De mooiste bezienswaardigheden van de Dordogne
De Dordogne, een prachtig en veel bezongen departement, vernoemd naar de gelijknamige rivier. Aan weerszijden van de rivier – met 490 kilometer een van de langste van Frankrijk – strekt zich een vakantieregio bij uitstek uit. Ontdek de mooiste bezienswaardigheden van de Dordogne.
Wat te doen in de Dordogne?
De moeder van alle vakantiestreken in Frankrijk: de Dordogne. Het uitgestrekte groene landschap waar de gelijknamige rivier dwars doorheen kronkelt is een lust voor het oog. De Dordogne is een van de meest populaire en iconische vakantiebestemmingen van Europa. Niet gek, met meer dan duizend kastelen, prehistorische vondsten en imposante valleien. Wie kent er de muurschilderingen van Lascaux, de middeleeuwse schoonheid van Sarlat en de stroomversnellingen van de rivier de Dordogne? Een bezoek aan het 13e-eeuwse bastidedorp Monpazier met de middeleeuwse arcadehuizen en de kastelen van Castelnaud-la-Chapelle mag zeker niet ontbreken. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van de Dordogne.
1. De kastelen van Castelnaud-la-Chapelle
De Dordogne barst van de kastelen. Je slaat twee vliegen in een klap tijdens een bezoek aan het plaatsje Castelnaud-la-Chapelle. Hier staan twee kastelen uit de 12e eeuw tegenover elkaar, die hoog boven de rivier de Dordogne rijzen en elkaar dreigend aankijken. Beide kastelen wekken vanaf de begane grond een achterlatende indruk, met de zware muren, torens en transen gelegen tegen de rotswanden van de vallei. Tijdens de Honderdjarige Oorlog was kasteel Castelnaud in handen van de Engelsen en kasteel Beynec in handen van de Fransen. Dagelijkse gevechten tussen beide legers waren aan de orde van de dag.
Kasteel Beynec had in de middeleeuwen een beruchte reputatie. Het verhaal gaat dat de baronnen van het kasteel zo wreed waren dat de burcht de bijnaam ‘Satans Ark’ meekreeg. Hun slachtoffers werden gemarteld en opgesloten in de kerker, met uitzicht op het vrije leven rondom kasteel Castelnaud. Een extra kwelling: de vrijheid was zichtbaar, maar niet bereikbaar.
2. Het honinggele middeleeuwse Sarlat
De charme van de Dordogne is dat de regio de industriële revolutie zo goed als heeft overgeslagen. Zo ook in Sarlat. Dit middeleeuwse dorp is na de 16e eeuw in verval geraakt, maar in de jaren zestig weer in oude glorie hersteld. De hoofdstraat, Rue de la République, leidt je door de autovrije binnenstad met meer dan 250 renaissance-huizen. De huizen in Sarlat zijn gebouwd met het karakteristieke honinggele kalksteen dat met name aan het einde van de dag een warmte uitstraalt. De cafés en restaurants passen zich hierbij aan door de terrastafels te dekken in rood, geel en oranje.
Het hart van Sarlat is Place de la Liberté, een plein omringd door herenhuizen. In het midden van het plein staat de voormalige Sainte-Marie kerk, die door de Franse architect Jean Nouvel is omgebouwd tot een markthal. Ga met een glazen lift bij de markthal naar boven om uit te komen bij een kubusvormige uitkijkpost met panoramisch uitzicht over Sarlat.
3. Trotseer de stroomversnellingen van de Dordogne
De Dordogne is met een lengte van ruim 490 kilometer een van de langste rivieren van Frankrijk. Kanoën over de rivier waar de streek zijn naam aan te danken heeft, geeft je een unieke kans om de vele kastelen langs de oevers te bekijken. In Vitrac, Castelnaud en Beynec is het mogelijk om een kano te huren. Afhankelijk van waar je start, stap je meteen in de kano of laat je je vanaf het eindpunt met een busje naar het startpunt brengen.
Dichte bossen omzomen de rivier, die zich ruisend een weg baant langs de dorpen van de Dordogne. Na een lome start neemt de Dordogne geleidelijk vaart en verrast daarbij met spectaculaire uitzichten op de vele kastelen verborgen tussen de bossen. Je peddels zijn nog maar net nat wanneer de spitse torens van Château de Castelnaud-la-Chapelle opduiken. De perfecte plek op het water om even tot rust te komen en te genieten van het uitzicht over de rivier en de beboste omgeving.
4. Slenteren door eeuwenoude bastides
Vestingsteden, oftewel ‘bastides’ zijn onlosmakelijk verbonden met de Dordogne. Deze versterkte steden moesten in de Middeleeuwen de grote bevolkingsgroei opvangen en veiligheid bieden. Allemaal werden ze op dezelfde manier gebouwd: rechthoekig met kaarsrechte straten. De markthal staat centraal met een kerk terzijde en is afgezoomd met arcaden die royaal zijn ingevuld met restaurants en souvenirwinkels.
Een van de mooiste vestingsteden van de Dordogne is Monpazier. Dit bastidedorp werd in de 13e eeuw gebouwd door Engelse overheersers en is sindsdien nauwelijks veranderd. Het dorp ademt nog steeds de middeleeuwse sfeer van vroeger uit. Drie straten leiden je naar het hart van Monpazier: Place des Cornieres. Dit plein is geliefd onder de inwoners en toeristen, maar komt pas echt tot leven in juli en augustus. Tijdens deze maanden is er iedere dag en avond wel iets te doen in het dorp. Waaronder dorpsfeesten waar je gezamenlijk met de inwoners eet, drinkt en danst.
5. Het prehistorische Les Eyzies-de-Tayac-Sireuil
Les Eyzies-de-Tayac-Sireuil wordt gezien als de Franse hoofdstad van de prehistorie. Deze stad, gelegen in het dal van de rivier de Vézère, telt meerdere archeologische grotten. Een van de meest bekende bezienswaardigheden van de Dordogne en Les Eyzies-de-Tayac-Sireuil is Lascaux. Hier vonden onderzoekers in 1940 talloze schilderingen van dieren die meer dan 17.000 jaar geleden in het gebied voorkwamen zoals, bizons, stieren en holenberen.
Helaas werden de schilderingen na de opening in 1948 al snel aangetast door publiek en is er in 1963 besloten om de grotten te sluiten. Als je nu Lascaux bezoekt lijkt het alsof je de grot in loopt, maar niets is minder waar. Er is namelijk een replica van de grot gemaakt om de echte niet verder te beschadigen door de menselijke adem. Lascaux II is een exacte kopie. Geloof het of niet, maar het verschil is (door de 3D-techniek en restauratie schilders) niet te zien wanneer je door de smalle gangen loopt en de indrukwekkende muurschilderingen bewondert.
6. Weelderige wildernis in Gorge d'Enfer
Gorge d’Enfer betekent letterlijk vertaald de kloof van de hel, maar tijdens een wandeling loop je eerder het paradijs in. In Eyzies-de-Tayac-Sireuil begint de 10 kilometer lange tocht. In 3,5 uur loop je naar beneden de kloof in en weer omhoog. In het begin wordt het landschap gekenmerkt door uitgestrekte bloemenweiden. Vlij neer in een van de weides en geniet op zijn Frans: met een glas wijn, kaas en stokbrood. De warme wind waait je tegemoet terwijl je na een pauze weer doorloopt en je de bloemenweiden langzaam ziet veranderen in een weelderige wildernis.
Gorge D’Enfer geeft een mooi voorbeeld van de bescherming die de natuur aan de mens biedt. Als je aan de eind van de wandeling namelijk weer omhoog loopt, vind je meerdere prehistorische abri’s (schuilplaatsen van de prehistorische mens). De meest spectaculaire bezienswaardigheid is de abri du poisson. Dit is een gebeeldhouwde zalm aan de overhang van de abri die meer dan 250.000 jaar oud is.
7. Cadouin: het pelgrimsdorp
Het dorp Cadouin heeft niet zoveel om het lijf, maar er staat wel een bekende abdij. De in 1115 gestichte abdij ligt verscholen in het Bessède-bos. De abdij is in het verleden veelvuldig bezocht door pelgrims vanwege de aanwezigheid van een stuk stof dat deel uit zou hebben gemaakt van een gewaad van Jezus. In 1993 ontdekten onderzoekers echter dat het stuk stof helemaal niet van Jezus was – het stamt namelijk uit de 11e eeuw n. Chr. Na deze openbaring verbood de bisschop van Périgueux verdere bezoeken van pelgrims en raakte de abdij in verval.
In 1998 bemachtigde de abdij een plek op de Werelderfgoedlijst van Unesco en werd deze gerestaureerd. Kenmerkend is de fraaie combinatie van romaanse en gotische bouwkunst, met als voorbeeld de indrukwekkende kloostergang met versierde bogen. De abdij is dagelijks open voor bezoek en het befaamde gewaad is nog steeds te bewonderen.