Hoe maak je de beste foto's met je smartphone?
12 tips
De vakantiefoto's die je met je telefoon maakt, kunnen nog mooier. Met deze tips schiet je de beste plaatjes met je smartphone.
Tip 1: Reinig je lens (met brillendoekje of T-shirt)
Maak altijd even je lens schoon met een brillendoekje of T-shirt voordat je gaat fotograferen. Je smartphone zit in je broekzak of tas en zo wordt de lens vettig en vies. Is de lens vies, dan vermindert zeer snel de scherpte van het beeld, ook het scherpstelsysteem werkt dan niet goed meer. Deze onscherpte krijg je niet meer achteraf gecorrigeerd met fotobewerking. Gebruik geen papieren zakdoekje, want dat geeft krassen!
Tip 2: Loop naar je onderwerp i.p.v. inzoomen
Heeft je smartphone maar één lens dan kun je eigenlijk niet inzoomen zonder kwaliteitsverlies. Een enkelvoudig lenssysteem van je smartphone camera is geen optische zoom, het is digitale zoom. Steeds meer smartphones hebben meerdere lenzen en als één daarvan een telelens is, kun je soms wel inzoomen tot 10X. Maar de beste oplossing - zowel met één lens als met meerdere lenzen - is om naar je onderwerp toe te lopen. Dit heeft als voordeel dat je meer controle hebt over de achtergrond. Als je dicht bij je onderwerp staat dan kun je met een kleine verplaatsing naar links of rechts, veel beter bepalen wat er wel of niet van de achtergrond is te zien in relatie met het onderwerp.
Tip 3: Stel scherp door op het scherm te drukken
Hoe stel je scherp op je onderwerp? Maak je compositie en druk één seconde op het scherm op de plek waar je wilt scherpstellen, de smartphone zal opnieuw scherpstellen. Houd je smartphone stil en druk daarna op de ontspanknop. Je onderwerp staat helemaal scherp op de foto.
Tip 4: Weinig licht? Maak snel meerdere foto's achter elkaar
Je telefoon perfect stil houden bij het afdrukken blijft lastig. Zeker bij minder licht, als de sluitertijd automatisch iets langer wordt, zijn smartphonebeelden snel bewogen. Tip: maak meerdere foto's achter elkaar. Bij de meeste smartphones kun je de ontspanknop langer vasthouden en worden er zolang je deze vasthoudt meerdere foto's gemaakt. Bij andere smartphones moet je kiezen in de instellingen voor de 'continu-opname' modus.
Tip 5: Vertel een verhaal met je foto
Als je bewust nadenkt over wat je wilt vertellen met je foto en ook even de tijd neemt om die foto te maken, zul je al zien dat je mooiere foto’s maakt. Voegt de achtergrond iets toe aan datgene wat je wilt fotograferen? Kun je misschien de foto anders maken door de kadrering? Misschien kun je het te portretteren persoon vragen om ergens anders te gaan staan, zodat de achtergrond wel helpt bij het vertellen van je verhaal.
Tip 6: Zet je onderwerp niet altijd in het midden
Op de smartphone kun je gebruik maken van een raster in beeld. Dit raster helpt bij de ‘regel van derde’, maar zorgt er ook voor dat je de horizon recht blijft. Dit raster/hulplijnen 3x3 kun je aanzetten via de instellingen van de camera app. Bij personen, voorwerpen of gebouwen kun je gebruik maken van deze raster kruispunten/snijpunten om je onderwerp mooier in beeld te zetten. Maak de compositie zó dat je onderwerp en raster kruispunten/snijpunten samen vallen. Dus niet zomaar in het midden van het beeld je onderwerp plaatsen, maar op een derde van het beeld van links of rechts. Zo wordt de foto aantrekkelijker. Ook heb je ruimte naast je onderwerp om de achtergond te gebruiken bij het vertellen van je verhaal.
Tip 7: Ga door de knieën!
Heb je een mooie foto gemaakt van bijvoorbeeld een landschap? Bedenk dan dat je dat landschap nog een keer kunt fotograferen, maar dan net anders in beeld gebracht. Fotografeer niet alles vanaf ooghoogte, maar maak ook eens 'dezelfde' foto vanuit een lager standpunt. Ga door de knieën en schiet de foto opnieuw. Je zult zien dat door een ander standpunt een ander perspectief ontstaat. Zo worden landschappen steeds even anders en vaker interessanter.
Tips 8: Maak gebruik van de portretstand
Veel smartphones hebben een speciale opnamemodus, de portretmodus, ook wel portretstand genoemd. Het bijzondere aan deze portretstand is dat de smartphone een digitale bewerking toevoegt aan de foto. De smartphone probeert het verschil in scherpte tussen je onderwerp (vaak een persoon) en de achtergrond groter te maken. Vaak al heel mooi. Het wordt nog mooier als je op ongeveer anderhalve meter van je onderwerp gaat staan en zorgt dat de achtergrond verder weg is, het liefst meer dan drie meter. Dan kan de software in je smartphone goed het verschil herkennen tussen voor- en achtergrond en is het effect van de vage achtergrond mooier te berekenen.
Tip 9: Fotografeer liggend én staand
Maak de foto niet alleen met je smartphone in de staande verhouding, maar ook in de liggende verhouding. Draai je smartphone en maak de foto opnieuw zodat je keuzes hebt voor je fotoboek. Alle foto’s staand (of alle foto's liggend) is saai. Ook leer je hierdoor bewust te kaderen en composities te maken.
Tip 10: Zoek kleur
Geef jezelf opdracht om het fotograferen tot een spel te maken. Denk aan bijvoorbeeld kleur. Ben je op vakantie en is er een typische kleur die iedereen associeert met deze bestemming? Bijvoorbeeld de lichtblauwe kleur van de daken op de Griekse eilanden of het bloedrood van de Zweedse huizen? Ga dan op zoek naar die kleur, juist ook in andere onderwerpen, en maak veel verschillende foto’s met steeds die kleur. Als je later een fotoboek maakt, ben je heel blij met deze foto’s. Want ze zorgen voor kleur, maken sfeer en het is ook zonder tekst voor iedereen duidelijk waar je bent geweest.
Tip 11: Vraag netjes om toestemming
Vraag altijd toestemming als je foto’s maakt van de lokale bevolking. Het is gewoon netjes om dit te doen, maar ook levert het vaak een interessant gesprek op en daardoor hele mooie foto’s. De local weet vaak een veel mooier plekje weet om de foto te maken, omdat hij of zij de omgeving veel beter kent. Zo maak je een foto die niemand anders heeft!
Tip 12: Vergeet je powerbank niet
Het gebruik van de camera app op je smartphone kan ervoor zorgen dat de accu sneller leeg gaat. Vooral op vakantie, omdat je veel meer fotografeert dan normaal. Het meenemen van een extra externe accu (powerkbank) kan dan heel handig zijn. Door in de handleiding van je smartphone te zoeken wat de capaciteit van de interne accu is, kun je berekenen hoe vaak je deze kunt opladen met een powerbank. Geloof niet de aantallen die de fabrikant van de powerbank opgeeft, want de interne accucapaciteit van smartphones verschillen. Dus bereken het zelf. Rekenvoorbeeld: powerbankaccu 15.000 mAh gedeeld door accu smartphone 4200 mAh = 3,5 keer opladen.