Zuidelijk Westerkwartier
Nederland, Groningen, Marum
- 85
- 9
- 22
- 18
- 19
- 27
- 28
- 29
- 24
- 35
- 40
- 52
- 47
- 41
- 94
- 93
- 88
- 89
- 90
- 82
- 80
- 84
- 20
- 85
Het Zuidelijk Westerkwartier ligt ingeklemd tussen Friesland en Drenthe. Dit kleinschalige landschap met de karakteristieke houtsingels is aantrekkelijk om doorheen te fietsen. Het is het minst Gronings van de Groningse gewesten. De Friese invloed is goed merkbaar in het Westerkwartierse dialect. De dorpen liggen iets verhoogd op zandruggen die van west naar oost lopen. Ertussen lag een moerasgebied met hoogveen. De tocht door dit Groningse coulisselandschap is afwisselend en voert door oude dorpjes.
Fietsveiligheid route-informatie: houd op deze route rekening met onderstaande punten; pas je snelheid aan, houd rekening met tegenliggers en mederecreanten (wandelaars!) en ga waar nodig achter elkaar rijden.
• Algemeen: houdt op deze route rekening met passerend agrarisch verkeer.
• Tussen 35-40 (Oldekerk) steekt de route 2x de drukke doorgaande N980 over (het fietspad wisselt van de rechter- naar de linkerzijde van de weg en terug); goed uitkijken is geboden!
• Drukke oversteekpunten met veel verkeer: tussen 29-24, bij knooppunt 47 en bij knooppunt 19.
• In Niekerk is kort na knooppunt 40 de oversteek van de drukke Bloemersmastraat (LA richting 52) onoverzichtelijk met een scherpe bocht naar de Havenstraat/Oude Wijk.
• Tussen 85-09 bevindt zich een smal traject op de route; houd rekening met elkaar en ga waar nodig achter elkaar fietsen.
• Tussen 29-24 gaat de route over het Kloosterpad, een (zeer) smal fietspad; ga hier achter elkaar fietsen.
• Tussen 93-88 gaat de route over een smal grindpad langs het water; houd hier rekening met elkaar.
• Tussen 82-80 bevindt zich een smal fietspad met asfalt van slechte kwaliteit; pas je snelheid aan en houd rekening met elkaar.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor extra brede fietsen (driewielers, bakfietsen, etc.) vanwege bovengenoemde en enkele andere smalle paden, die bovendien worden afgesloten door fietssluisjes.
Het Malijkse pad is een eeuwenoud voetpad op de zandrug die vanuit Friesland in de richting van stad Groningen loopt. Op deze hoog en droog gelegen grond vestigden zich Friese en Drentse kolonisten. Vanaf hier is de vervening van de naastgelegen lagere veengebieden gestart.
Landbouw- en streekmuseum ’t Rieuw, gevestigd in een boerderij op Landgoed Coendersborch toont werktuigen van het verdwenen gemengd boerenbedrijf in het Zuidelijk Westerkwartier (Oudeweg 17, Nuis. Bekijk de website van 't Rieuw).
Vanaf de uitzichttoren net iets verder op het Dwarsdiep heb je een prachtig uitzicht over het Zuidelijk Westerkwartier. Wellicht zie je baltsende watersnippen, slobeenden, zomertalingen, kwartelkoningen of wulpen. In het moerassige gebied ten oosten van de uitkijktoren zijn bosriet- zangers, rietzangers, sprinkhaanzangers en bruine kiekendieven te ontdekken.
Omdat Boerakker geen horecagelegenheid heeft, strijken fietsers neer op het terras van Struisvogelhouderij Fam. W. de Kreij. In de winkel treft u tal van struisvogelproducten; van beschilderde eierschalen tot eigengemaakte advocaat en van struisvogelleren tasjes tot struisvogelcosmetica. De hoofdactiviteit is het verhandelen van eendagskuikens. Van februari tot september leggen de hennen ongeveer vijftien eieren per maand. Zodra de kuikens zijn uitgebroed worden ze wereldwijd vervoerd naar struisvogelfarms.
Na knooppunt 29 passeer je de Enumatilster Matsloot, een gekanaliseerde waterloop tussen het Wolddiep en het Hoendiep. De afgelopen jaren zijn de gebieden rond de oevers heringericht volgens een plan waarbij natuurontwikkeling en waterberging hand in hand gaan (oplevering eind 2020). Ten noorden van de Matsloot ligt aan je linkerhand de Ottervallei – een gebied dat eind jaren 90 al werd aangewezen als waterbergings- en natuurgebied. Het wordt nu doorontwikkeld tot moerasgebied met plas-dras-zones. Er broeden vogels als karekiet en rietgors. Het gebied rechts van de weg, rond het gehucht Het Kret, kreeg een bestemming als vochtig grasland. Het is de bedoeling om het terrein weer aantrekkelijk te maken voor weidevogels als grutto, tureluur en kievit, die hier vroeger in groten getale broedden.
Het kleine Lutjegast heeft een zoon van wereldformaat. Het is de geboorteplaats van de beroemde Abel Tasman, ontdekker van Tasmanië en Nieuw Zeeland. Het Abel Tasman Museum heeft een vaste collectie met aandacht voor de zeevaarder en zijn werkgever, de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, VOC. Tasman woonde de laatste jaren van zijn leven op Java, waar hij met kleine schepen voer en vee verhandelde (Kompasstraat 1, Lutjegast, abeltasmanmuseum.nl).