De leukste 18 streken om te kamperen in Spanje
Spanje klinkt misschien ver weg voor een kampeervakantie, maar vanaf Utrecht is het nog geen 1300 kilometer rijden naar het Baskenland. De regio die bekendstaat om de mooie stranden, steden én kunst. Wandelaars moeten iets zuidelijker zijn, in Aragón: een van de groenste gebieden van het land. Bezoek aan de zuidkust de bruisende kuststeden, zoals Barcelona en Valencia. Of dobber gewichtloos rond op het roze zoutmeer in natuurpark Las Salinas de Torrevieja. Dit zijn 18 Spaanse streken met tips voor je volgende kampeervakantie.
1. De Costa Barcelona met felgekleurde mozaïek en gouden stranden
Park Güell met de kleurrijke mozaïeken van architect Antoni Gaudí in Barcelona
Denk je aan de Costa Barcelona, dan speelt de stad zelf al snel de hoofdrol. Beroemd om La Sagrada Familia; de basiliek – ontworpen door Gaudí – die trots boven de stad uitsteekt. De eerste steen werd gelegd in 1882 en de bouw duurt nog altijd voort. Ook in Park Güell vind je kunstig werk van Gaudí met kleurrijke mozaïeken. Rijd je vanaf Barcelona naar het zuidwesten, dan kom je bij het wijngebied Penedès. Hier wordt met name cava (Spaanse mousserende wijn) geproduceerd. Er zijn tal van wijngaarden en bodega’s om te bezoeken. Zoals die van Llopart, waar in 1887 de eerste cava werd gebotteld.
De Costa Barcelona heeft ruim 100 kilometer kustlijn met voornamelijk goudkleurige stranden. De meeste hebben de Blauwe Vlag, oftewel: schoon water en schone stranden. Je vindt er ruime zandstranden met veel reuring en horeca, maar ook kleine rustige baaien. Veel gezinnen gaan naar Platja de la Castelldefels, waar het strand langzaam afloopt in zee. Sitges is een mooie badplaats met 17 stranden. De stad is rijk aan badhuizen en paleizen en trok altijd veel kunstenaars aan, zoals Picasso. Het belangrijkste museum van Sitges ligt in de binnenstad: het Cau Ferrat Museum. Met collecties schilderkunst, glas en beeldhouwwerken verzameld door de Catalaanse kunstenaar Rousiñol (1861-1931).
2. Een kustlijn vol geschiedenis aan de Costa Dorada
Castel de Tamarit aan de Costa Dorada bij Tarragona
Iets zuidelijker ligt de Costa Dorada, met aan zee de historische stad Tarragona met uitgestrekte stranden. Duik het oude centrum in om de overblijfselen van de Romeinen te zien. Zoals het amfitheater van Tarraco, gebouwd in de tweede eeuw en gebruikt voor gladiatoren- en dierengevechten met 15.000 toeschouwers. Het Kasteel van Tamarit is eigenlijk geen kasteel, maar een gesloten dorp omgeven door een muur dat in 1950 onderdeel begon uit te maken van Tarragona. Net buiten de stad vind je het Romeinse bouwwerk Aqüeducte de les Ferreres (de Duivelsbrug); een aquaduct dat werd aangelegd om de stad Tarragona van water te voorzien. Het is gebouwd in de eerste eeuw voor Christus en bestaat uit twee rijen over elkaar liggende bogen.
De beroemde architect Antoni Gaudí werd vermoedelijk in de kleine plaats Reus geboren (daar zijn de meningen nog over verdeeld). Hier staat het interactieve Gaudí Museum waar je een kijkje krijgt in het leven van Gaudí en ziet wat hem inspireerde om gebouwen als de Sagrada Familia te ontwerpen. Warme dag? De kuststrook is 200 kilometer lang met tal van goudkleurige stranden. Kinderen gaan het liefst naar het best bezochte themapark van Spanje: PortAventura World met ook een aquapark met verschillende zwembaden en glijbanen.
3. De Costa Blanca: van azuurblauwe zee tot roze zoutmeer
De azuurblauwe Baai van Granadella aan de Costa Blanca bij Jávea
De Costa Blanca –in de provincie Alicante - heeft een van de beste klimaten van Europa; de zon schijnt er minstens 300 dagen per jaar. De naam heeft ze te danken aan de witte bloesem van de amandelbomen (en dus niet aan de witte stranden). De rotsige kustlijn rond Jávea is ontzettend mooi. Vanaf de vuurtoren bij Cabo San Antonio heb je hier een prachtig uitzicht op. Ook het strand van deze badplaats is een plaatje met een zee in vijftig tinten blauw. Strijk neer bij een van de gezellige restaurants voor de specialiteit van deze regio: paella. Andere fijne stranden zijn Playa del Portret in een beschutte baai met dobberende boten en Playa de L’Ampolla met speeltuin, strandtoezicht en een restaurant.
Op een uurtje rijden van Alicante kom je bij een bijzondere bezienswaardigheid: het roze zoutmeer in natuurpark Las Salinas de Torrevieja. De roze kleur van het meer is ontstaan door de algen en bacteriën die groeien door het hoge zoutgehalte van het water. Je drijft hier dan ook geheel gewichtloos. Van maart tot mei heb je kans om flamingo’s te spotten; in het broedseizoen vinden ze hier namelijk veel voedsel. Tip: neem zelf wat flessen water mee om na je drijfsessie het zout weer van je huid af te spoelen.
4. Ontdek de Costa de Valencia op de fiets
Het plein van de heilige Maria met de kathedraal van Valencia
Bind de fietsen vast aan de caravan, want Valencia staat bekend als de fietshoofdstad van Spanje. Er zijn in deze stad dan ook aardig wat fietspaden te vinden. Ontdek de vele historie van de stad, zoals de kathedraal (gebouwd tussen 1262 en 1356), maar sla ook een bezoek aan de futuristisch uitziende Ciudad de las Artes y de las Ciencias niet over; de Stad van de Kunsten en Wetenschappen. De verschillende gebouwen zijn iconen van Valencia en een ontwerp van de Valenciaanse architect Santiago Calatrava. Kinderen vinden Oceanogràfic - het grootste aquarium van Europa – gegarandeerd een leuk uitje. Hier zien ze 500 verschillende vissen, van beluga walvissen tot haaien.
De stranden Las Arenas en Malvarrosa liggen bij Valencia voor de deur. Samen vormen ze één groot stadsstrand van 6 kilometer lang en 200 meter breed. Zelfs in het drukke seizoen is er dan ook altijd wel een plekje vrij. Wil je even weg van de drukte, ga dan (net als de Valenciaanse bevolking) naar het prachtige El Saler strand met wit, fijn zand. Of de stranden L’Arbre del Gos en El Saler langs duinen, dennenbomen en grashalmen. Wandel je vanaf Valencia 6 kilometer noordwaarts, dan kom je bij Port Saplaya met mooie kleurrijke huizen, bekend als ‘klein Venetië’. Ook hier vind je twee stranden.
5. Andalusië: forten, paleizen en de hoogste berg van Spanje
Het middeleeuwse Moorse paleis Alhambra bij Granada in Andalusië
In Andalusië raak je niet snel verveeld, zoveel als daar te bekijken is. Laten we beginnen met het Moorse bouwwerk Alhambra in Granada. Dit middeleeuwse fort en paleis met de omliggende weelderige tuinen geven je een goed beeld van de rijkdom en levenswijze van de Moorse Sultans destijds. Drie kwartier rijden verderop ligt het Sierra Nevada Nationaal Park met vijftien pieken boven 3000 meter, inclusief de 3478 meter hoge Mulhacén, de hoogste berg van Spanje. Tijdens de 22 kilometer lange wandeling Vereda de la Estrella, die in het dorp Güéjar Sierra begint, ontdek je het park volop. Of wandel door het El Torcal Nationaal Park, ook wel het pannenkoekengebergte genoemd. Hier zie je de bijzondere rotsformaties met een opeenstapeling van veelal platte stenen.
Nog meer het binnenland in ligt Cordoba met Alcazar, het 14de eeuwse paleis van de christelijke vorsten. Opgetrokken in de Mudejar-stijl met zowel islamitische als christelijke elementen. Het stralende middelpunt van de stad is de Mezquita (moskee) uit de 8ste eeuw, met indrukwekkende bogen, hoge zuilen en tropische tuinen. De hoofdstad van Andalusië is het kleurrijke Sevilla. Hier vind je Real Alcázar, het oudste koninklijke paleis van Europa. De kamers en zalen hebben elk een eigen stijl, van Moors tot Romeins. De sfeervolle wijk Santa Cruz is leuk om doorheen te struinen met gezellige horeca. Dagje zon, zand en zee? Op naar de witte stranden van Costa de la Luz, niet voor niets een van de favoriete plekken van de Spanjaarden zelf.
6. De Costa del Sol met de grootste grotten van Europa
De wandelroute El Caminito del Rey, het koningspaadje, en de El Chorro-kloof bij Málaga.
De Costa del Sol is onderdeel van de regio Andalusië met Málaga als grootste stad. Klim in een half uur naar het Gibralfaro kasteel op 130 meter hoogte, waar je een geweldig uitzicht hebt over Málaga, de stierenvechtarena La Malagueta en de kustlijn van de Costa del Sol. Beneden in de stad mag je Museo Picasso niet missen. Málaga is namelijk de geboortestad van deze wereldberoemde kunstenaar. Hij kreeg hier zijn eerste teken- en schilderlessen van zijn vader die kunstprofessor was. In het museum volg je de chronologische ontwikkeling van Picasso’s oeuvre vanaf zijn blauwe fase, via het kubisme naar de neoclassicistische periode. Rijd je vanaf Málaga een uur richting het noorden, dan kom je bij het Koningspad oftewel El Caminito del Rey. Dit 8 kilometer lange wandelpad loopt langs de rotswand van de Desfiladero de los Gaitanes en ligt ongeveer 100 meter boven het ravijn.
Volgens velen zijn de stranden van vissersdorp Nerja de beste van de Costa del Sol. Bij Playa de Maro is het juist goed snorkelen, en ook zijn daar verborgen watervallen en onderwatergrotten. Op het pittoreske Playa de Carabeillo word je vergezeld door wilde vegetatie, helder water en zacht zand. Bezoek ook de grotten van Nerja, per toeval ontdekt in 1959. Met een lengte van 5 kilometer horen ze bij de grootste grotten van Europa. Ook vind je hier ‘s werelds grootste ondergrondse pilaar en oudste Neanderthaler grotschilderijen (meer dan 42.000 jaar oud).
7. De Costa Brava: van prachtige baaien tot middeleeuwse dorpen
Het vissersdorpje Llafranc aan de Costa Brava
Aan de grens met Frankrijk ligt de Costa Brava met een kustlijn van 200 kilometer lang. Met veel rustige baaien zoals Cala el Golfet. Maar er zijn ook tal van lange en brede stranden, zoals Platja de Pals. Een van de mooiste stranden van de streek is Sa Caleta, met uitzicht op een prachtig middeleeuws kasteel boven op de rotswand. En de prachtige baai van Llafranc met fijn zand en kristalhelder water, waar veel plezierboten en vissers voor anker liggen. Families gaan graag naar het strand Cala de la Fosca, waar het strand langzaam afloopt in zee. Langs de kust is het ook goed wandelen. De bekende route Camino de Ronda gaat over de oude smokkelaars- en douanierspaden. Of wandel door Natuurpark Cap de Creus met kliffen, baaien, bossen en weiden.
Girona is de grootste stad van de Costa Brava waar de twee rivieren Onyar en Ter doorheen lopen. De grote kathedraal La Catedral de Santa Maria is de bekendste bezienswaardigheid van de stad. Sla ook de kleine middeleeuwse dorpen niet over. Zoals Begur tegen een heuvel aan, waar een kasteel bovenop is gebouwd. En Peratallada met smalle straten, poorten, bruggen en arcaden. De Costa Brava is ook de thuisbasis van de wereldberoemde kunstenaar Salvado Dalí. Je komt meer over hem te weten als je de Dalí driehoek bezoekt: het oude kasteel in Púbol, het theater in zijn geboortedorp Figueres en zijn huis in Port Lligat.
8. Wandelaars moeten in Aragón zijn, het groenste gebied van Spanje
Waterval in het historische natuurpark bij 12de eeuws cisterciënzerklooster Monasterio de Piedra vlakbij Zaragoza
Natuurliefhebbers halen hun hart op in Aragón, in het noordoosten van Spanje. Het is een van de groenste en minst toeristische gebieden van het land. Het landschap is afwisselend: waar in het noorden de Pyreneeën de grens met Frankrijk vormen, ligt in het zuiden de vlakte van de Ebro rivier. Daartussenin liggen diepe kloven en ravijnen. Je vindt veel wandelaars in Nationaal Park Ordesa y Monte Perdido, dat als biosfeerreservaat op de Unesco Werelderfgoedlijst staat. Er is een grote biodiversiteit (lammergieren) en je wordt verrast door indrukwekkende canyons. In het beroemde Monasterio de Piedra Park, vlakbij Nuévalos, vind je spiegelmeren, duistere grotten en veel watervallen. Ook staat er een klooster uit de 12de eeuw.
Zaragoza is de hoofdstad van de streek en ligt aan de Ebro rivier. Je vindt hier leuke winkels en gezellige horeca. Maar ook mooie monumenten zoals kathedraal El Pilar en het Moorse La Aljafería paleis uit de 9de eeuw. Verder is de ‘roze’ stad Albarracín een aanrader, op de helling van de berg met smalle straten, hangende huizen en middeleeuwse stadsmuren. Bezoek zeker ook het Arabische fort Mora de Rubielos; een van de best bewaarde kastelen van Aragón. En de Plaza Mayor met het 16de eeuwse stadhuis.
9. De beschutte baai van San Sebastian aan de Golf van Biskaje
De beschutte baai van San Sebastian aan de Golf van Biskaje
Het Baskenland staat bekend om de mooie stranden, steden én kunst. Het opvallende (met titanium platen belegde) Guggenheim Museum in Bilbao is wereldberoemd. Het is in 1997 ontworpen door Frank Gehry en toont steeds wisselende exposities met moderne kunst, van Picasso tot Warhol. Slenter vervolgens door de levendige Siete Calle; de zeven straten die de oorspronkelijke stad vormden. Ook struinen door de stad San Sebastián aan de Golf van Biskaje is leuk. Wandel naar de top van de 120 meter hoge Monte Urgull, waar sinds 1950 het 30 meter grote Christusbeeld op het dak van een kasteelruïne staat. Vanaf daar heb je een geweldig uitzicht over de stad, de baai en Isla Santa Clara.
Vogelaars moeten in het Urdaibai-biosfeerreservaat zijn, waar je naast 200 meter hoge kliffen, bossen en beschutte zandstranden ook een moeraslandschap vindt. In het voor- en najaar is dit een rustplek voor onder andere lepelaars, visarenden en bruine kiekendieven tijdens de lange tocht van het noorden van Rusland naar het zuiden van Afrika. Wandelaars komen aan hun trekken in El Flysch de la Costa Vasca in Zumaia. Met indrukwekkende rotsformaties, die verticaal verdwijnen in zee. Flysch zijn sedimentaire kalksteen- en mergellagen, gevormd door het 60 miljoen jaar eroderende zeewater. Je ontdekt ze tijdens de flysch-route van 13 kilometer langs de Baskische kust. Goed om te weten: de wandeling is alleen mogelijk bij laagtij.
10. Asturië: de groene kust met prachtige natuurgebieden
Santa Marina Strand bij Ribadesella, een estuarium die de monding van de rivier de Sella verbindt met de oceaan
De Costa Verde (groene kust) doet zijn naam eer aan met groene begroeide hellingen, beboste nationale parken, biosfeerreservaten en bergketens. De kust is 340 kilometer lang en zit vol verrassingen; van steile kliffen tot kleine baaien, en daarachter smalle wegen door het mooie landschap. De badplaats Gijon is dan wel de grootste stad van de provincie met een haven en stadsstrand, toch is Llanes een van de mooiste kuststeden van Spanje. Met middeleeuwse murenen een aantal interessante en indrukwekkende historische gebouwen, zoals de basiliek van Santa María del Concejo. Ook het Santa Marina Strand is een bijzondere plek, waar rivier de Sella de oceaan ontmoet. Volgens velen is Gulpiyuri het mooiste strand van de regio.
Asturië heeft zes natuurgebieden die door Unesco zijn uitgeroepen tot biosfeerreservaten. Een daarvan is Picos de Europa, waar de wandelroute Ruta del Cares is uitgestippeld. Je loopt in 11 kilometer van Poncebos in Asturias naar Caín in Leon. Het is een populaire hike: jaarlijks leggen zo’n 300.000 wandelaars deze trail af. Net als in Picos de Europa kun je ook in nationaal park Muniellos beren spotten. Je hebt de grootste kans in het voorjaar of het begin van het najaar, als de dieren op zoek gaan naar voedsel.
11. Bergen, rotsen en stranden in Cantabrië
Het strand van Arnia gelegen in het natuurpark Dunas de Liencres met haar bijzondere rotsformaties
Ten westen van Bilbao ligt de regio Cantabrië, bekend om de uitgestrekte graslanden en groene bergen. Maar ook mooie rotspartijen, baaien en kleine stranden. Zoals Playa de Arnía met kliffen in de zee. Bij laagtij zie je de tegen elkaar gedrukte rotsplaten. Een andere bezienswaardigheid is de Grot van Altamira die op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat, met eeuwenoude rotstekeningen. De échte grot kun je helaas niet meer bezoeken, maar hij is ontzettend goed nagebouwd.
Cantabrië heeft een gezellige hoofdstad, Santander. Veel Madrilenen trekken tijdens de hete zomers hier naartoe, om te struinen door de pittoreske haven en chique winkelstraten. Een van de eerste bouwwerken van Gaudí vind je in vissersdorp Comillas; El Capricho uit 1883-1885. Hier zie je elementen die typerend waren aan het begin van zijn carrière, een mix van oosterse, middeleeuwse en Moorse Mudejar stijl. De toren doet denken aan die van het huis in het Parc Güell in Barcelona.
Aan de kust in Cantabrië zie je geregeld de Blauwe Vlag wapperen, te danken aan het schone water. Aan de kust zie je veel surfers de golfen trotseren. Zoals op Berria beach, Los Loco en Somo beach.
12. Castilië-León met een van de mooiste grotten van Spanje
Uitzicht op de historische stad Avila met zijn beroemde middeleeuwse stadsmuren vanaf de Mirador van Cuatro Postes
Castilië en León – in het noordwesten van het land - is de grootste regio van Spanje. Het heeft een bergachtig landschap, middeleeuwse plaatsen en kastelen als Segovia, Cocá, Medina del Campo, Ponferrada en Empudia. Het noorden is groen en heeft bergen, het zuiden is juist erg droog. Maar sla dit gebied zeker niet over, want de historische steden mag je niet missen. Zo vind je in León, Salamanca, Avila en Segovia ontzettend mooie gebouwen, van kathedralen tot aquaducten en paleizen. In Salamanca staat de oudste universiteit van Spanje; je vindt hier een echte studentensfeer. Genoeg leuke horeca dus, vooral op het levendige plein Plaza Mayor.
In deze regio vind je ook Las Médulas, de belangrijkste goudmijn tijdens het Romeinse Rijk en Unesco Werelderfgoed. Bezoek het (kleine) bezoekerscentrum met meer informatie, bewonder het fascinerende landschap met rode rotsformaties of maak er een wandeling. Een andere populaire bezienswaardigheid is de Cuevas de Valporquero, een van de mooiste grotten van Spanje. Bezoek het grottenstelsel met zeven grote kamers en hoge gangen en laat je rondleiden. Liever wat meer avontuur? Trek een wetsuit aan en loop door het water in de onderste gang van de grot.
13. Galicië: de finish van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella
Praia das Catedrais, het strand van de kathedralen, bij Ribadeo aan de noordwestkust van Spanje
Galicië is de groenste regio en ligt in het noordwesten van Spanje, grenzend aan Portugal en met een 1000 kilometer lange kustlijn. Op Kaap Finisterre staat een vuurtoren uit 1853; het eindpunt van de bekende pelgrimsroute naar Santiago de Compostella. De stad wordt ook wel kortweg Santiago genoemd en is het pelgrimsoord voor christenen (naast de Sint Pieter in Rome en Jeruzalem). Het historische centrum met kathedralen en kloosters staat sinds 198 op de Unesco Werelderfgoedlijst. Velen vinden Praza do Obradoiro een van de mooiste pleinen ter wereld.
Vigo is de grootste stad van Galicië, met het 17de eeuwse kasteel Castro. Vanaf daar heb je een mooi uitzicht over de stad en de haven. Vanaf de haven kun je een trip naar de Cíes eilanden maken. Dit is een archipel - sinds 198 beschermd natuurgebied die bestaat uit drie eilanden; Monteagudo, do Faro en San Martiño. Waar de westelijke kant van de eilanden ruig is met kliffen, rotswanden en grotten, is de oostelijke kant juist bedekt met bossen, mooie witte zandstranden en duinen.
In de gemeente Ribadeo ligt misschien wel ‘s werelds mooiste strand: As Catedrais. Je mag hier niet zwemmen (te gevaarlijk), wel zonnen en picknicken. Het is eigenlijk meer een wandelstrand, met een geweldig zicht op de omringende kliffen. Let op: je moet betalen om het strand op te mogen, maar dat is het meer dan waard. De beste stranden vind je bij de westelijke kust; de Rías Baixas zijn een reeks van vier inhammen, bezaaid met eilanden en omgeven door met pijnbomen bedekte heuvels.
14. Costa de la Luz met de sherry driehoek en de witte dorpen route
Plaza de Espana fontijn in het ‘witte stadje’ Vejer de la Frontera nabij Cadiz
De Costa de la Luz – de lichtkust - ligt in de regio Andalusië en loopt van Tarifa tot de Spaanse grens met Portugal. Deze regio heeft het hoogste aantal zonuren van Europa en brede witte zandstranden. Windsurfers moeten bij Tarifa zijn, waar stevige winden staan. Onder Cadiz vind je uitgestrekte stranden met hoge duinen. Ze zeggen dat Costa de Huelva de mooiste stranden heeft, met delta’s waar rivieren uitmonden. Leuk weetje: Columbus verbleef in Huelva voordat hij naar Amerika vertrok. In de buurt ligt ook het Nationaal Park Doñana, een wetlandgebied waar de trekvogels naar Afrika overvliegen. Je vindt hier veel soorten flora en fauna, zoals de Lynx en de Spaanse Keizerarend.
Maak tijdens je kampeervakantie een tour door Costa de la Luz. Volg bijvoorbeeld de Sherry-driehoek; El Puerto de Santa María, Sanlúcar de Barrameda Jerez de la Frontera staan bekend om de wereldberoemde wijn ‘sherry /Jerez’. Met de basissoorten fino, pedro ximenez, amontillado en oloroso. Bezoek een van de bodega’s om de verschillen te proeven. Of volg de La Ruta de los Pueblos Blancos: de witte dorpen route in de buurt van Sierra de Cádiz en Serranía de Ronda. De vele huizen zijn wit geverfd om de hitte in de zomer buiten de deur te houden. De architectuur laat invloeden zien van landen als Marokko en Algerije.
15. Uitgebreid baden in de wijn van La Rioja
Rioja wijngaarden bij het stadje Brinas en de parochiekerk van La Asunción
Wijnliefhebbers zitten helemaal op hun plek in La Rioja (Midden Spanje) met ontzettend veel wijngaarden. Je vindt er meer dan 500 bodega’s waar je leert hoe wijnen worden gemaakt en ze uiteraard ook mag proeven. De bodega’s zijn er in alle soorten en maten: van kleine traditionele tot grote die op export zijn gericht. Er zijn zelfs hypermoderne design bodega’s; Marqués de Riscal bijvoorbeeld, van Güggenheim architect Frank Gehry. Daar kun je ook baden in de wijn. Net als in een van de andere wijnspa’s, zoals Spacio Oasis Wellness Centre of Saline Spa. Ben je in het najaar op kampeervakantie in La Rioja, dan is het extra feest; je mag in die periode meehelpen met druiven plukken, je eigen druiven stampen en er sap van maken.
Snuif wat cultuur op in de hoofdstad Logroño, waar je de oudste kerk van deze regio vindt: Santiago el Real. In het kleine dorp Briñas zie je een prachtige brug en de kerk van La Asunción in barokstijl. Het middeleeuwse dorp Laguardia was vroeger een militair fort. Je ziet nog steeds de muren, het kasteel en de uitkijktoren. Het ondergrondse gangenstelsel is tegenwoordig een wijnkelder. Zijn de kinderen meer geïnteresseerd in oude voetsporen van dinosaurussen? Volgens velen zijn er nergens zoveel als in La Rioja. Op naar het Centro de Interpretación Paleontológica de La Rioja in Igea of Avonturenpark El Barranco Perdido in Enciso.
16. Bergen, vulkanen en wijngaarden in het binnenland van Catalonië
Het oude kerkje 'Iglesia de Santa Maria de Siurana' met daarachter het stuwmeer van Siurana
We hadden het eerder in dit artikel al over de kust van Catalonië. Maar ook het (minder bekende) binnenland heeft geweldig mooie plekken. Liefhebbers van outdoor activiteiten trekken naar de omgeving van Siurana, waar klimfanaten een uitdaging vinden in de steile rotswanden. Aan de voet van de berg ligt het stuwmeer van Siurana waar je kunt zwemmen, vissen en kajakken. Veel wandelaars en fietsers trekken naar de Catalaanse Pyreneeën en de 18 natuurparken; ruim 30% van Catalonië is beschermd natuurgebied.
De streek Garrotxa telt 40 vulkaankraters. Je vindt hier diverse vegetatie, van bossen tot bloemenvelden met uitzicht op het weidse landschap. De vulkanen zijn makkelijk te beklimmen, zoals Santa Margarida en El Croscat. Wijnliefhebbers halen hun hart op rondom de stad Vilafranca del Penedès. Je vindt hier wijnhuizen in eeuwenoude panden. In VINSEUM (een wijnmuseum) leer je alles over de wijnen van deze wijnstreek.
17. De ruige Pyreneeën met indrukwekkende canyons
Het ruige en woeste nationaal park Ordesa y Monte Perdido, de Parel van de Aragonese Pyreneeën
De Spaanse Pyreneeën liggen in Catalonië, Aragon, Navarra en Baskenland en zijn zo’n 50 miljoen jaar geleden ontstaan. Waar je in het westen een ruig landschap met steile bergen en diepe ravijnen ziet, gaat dit richting het oosten over in een glooiend landschap met bergen, meren en valleien. Het meest ruige gedeelte van de Pyreneeën ligt in Aragón. Het nationale park staat als biosfeerreservaat op de Werelderfgoedlijst van Unesco en is beroemd om zijn indrukwekkende canyons zoals de Ordesavallei, Añisclo, Escuaín en Pineta met het keteldal. De Monte Perdido heeft een top van 3355 meter hoog.
In de Spaanse Pyreneeën kun je al je energie kwijt. Uiteraard door te wandelen en fietsen, maar er is veel meer mogelijk. Bij de uitdagende bergsport Via Ferrata word je vastgehaakt aan een staalkabel. Vervolgens volg je de klimroute met staalkabels en ijzeren trappen langs rotsen en door kloven. Ook canyoning is een populaire activiteit. Hierbij volg je de loop van de rivier door een kloof door te wandelen, springen, zwemmen en abseilen. Deze streek van Spanje zit dus vol actie en avontuur.
18. Madrid: een stad vol historische bezienswaardigheden
De Santa Maria la Real de la Almudena kathedraal en het koninklijk paleis in Madrid
Zoek een camping uit in de buurt van Madrid, want hier kun je je dagenlang vermaken. Een van de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad is het Palacio Real (Koninklijk Paleis). Tijdens een rondleiding zie je een deel van de 3418 stijlvol gedecoreerde kamers. Tegenover het barokke paleis staat de Almudena Kathedraal uit 1883 in neoclassicistische stijl. Vanaf de koepel heb je een mooi uitzicht over de stad.
Kunstliefhebbers bezoeken de museumdriehoek: Prado, het Museo Thyssen-Bornemisza en het Reina Sofia. Het Prado museum is een van de bekendste musea van Spanje. Je ziet hier schilderijen uit de 14de tot en met de 19de eeuw van onder andere Velázquez, Rembrandt en Caravaggio. Strijk voor de lunch neer op het historische plein Plaza Mayor met kleine winkels, restaurants en terrassen. Liever wat rust? In Parque del Buen Retiro wandel je door bijzondere tuinen en rond de grote roeivijver.
Deel deze pagina