Skikleding wassen? Zo doe je dat
Hè, dat was lekker, een weekje skiën! Alleen: de tas met vuile skikleding staat nog naast de wasmachine… We leggen in zes eenvoudige stappen uit hoe je jouw skikleding het beste kunt wassen en impregneren.
De meeste skikleding (zeker de jassen en broeken) is gemaakt van kunststoffen als polyester en polyamide. Die stoffen zijn sterk, licht en waterafstotend en daarmee heel geschikt voor gebruik in de sneeuw. Vaak krijgen deze stoffen nog een extra behandeling om ze waterdicht te maken. In de wat duurdere skikleding zijn ook membranen toegepast die ervoor zorgen dat sneeuw of regen niet naar binnen kan, maar waterdamp (zweet) wel naar buiten. Jouw skikleding zit kortom best technisch in elkaar. Om er lang plezier van te hebben moet je die met verstand wassen en goed onderhouden.
1) Lees het wasetiket
De fabrikant maakt het je in principe makkelijk door een wasetiket in z’n skikleding te naaien. Als je de aanwijzingen op dat etiket volgt kan het eigenlijk niet mis gaan. Maar dan moet je wel weten wat die symbolen betekenen:
- Wasteil met cijfer erin: dit kledingstuk kan in de wasmachine op de aangegeven temperatuur.
- Wasteil met cijfer erin en streep eronder: mag in de wasmachine op deze temperatuur op een fijnwasprogramma.
- Wasteil met hand erin: dit kledingstuk mag je alleen op de hand wassen.
- Strijkijzer met stippen: je mag dit kledingstuk strijken op de aangegeven temperatuur (die overeenkomt met de stippen op je strijkijzer).
- Strijkijzer met kruis erdoor: dit kledingstuk mag je niet strijken.
- Vierkant met cirkel: dit kledingstuk mag in de droger.
- Vierkant met cirkel en één stip: het kledingstuk mag in de droger, maar alleen op een kort programma of een lage temperatuur.
- Vierkant met cirkel en kruis erdoor: dit kledingstuk mag niet in de droger.
- Vierkant met horizontale lijn erin: dit kledingstuk moet je liggend drogen.
- Vierkant met verticale lijn erin: dit kledingstuk kun je hangend drogen.
- Cirkel met een P of F erin: dit kledingstuk kun je laten stomen.
2) Weinig wasmiddel, geen wasverzachter
Over het algemeen was je skikleding op een lage temperatuur (30 graden) op een fijnwasprogramma. Wassen op hogere temperaturen kan de waterdichte coating van de kleding beschadigen. Gebruik weinig wasmiddel (kies een speciaal wasmiddel voor sport- en outdoorkleding) en vermijd wasverzachter. Wasverzachter verstopt de poriën in de stof die je jas ademend maken en kan ook de waterdichtheid van de stof aantasten. Heeft jouw jas een vulling van dons? Dan heb je een speciaal donswasmiddel nodig.
Controleer of alle zakken leeg zijn, sluit ritsen, knopen en klittenbandsluitingen en draai de kleding binnenstebuiten. Prop de machine niet te vol, want skikleding die dicht op elkaar gepakt zit wordt minder goed schoon dan kleding die een beetje de ruimte heeft.
3) Centrifugeren en drogen
Centrifugeer op een laag toerental en niet te lang. Afhankelijk van wat het wasetiket aangeeft mag je skijas of -broek wel of niet in de droger. Als het kledingstuk er in mag, kies je een licht programma en een lage temperatuur.
4) Skikleding (opnieuw) waterdicht maken
Van een nieuw(e) skijack of skibroek mag je verwachten dat die waterdicht is en ook na een wasbeurt waterdicht blijft. Maar misschien is jouw skikleding al wat ouder of heb je tijdens de laatste skivakantie gemerkt dat die niet meer helemaal waterdicht was. In dat geval kun je een nieuwe waterdichte laag aanbrengen. Dat doe je door de kleding na de wasbeurt opnieuw te wassen met een speciaal impregneermiddel. Er zijn ook spuitbussen te koop waarmee je je kleding opnieuw van een waterdichte laag voorziet.
Meer informatie over waterdichte kleding
5) Strijken
Of je het belangrijk vindt met een scherpe vouw in je skibroek op de piste te verschijnen is aan jou. Het wasetiket geeft in ieder geval aan of je je skibroek of -jas mág strijken. Als je het doet, kies dan een lage temperatuur zodat de waterdichtheid intact blijft.
6) Opbergen
Als je je gewassen skikleding de rest van het jaar niet gebruikt, kun je die het beste aan een haakje in de kast ophangen of losjes opgevouwen op een kastplank leggen.