Rijden langs de Sognefjord is alsof je een Best of Norway-cd opzet. Een non-stop symfonie van valleien en gletsjers, watervallen en staafkerkjes, slechts onderbroken door de duistere wateren van het fjord. Ervaar zelf deze 200 kilometer lange zee-inham, die diep in het hart van Noorwegen kerft.
De Sognefjord ligt noordelijker dan Irkoetsk in Siberië, Churchill aan de Canadese Hudson Bay en Palmer, Alaska. Toch heeft de Sognefjord een veel milder klimaat dan die plaatsen, met dank aan de hete adem van de Warme Golfstroom. Zo is de gemiddelde dagtemperatuur in januari in Sogndal -1º Celsius, tegenover – 22 º in Churchill. En vandaar ook dat je hier regelmatig rijdt langs sappige boomgaarden en goudgele korenvelden.
Mooi rondje: Sognefjord met de klok mee, beginnend in Lærdalsøyri en eindigend in Skjolden. De totaalafstand van circa 350 kilometer (inclusief uitstapjes van de route) is af te leggen in zes dagen, maar je kunt er gemakkelijk twee weken van maken. Leuke verblijfsplaatsen langs de route zijn Lærdalsøyri, Balestrand, Solvorn en het Jostedal. De wegen zijn overal uitstekend, net als de bewegwijzering. Let wel: de ‘sneeuwweg’ tussen Aurland en het Lærdal is tot diep in de lente afgesloten. Voor deze route moet je twee ferry’s nemen én soms tol betalen.
Ze zijn zowel een vloek als een zegen: de ferry’s die je onderweg moet nemen. Een zegen vanwege de uitzichten en het kortstondige zeemansgevoel. En een vloek voor je portemonnee, want goedkoop zijn ze geenszins. Voor een enkele reis Balestrand – Fjærland (circa 1,5 uur) bijvoorbeeld betaal je voor twee personen plus auto zo’n € 65. De andere ferry die je voor deze route moet nemen is een stuk goedkoper: Vangsnes – Dragsvik voor € 11 (auto en twee personen). Er zijn ook speciale toeristische bootroutes: bijv. Gudvangen – Lærdal (door de nauwe Nærøyfjord) en Flåm – Balestrand.
Het mooiste staafkerkje van Scandinavië vind je in het gehucht Urnes. Gelegen op een paar honderd meter hoogte ziet dit donkerhouten kerkje al dik 800 jaar lang uit over het fjord. Vooral bijzonder is het houtsnijwerk, waarin kenners symbolen uit de Vikingmythologie zien. Blijkbaar hadden die vroege Noorse christenen nog twijfels over hun nieuwe geloof: wanneer het gaat om hogere machten kun je maar beter of safe spelen. Urnes is het makkelijkst bereikbaar per pont vanuit het dorp Solvorn, retourovertocht (zonder auto) ca. € 6 p.p.
De 24 kilometer lange Lærdaltunnel is de langste ter wereld. Tot de opening van deze tunnel in 2000 was de bergpas tussen Aurland en het Lærdal onderdeel van de enige verbinding over weg tussen Oslo en Bergen. Omdat die pas iedere winter maandenlang ligt ingesneeuwd, was er vaak helemaal geen doorgang over land mogelijk. De enige manier om de twee grootste Noorse steden te verbinden was dan per boot of vliegtuig.
De Jostedalgletsjer is een paradijs voor avonturiers. Vrijwel nergens ter wereld kun je makkelijker een (begeleide) gletsjerwandeling maken. De zijarm Nigardsbreen eindigt bijvoorbeeld slechts 300 meter boven zeeniveau en je kunt je auto er bijna parkeren op het eeuwige ijs. In het zomerseizoen zijn er dagelijks mogelijkheden voor begeleide wandelingen.
Nóg spectaculairder is een dagexcursie naar Styggevatnet. Bij dit op 1200 meter hoogte gelegen gletsjermeer kun je een ijswandeling combineren met kajakken tussen ijsbergen groot als vrachtwagens: Antarctica in Noorwegen. Beide excursies zijn te boeken in het bezoekerscentrum annex museum Breheimsenteret, vlakbij de Nigardsbreen in het Jostedal.
Wie Noorwegen zegt, zegt wandelen. Door heel het land loopt een netwerk van paden van de DNT, de Noorse wandelvereniging. Zij beheren ook zo’n 450 berghutten waar je (ook als niet-lid) kunt overnachten. Ook de meeste VVV ’s en hotels bieden informatie over de mooiste dagtochten in de buurt.
Bovendien hoef je je niet te beperken tot de bewegwijzerde paden. Een rotspiek, bergmeer of waterval – de Sognefjord-regio is één groot wandelwalhalla. Het mág trouwens ook, want in de Noorse natuur geldt het allemannsretten. Dit allemansrecht houdt ook in dat vrij kamperen is toegestaan, mits op minstens 150 meter afstand van woonhuizen.
Met de auto rij je in zo’n 19 uur naar beginpunt Lærdalsøyri. Je kan daarbij kiezen tussen de ferry Kiel – Göteborg of Frederikshavn – Oslo.
Dat je in Scandinavië altijd kou en regen treft is een fabeltje, de afgelopen jaren kende Noorwegen zeer zonnige, droge zomers. Juni, juli en augustus zijn de aangenaamste reismaanden, en met een beetje geluk kan mei of september ook nog. Neem wel warme kleding mee, want in de bergen kan het, ook hartje zomer, flink koud zijn.
Boek je vakantie naar Noorwegen bij ANWB Ledenreizen: hoe langer lid, hoe meer voordeel.
ANWB Homepage