker gelegen grensrivier de Rijn marcheren. Maar dan moesten ze wel eerst de Waal oversteken. Aanvankelijk dacht men dat hier misschien een doorwaardbare plaats was, maar in de jaren 80 van de vorige eeuw zijn in de bodem van de rivier ijzeren paalschoenen gevonden. De Romeinen gebruiken die om palen voor bruggen in de grond te kunnen slaan. Ofwel: ook toen moet hier al een brug hebben gelegen.
De Romeinen bewoonden drie plekken in en rond Nijmegen. Nadat in 70 n.Chr. een opstand van de Bataven was neergeslagen en de vrede was hersteld, werd begonnen met de bouw van de stad (Ulpia) Noviomagus. Deze typisch Romeinse stad lag globaal ten westen van de spoorlijn. Binnen de rechthoekige ommuring lag een stratenpatroon als een schaakbord, met al even rechthoekige gebouwen. In de 2e eeuw n.Chr. woonden hier 5000-7000 mensen in een bonte mix van bevolkingsgroepen, volkeren en rassen.
De weg klimt omhoog langs een strategisch gelegen heuvel, bekend als het Valkhof. Rond 12 v.Chr. bouwden de Romeinen hier Oppidum Batavorum, de hoofdstad van het district van de Bataven. Tijdens de Bataafse Opstand (69-70 n.Chr.) werd de stad verwoest en daarna niet meer herbouwd. Pas aan het einde van de 3e eeuw verrees er een nieuw Romeinse castellum. Als je nu door het parkje op de top rondwandelt, zie je verschillende ruïnes uit de middeleeuwen. Op het plein achter de heuvel ligt Museum Het Valkhof, waar tal van Romeinse vondsten te zien zijn (heropening na renovatie in 2025).
Bij de punt van het driehoekige plein begint een winkelstraat (Burchtstraat). Even verderop is voor het pand van de C&A in de bestrating een ‘grafsteen’ met het skelet van een vrouw te zien. Het verwijst naar een loden grafkist die in 2001 werd gevonden, met daarin het lichaam van een Romeinse vrouw uit de 4e eeuw. Ze werd al snel de ‘Loden Lady’ genoemd. De Burchtstraat was destijds een belangrijke verbindingsweg en de welgestelde Romeinen begroeven hun doden bij voorkeur langs dit soort wegen. Daarnaast waren er uitgestrekte grafvelden rond de steden en de legerplaatsen.
De Ubbergseveldweg volgt een hooggelegen stuwwal waar de Romeinen twee eeuwen lang een legerbasis hadden. Voor huisnr. 9 zie je de opgemetselde resten van een poortgebouw. Het betekent dat je net door het hart van het oudste legerkamp op de Hunnerberg bent gefietst. Het werd gebouwd rond 19 v.Chr., toen de Romeinen nog volop bezig waren met veroveringen. Het was dan ook een gigantisch kamp met ruimte voor twee legioenen, ofwel zo’n 12.000 man. Een meer permanent kamp verrees na de Bataafse Opstand van 69-70 n.Chr.
Rond het kamp verschenen winkels, een grote herberg, een badhuis, een markthal en zelfs een amfitheater. Kijk je ter hoogte van huisnr. 129 naar rechts, dan komt een replica van een Romeinse zuil in beeld. Hier zijn de fundamenten van de markthal gevonden.
Links van de weg maken de huizen plaats voor het groen van het Kops Plateau. Rond 12. v.Chr. verlieten de legioenen het grote kamp op de Hunnerberg omdat ze elders in het rijk nodig waren. Vervolgens werd op deze heuvel een veel kleiner fort gebouwd, dat mogelijk diende als commandocentrum voor de veldtochten van Drusus in Germania. Het fort bleef bemand tot aan de Bataafse Opstand. Als je de wandelpaden naar links volgt, krijg je prachtig uitzicht over de Ooijpolder en begrijp je waarom de Romeinen destijds deze hoge plaats uitkozen.
Al die soldaten gebruikten heel wat water. Niet alleen om te drinken en te wassen, maar ook om de latrines en riolen door te spoelen. Dat water werd aangevoerd vanuit de omliggende heuvels. De Romeinen boorden waterbronnen aan en groeven een ingenieus stelsel van geulen en dammen met een totale lengte van 5 km. Via een houten goot stroomde het vervolgens naar het legerkamp. Tegenover Oude Kleefsebaan 125 vertelt een informatiebord er meer over.