Links rijden
In Zuid-Afrika moet je links rijden en rechts inhalen.
Rijden onder invloed
Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,5 promille. Je mag niet rijden onder invloed van drugs.
Mobiele telefoon
Je mag tijdens het rijden geen mobiele telefoon gebruiken. Je mag wel handsfree bellen.
Kruispunten
- Op kruispunten is in de regel met borden aangegeven wie voorrang heeft. Is dat niet het geval, dan geldt er geen voorrangsregeling. Je moet in dat geval altijd stoppen en alleen verder rijden als dat veilig kan.
- Op kruispunten met op alle wegen het achthoekige stopbord (voorzien van een onderbord met in het wit 3- of 4-way) moet iedere bestuurder stoppen. Het voertuig dat het eerst bij de kruising was, mag dan het eerst wegrijden.
- Als een ruiter of een begeleider van een of meer dieren een bestuurder mondeling of met een handgebaar verzoekt te stoppen, is deze verplicht daar gehoor aan te geven.
Rotonde
Een bestuurder die een rotonde wil oprijden, moet voorrang verlenen aan bestuurders van rechts, tenzij met verkeerstegeks anders is aangegeven.
Inhalen
- Binnen de bebouwde kom is op wegen met twee of meer rijstroken in dezelfde rijrichting links inhalen toegestaan.
- Op tweebaanswegen met een vluchtstrook wordt van een bestuurder die wordt ingehaald, verwacht dat deze naar de vluchtstrook uitwijkt om het inhalen van de andere bestuurder te vergemakkelijken, mits deze dit zonder gevaar kan doen en er een vrij zicht is van 150 m over de weg. Het is gebruikelijk om de bestuurder die uitwijkt, te bedanken door met de lichten te knipperen).
- Op snelwegen met twee of meer rijstroken in één richting moet de bestuurder op de meest rechtse rijstrook weer naar links als een achteropkomende bestuurder aangeeft te willen inhalen door te toeteren of met de lichten te knipperen.
Verkeerslichten
Afslaan bij rood licht is toegestaan als er een groene of rode richtingspijl knippert. Wel moet je als bestuurder verplicht eerst stoppen en voorrang verlenen aan het overige verkeer.
Toeteren
Het geven van geluidssignalen is alleen toegestaan als er direct gevaar voor een aanrijding bestaat. Er zijn speciale verkeersborden die toeteren verbieden, bijvoorbeeld vlakbij een ziekenhuis.
Rijstroken en strepen op de weg
De strepen aan de zijkant van de weg (kantlijnen) zijn:
- Geel op rijbanen met verkeer in twee richtingen.
- Geel aan de linkerzijde en wit aan de rechterzijde op rijbanen met verkeer in één richting.
Wegen kunnen zijn voorzien van een centraal gelegen wisselstrook, waarvan de rijrichting wordt geregeld met verkeerslichten en/of verkeersborden. Deze strook is gemarkeerd met dubbele witte onderbroken strepen.
Parkeren en stilstaan
Het is verboden te parkeren aan de rechterkant van de weg (tegen de rijrichting in), ook in parkeervakken aan de rechterkant. In een straat met eenrichtingsverkeer mag je wel aan de rechterkant parkeren. Op de openbare weg geldt binnen de bebouwde kom een maximale parkeertijd van 7 dagen, buiten de bebouwde kom van 24 uur.
Parkeren is onder meer verboden op de volgende plaatsen:
- Langs een gele doorgetrokken streep aan de kant van de weg.
- Langs wegen met verkeer in twee richtingen, die niet breder zijn dan 5,5 m.
- Op meer dan 45 cm van de stoeprand.
- Binnen 1,5 m van een brandkraan.
- Binnen 5 m van een kruising.
- Binnen 9 m voor een voetgangersoversteekplaats.
- Bij tram- en bushaltes.
Stilstaan mag onder meer niet op de volgende plaatsen:
- Langs een rode doorgetrokken streep langs de kant van de weg.
- Binnen 6 m van een brug, onderdoorgang of een tunnel.
- Binnen 6 m van een wegversmalling.
- Aan de rechterkant van de weg tegen de rijrichting in.
- Op een weg minder dan 9 m breed langs of tegenover een ander voertuig.