Verkeer in de Verenigde Staten
Hoe staat het met het wegennet in de Verenigde Staten en moet je tol betalen op de snelwegen? Moet je er links of rechts rijden? Hier vind je handige info over het verkeer in de Verenigde Staten.
Verkeersregels
- Hier worden enkele belangrijke algemene verkeersregels vermeld, waaronder een aantal verkeersregels die afwijken van de Nederlandse.
- Let op: Elke Amerikaanse staat heeft zijn eigen verkeersregels. De hier vermelde algemene verkeersregels, gelden in de meeste staten.
Veilig rijden
Rijden onder invloed
- In alle staten is het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed 0,8 promille.
- Voor personen jonger dan 21 jaar geldt in alle staten een absoluut alcoholverbod.
- Het is verboden te rijden onder invloed van drugs.
Mobiele telefoon
- In veel staten en ook in diverse steden is het bellen en/of sms'en en appen met een mobiele telefoon (of ander mobiel apparaat) tijdens het rijden verboden. In sommige gevallen is ook handsfree bellen verboden.
- In diverse staten gelden voor jonge of beginnende bestuurders strengere regels, zoals een algeheel verbod op het gebruik van draadloze elektronische communicatieapparatuur.
Basisverkeersregels
- Je moet rechts rijden en links inhalen.
Voorrang
- Een bestuurder die een kruispunt van gelijkwaardige wegen nadert, moet voorrang verlenen aan bestuurders van rechts, tenzij door verkeerstekens anders wordt aangegeven.
- Op kruispunten met op alle wegen het achthoekige stopbord (voorzien van een onderbord met de tekst 4-way of All way) moet iedere bestuurder stoppen. De bestuurders rijden vervolgens weer verder in volgorde van aankomst. Als twee bestuurders op een dergelijk kruispunt min of meer gelijktijdig stoppen, moet aan de bestuurder van rechts voorrang worden verleend. Als twee elkaar tegemoet rijdende bestuurders op een dergelijk kruispunt gelijktijdig stoppen, moet de bestuurder die afslaat, voorrang verlenen aan de bestuurder die rechtdoor rijdt.
- Gewoonlijk moeten bestuurders op een secundaire weg voorrang verlenen aan bestuurders op een hoofdweg, tenzij door verkeerstekens anders wordt aangegeven.
- Let op: Op T-splitsingen moet een bestuurder op de weg die eindigt, gewoonlijk voorrang verlenen aan verkeer op de doorgaande weg.
- Als op een kruispunt twee elkaar tegemoet rijdende bestuurders beiden linksaf willen slaan, moeten zij voor elkaar langs gaan.
- Voetgangers hebben voorrang op oversteekplaatsen, ook als deze niet op de weg zijn gemarkeerd.
Passeren
- Op smalle bergwegen hebben stijgende voertuigen voorrang op dalende voertuigen.
Rotonde
- De voorrangsregels bij een rotonde kunnen per staat verschillen. In veel staten is in de wet vastgelegd dat een bestuurder die een rotonde wil oprijden, voorrang moet verlenen aan bestuurders die al op de rotonde rijden.
Inhalen
- Op snelwegen met twee of meer rijstroken in dezelfde rijrichting is rechts inhalen toegestaan. Houd hier rekening mee bij het wisselen van rijstrook. Het is ook toegestaan links te blijven rijden, tenzij anders wordt aangegeven.
- Rijdende trams moeten rechts worden ingehaald, maar op eenrichtingswegen mag de tram ook links worden ingehaald.
- Bestuurders mogen stilstaande trams met in- en uitstappende passagiers alleen voorzichtig met 10 mph (16 km/h) voorbijrijden als er een safety zone (vluchtheuvel) aanwezig is.
Schoolbus
- Bestuurders mogen een stilstaande schoolbus met knipperende rode lichten niet voorbijrijden, ongeacht uit welke richting ze komen.
- Bestuurders moeten stoppen op 6 m afstand en mogen pas weer wegrijden als de rode knipperlichten zijn gedoofd.
Verkeerslichten
- Tenzij uit borden anders blijkt (No turn on red), is naar rechts afslaan bij een rood verkeerslicht toegestaan. Bestuurders moeten wel altijd eerst stoppen bij rood en op de juiste wijze voorrang verlenen aan het andere verkeer voor ze afslaan. Let op: In New York City is het verboden om rechtsaf te slaan bij rood, tenzij er een bord staat dat het mag.
- Een rood knipperend verkeerslicht bij een kruispunt heeft dezelfde betekenis als het achthoekige rode stopbord.
Geluidssignalen
- Het geven van geluidssignalen is alleen toegestaan als er een direct gevaar voor een aanrijding bestaat en op smalle bergwegen bij onoverzichtelijke bochten met een vrij zicht van minder dan 200 ft (60 m).
Rijstroken en strepen op de weg
- Witte strepen scheiden rijstroken met verkeer in dezelfde richting. Gele strepen scheiden rijstroken met verkeer in tegengestelde richting.
- Rijstroken die zijn gereserveerd voor een speciale groep voertuigen (bussen, fietsers e.d.), zijn herkenbaar aan zwart-witte borden waarop wordt vermeld om welke voertuigensoort het gaat. De tekst HOV betekent High occupancy vehicle, een voertuig met meerdere personen aan boord. De toevoeging 2+ (bijvoorbeeld) betekent minimaal twee inzittenden. Op het wegdek worden deze stroken aangeduid met een witte ruit.
- Bestuurders die linksaf slaan naar een weg met twee of meer rijstroken in dezelfde rijrichting, moeten na het afslaan eerst de meest links gelegen rijstrook kiezen en van daaruit geleidelijk naar rechts opschuiven.
- Op wegen met meer dan twee rijstroken in dezelfde rijrichting wordt, met name in stedelijke gebieden, de meest rechtse rijstrook in de regel gebruikt voor invoegende en uitvoegende voertuigen. Bestuurders die hun weg vervolgen, hanteren het Keep your lane-systeem. Hierbij moet een eenmaal gekozen rijstrook gevolgd worden, ook als de rijstrook aan de rechterzijde leeg is en je naar Nederlandse begrippen weer naar rechts zou moeten gaan.
Parkeren en stilstaan
- Auto's moeten altijd aan de rechterkant van de weg worden geparkeerd. Op eenrichtingswegen mag je ook aan de linkerkant parkeren.
- Bij het parkeren op een helling moeten de voorwielen van de auto tegen de stoeprand worden gedraaid.
- Parkeren op bepaalde tijden, aangegeven op borden, is toegestaan lang een weg met een groene stoeprand.
- Parkeren is gewoonlijk verboden op onder andere de volgende plaatsen:
- Langs een weg gemarkeerd met een gele (of witte) stoeprand.
- Langs een weg met een blauwe stoeprand. Gehandicapten mogen hier wel parkeren.
- Op meer dan 30 cm van de stoeprand.
- Binnen 5 m van een brandkraan.
- Binnen 6 m van een kruising.
- Binnen 6 m van een voetgangersoversteekplaats.
- Binnen 6 m van de ingang van een brandweerkazerne of een ambulancepost en binnen 23 m aan de overkant ervan.
- Binnen 10 m van een safety zone voor voetgangers en tussen de zone en de stoeprand.
- Binnen 15 m van een spoorwegovergang.
- Stilstaan is verboden op onder andere de volgende plaatsen:
- Op een brug of in een tunnel.
- Langs een weg met een rode stoeprand.
Hulpverleningsvoertuigen
- Bestuurders die een politieauto, brandweerwagen of ziekenauto tegenkomen die licht- en geluidssignalen voert, moeten indien mogelijk aan de rechterzijde van de weg stoppen totdat deze voorbij is.
- In veel staten is het verplicht om bij het naderen van een stilstaand hulpverleningsvoertuig met zwaailicht de dichtstbijzijnde rijstrook vrij te maken, mits dat veilig kan of om langzamer te gaan rijden aangepast aan de verkeersomstandigheden (Move Over Law).
Alcohol meenemen
- In de meeste staten is het meenemen van een geopende fles of een geopend blik met een alcoholhoudende drank verboden.
- In sommige staten mogen bestuurders onder de 21 jaar geen gesloten fles of blik met een alcoholhoudende drank in de auto vervoeren tenzij ze worden vergezeld door een ouder of voogd.
Infrastructuur
- De hoofdverkeersaders in de Verenigde Staten zijn de Interstate Highways die van kust naar kust lopen. Het zijn brede autosnelwegen, soms met tolheffing (turnpikes), met minstens zes en soms wel twaalf rijstroken.
- Daarnaast heb je de Superhighways of Expressways, die ook zes tot twaalf rijstroken hebben en de Freeways, die meestal vier of zes rijstroken hebben.
- Voor kortere afstanden is er een dicht net van primaire en secundaire hoofdwegen die als Routes bekendstaan.
- Landwegen met een wegdek van grind of gravel (gravel roads) en onverharde wegen komen alleen voor in afgelegen gebieden.
- Zelfs in de natuurreservaten zijn nog prima verharde wegen.
Verkeersveiligheid
- Autorijden in de Verenigde Staten is anders dan in Europa, alleen al vanwege de vaak lange afstanden die je er moet afleggen.
Rijomstandigheden
- Controleer bij lange ritten altijd de weersomstandigheden en in het bijzonder bij ritten door de bergen, in woestijngebieden of in afgelegen gebieden.
- Houd er rekening mee dat vrachtwagens in de Verenigde Staten sneller rijden en vaker inhalen dan in Europa.
- Slaap niet in je auto langs de weg of op parkeerplaatsen onder andere vanwege het risico van criminaliteit.
- Blijf zoveel mogelijk op de hoofdwegen.
- Parkeer op goed verlichte parkeerplaatsen en laat geen waardevolle spullen achter in een geparkeerde auto.
Pechhulp
Pech
- Bel de algemene hulplijn +1 800 222 4357. De pechhulp wordt verzorgd door de AAA (American Automobile Association), de Amerikaanse pechhulpverleningsdienst die 24 uur per dag bereikbaar is. Zie aaa.com/International voor meer informatie.
- Rijd je in een huurauto, bel dan de verhuurder. Deze kan je gewoonlijk verder helpen.
- Bel ook de ANWB Alarmcentrale.
- Bekijk welke pechhulp wordt vergoed in de Verenigde Staten met het ANWB Wegenwacht Europa Plus pakket op anwb.nl/wegenwacht/europa/europaplus.
Ongeval
- Bel het landelijke alarmnummer 911.
- Het is verplicht een ongeval te melden bij de politie, sheriff of highway patrol als bij het ongeval gewonden zijn gevallen.
ANWB Alarmcentrale
- Tel. +31 70 314 14 14
- Ga naar anwb.nl/alarmcentrale voor meer informatie over pechhulp of hulpverlening aan betrokkenen bij een ongeval in het buitenland.