De mooiste bezienswaardigheden van Languedoc-Roussillon
Bezoek de stad Sète, het Venetië van Frankrijk, neem een kijkje in de Grotte de Demoiselles en verken de bamboetuin Bambouseraie de Prafrance. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Languedoc-Roussillon.
Wat te doen in Languedoc-Roussillon?
De regio Languedoc-Roussillon beslaat het zuidoosten van Frankrijk. Je vindt hier een smeltkroes van beschavingen en culturen die indrukwekkende bouwwerken en monumenten hebben nagelaten, zoals de Arena van Nîmes en de Romeinse Pont du Gard over de Gardon-rivier. Maar ook de natuurgebieden zijn zeer divers: van de kloof Gorges d’Héric in het Caroux-massief tot de zandstranden van Lido langs Étang de Thau. Laat je meevoeren over het water van Canal du Midi, kijk samen met Lodewijk XIV uit over Montpellier en volg de sporen van Molière in Pézenas. Dit zijn de mooiste bezienswaardigheden van Languedoc-Roussillon.
1. Le Pont du Gard : Romeinse brug over de Gardon-rivier
Le Pont du Gard, 20 kilometer ten noordoosten van de stad Nîmes, is het best bewaarde onderdeel van een 50 kilometer lang Romeins aquaduct, daterend uit de 1e eeuw n. Chr. Tot de 6e eeuw werden badhuizen en fonteinen in Nîmes via dit aquaduct voorzien van water uit een bron bij de plaats Uzès. Het geleidelijke verval van het aquaduct tussen de bron en Nîmes zorgde ervoor dat het water vanzelf richting de stad stroomde.
De uit kalksteen vervaardigde Pont du Gard over de Gardon-rivier (halverwege de loop van het aquaduct) steekt fraai af tegen de dik beboste oevers en torent 49 meter hoog boven het wateroppervlak van de Gardon uit. De drie verdiepingen van de 275 meter lange brug bestaan uit meerdere bogen. Naar boven toe worden de bogen kleiner en talrijker. Deze constructie is goed bestand tegen aardbevingen en verzakkingen. Wandelend over de eerste verdieping van de brug laat het immense bouwwerk zich het best bewonderen.
2. In de voetsporen van Molière in Pézenas
De stad Pézenas was in de Middeleeuwen een belangrijke marktstad, waar de gouverneurs van de regio zich in de daarop volgende eeuwen met hun hele hofhouding vestigden in statige stadspaleizen. Onderdeel van deze entourage waren ook schrijvers en kunstenaars en dat is vandaag de dag nog steeds merkbaar in de stad. Zo kwam de beroemde toneelschrijver Molière midden 17e eeuw regelmatig met zijn reizende theatergezelschap Illustre naar Pézenas. Zijn naam kom je overal in de stad tegen en sinds 1897 prijkt een aan hem gewijd monument op het (hoe kan het ook anders) Molière-plein.
Het oude centrum Pézenas leent zich uitstekend voor een middagje slenteren. De historische handelsgeest en creatieve inborst van de stad leveren een scala aan werkplaatsen van oude ambachten zoals meubelmakers en glasblazers en ateliers van zilversmeden en pottenbakkers. Gekleurde luiken, smeedijzeren balkons met blauwe regen en serene binnenplaatsen van 17e-eeuwse herenhuizen bepalen verder het straatbeeld.
3. Wandelen en zwemmen in de Gorges d’Héric
De kloof van de Gorges d’Héric is in de loop van tienduizenden jaren door de Héric-rivier uitgeslepen in het Caroux-massief. Deze rivier stroomt nog steeds door de kloof en vormt door het grillige rotslandschap afwisselend kleine watervallen, stroomversnellingen en diverse poeltjes. Steeneiken en kastanjebomen zorgen voor het groene bladerdak langs de oever, terwijl forellen de rivier bevolken en steenarenden van bovenaf het schouwspel in de gaten houden.
Maak vanuit het dorp Mons-la-Trivalle een wandeling door de Gorges d’Héric. Deze voert over een verhard pad van 5 kilometer langs de rivier. Aan het einde loopt dit pad dood en wandel je dus dezelfde route terug. Neem onderweg een verkoelende duik in een van de poelen of geniet op een rotsblok van een meegebrachte picknick. Tegen de rotswanden – die tot 600 meter oprijzen vanaf de bodem van de kloof – zijn ook hier en daar klimroutes uitgezet.
4. Een Romeinse ontdekkingstocht in Nîmes
Een wandeling door Nîmes is een speurtocht door de ruim 2000 jaar oude geschiedenis van de stad. Het was de belangrijkste stad van het Romeinse Gallië en daarom spot je veel mooie overblijfselen uit die tijd. Start bij het goed bewaarde amfitheater, Arènes de Nîmes, dat ook wel wordt gezien als een kleinere kopie van het Colosseum en een paar jaar hierna is gebouwd, rond het jaar 100. In de ovale arena, met een lengte van 133 meter, vonden gladiatorengevechten en openbare executies plaats.
Een andere bezienswaardigheid is het Maison Carrée, het Vierkante Huis, een prachtige Romeinse tempel, die rond het begin van onze jaartelling in opdracht van de Romeinse keizer Augustus is gebouwd. Ontdek de fijne reliëfs met rozetten en acanthusbladeren bovenaan de zuilen. Beklim de vijftien treden naar het midden van het bouwwerk en kijk omhoog richting het met gebeeldhouwde bloemmotieven versierde plafond.
5. Bamboetuin Bambouseraie de Prafrance
De Bambouseraie de Prafrance is een botanische tuin in de gemeente Générargues en de bekendste bamboetuin van Zuid-Frankrijk. De botanische tuin is in 1856 aangelegd door de Franse plantkundige en specerijenmiljonair Eugène Mazel, op zijn eigen landgoed. In 1945 werd het park opengesteld voor het publiek en sinds 2008 officieel geregistreerd als historisch monument.
Wandel door het indrukwekkende landschap met ruim 240 soorten bamboe met hoogtes tot wel 25 meter. Het ritselen van de bamboebladeren heeft een rustgevend effect. Naast de vele soorten bamboe zijn er andere struiken en bomen geplant afkomstig vanaf elk continent ter wereld, zoals de Japanse notenboom en 40 meter hoge sequoia’s uit Noord-Amerika. Neem ook een kijkje in het Laotiaanse dorp – met van bamboe vervaardigde huizen – en de Japanse Zen-tuin, ingericht volgens het principe van Feng-Shui.
6. De oestercultuur van Étang de Thau
Étang de Thau ligt naast de stad Sète en is met een lengte van 18 kilometer en een breedte van 5 kilometer het grootste meer van de regio Languedoc-Roussillon. Slechts een zandstrook van 1 kilometer breed, Lido genaamd, scheidt deze zoutwaterlagune van de Middellandse Zee. Stap op de fiets voor een rondje van ruim 55 kilometer rondom het meer, waarbij wijngaarden, zandstranden en de vissersplaats Mèze de revue passeren.
Het meer staat vooral bekend om de hier gekweekte Bouzigues-oesters. De kweektechniek is anders dan in de rest van het land: men gebruikt hier de zogenaamde hangcultuur. Hierbij groeien de oesters aan touwen die in het water hangen. Maak een boottocht over het meer naar een van de oesterkwekerijen voor een rondleiding en een proeverij. De in deze omgeving geproduceerde witte Picpoul de Pinet-wijn vormt een tongstrelende combinatie met de oesters.
7. Sète: het Venetië van Frankrijk
De havenplaats Sète wordt het Venetië van Frankrijk genoemd en kent dan ook net als de Italiaanse stad vele grachten, kades met kleurrijke gevels en smalle straten vol levendigheid. Kijk uit over de haven met vissersboten en bezoek de zandstranden langs de lagune. Bezoek de stad in augustus en zorg dan dat je een Joutes-wedstrijd meemaakt. Dit is een traditioneel watersteekspeltoernooi onder begeleiding van muziek en entertainment op de kades. Rivaliserende partijen duwen elkaar met gebruik van lansen in het water, onder het oog van duizenden toeschouwers.
Sète ligt aan de voet van de Mont Saint-Clair. Op deze 175 meter hoge kalkstenen berg staat een kapel met een groot stenen kruis. Bereik de top via wandelroutes langs de noord- of zuidzijde. Vanaf de kapel heb je een panoramisch uitzicht over de haven en de Middellandse Zee. Bij helder weer onderscheid je zelfs de Spaanse Pyreneeën, die 300 kilometer verderop in het zuiden liggen.
8. De sluizentrap van Fonserannes in het Canal du Midi
Een van de mooiste bezienswaardigheden in Languedoc-Roussillon is het 250 kilometer lange Canal du Midi, dat een plek heeft verworven op de Unesco-werelderfgoedlijst. Het enorme kanaal, waarlangs eindeloze rijzen platanen de oevers sieren, gaat ondere andere dwars door de stad Toulouse en mondt uit in de Middellandse Zee. Kanaalbouwer Pierre-Paul Riquet verzorgde de bouw in de 17e eeuw, over een periode van 15 jaar.
Stap op een kanaalboot om de omgeving te verkennen, een leuk alternatief voor wandelen of fietsen langs de kades. Interessante onderbrekingen op de vaarroute zijn de totaal 64 sluizen. De meest spectaculaire zijn die van Fonserannes bij de stad Béziers: een sluizentrap van maar liefst zeven sluizen. Zij overbruggen over een lengte van 312 meter een hoogteverschil van ruim 21 meter. Ook vanaf de oever, zeker bij een van de lager gelegen sluizen, is dit een aantrekkelijk schouwspel: een technische choreografie van sluisdeuren en boten op verschillende hoogten.
Ontdek ook: de mooiste meren van Europa
Bekijk ze hier9. De ondergrondse wereld van de Grotte des Demoiselles
De Grotte des Demoiselles vind je op ongeveer 60 kilometer ten westen van de stad Nîmes. De naam van het grottenstelsel laat zich letterlijk vertalen naar ‘de grot van de jonge vrouwen’ en vindt zijn oorsprong in een legende over een herder en een verloren lam. Het verhaal gaat dat de herder, op zoek naar zijn lam, in de grot viel en een groep jonge vrouwen zag dansen voor hij flauwviel op de bodem van de grot.
In 1931 zijn er betonnen trappen en loopbruggen aangelegd om de grot toegankelijk te maken voor het publiek. Tegenwoordig stap je in een karretje tot diep in de grot en ga je te voet verder om de grot van dichtbij te bewonderen. Bekijk de vele druipsteenformaties, stalactieten en stalagmieten. Bijzonder is de grootste ruimte, de kathedraal genoemd: 120 meter lang, 80 meter breed en 50 meter hoog. Hier staat een druipsteenformatie die doet denken aan een standbeeld van Maria met Jezus.
10. Ontdek de culturele hoofdstad Montpellier
Montpellier is de hoofdstad van de regio Languedoc-Roussillon en staat bekend als universiteitsstad en culturele hotspot van Frankrijk. De vestingstad ontstond in de Middeleeuwen, door samenvoeging van een paar bestaande nederzettingen waar een stadswal ter bescherming tegen piraterij omheen werd gebouwd. Het historische hart van de stad is de 200 meter lange Place de la Comédie, genoemd naar de hieraan staande 18e-eeuwse Opera Comédie.
Wandel hiervandaan door de kronkelende middeleeuwse straatjes – vol met verrassende boetieks en gezellige horeca – naar de statige Promenade de Peyrou, 20 meter hoger gelegen dan de rest van de stad. Aan de ene kant van dit plein staat de 17e-eeuwse Arc de Triomph en aan de andere kant zie je de watertoren van het aangrenzende Aquaduct Saint-Clement en het waterbekken Bassin Principal. In het midden kijkt het ruiterstandbeeld van Lodewijk XIV over de omgeving uit. Vanaf het terras van de watertoren heb je een weids uitzicht over de stad en de boogconstructie van het aquaduct.