Verkeersregels in Zweden
Ga snel naar
Afwijkende verkeersregels
Verplicht mee in de auto
Maximumsnelheid
Verkeersboetes
Ga snel naar
Afwijkende verkeersregels
Verplicht mee in de auto
Maximumsnelheid
Verkeersboetes
Sommige verkeersregels in Zweden zijn anders dan in Nederland. We geven hieronder een overzicht van de belangrijkste en afwijkende verkeersregels.
Als je een rotonde op wilt rijden, moet je voorrang verlenen aan bestuurders die al op de rotonde rijden. Er zijn in Zweden ook kruisingen met een cirkel in het midden die eruitzien als een rotonde, maar waar geen borden bij staan die aangeven dat het om een rotonde gaat. Op dergelijke kruisingen moet je voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen.
Het voeren van dimlicht of dagrijlicht (ook led) overdag is verplicht. Let op: In tunnels, bij weinig licht en bij slecht zicht is dagrijlicht niet voldoende en moet je dimlicht voeren.
Het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed is 0,2 promille.
De kans op aanrijdingen met wilde dieren, zoals dassen, vossen, wilde zwijnen, rendieren en elanden, is groot in Zweden. Let daarom goed op de gele waarschuwingsborden en wees extra waakzaam in de ochtend- of avondschemer, langs bosranden, bij het oversteken van water en in de lente (jonge elanden) en de herfst (jachtseizoen).
Je mag een tram aan de rechterkant inhalen, tenzij daar geen ruimte is en links inhalen zonder gevaar kan. Op eenrichtingswegen mag je een tram ook links inhalen. Als een tram stopt bij een halte zonder vluchtheuvel voor passagiers, moet je achter de tram blijven wachten.
Als een bus bij een bushalte stopt en er achter op die bus een knipperend bord met 30 wordt weergegeven, mag de bus slechts met een snelheid van 30 km/h worden ingehaald.
Het is verboden stil te staan of te parkeren op plaatsen waar je voertuig niet goed zichtbaar is (zoals na een scherpe bocht of boven aan een heuvel) of een obstakel vormt voor het overige verkeer.
Het is bovendien verboden stil te staan en te parkeren op onder andere de volgende plaatsen:
Binnen 10 m voor een voetgangers- of een fietsoversteekplaats.
Binnen 10 m van een kruising.
Op auto(snel)wegen.
Op voet- en fietspaden en bus- en trambanen.
Het is verboden te parkeren aan de linkerkant van de weg (tegen de rijrichting in), ook in parkeervakken aan de linkerkant. In een straat met aan de rechterzijde een tram en in straten met eenrichtingsverkeer mag je wel aan de linkerkant parkeren.
Parkeren is onder andere verboden op de volgende plaatsen:
Langs voorrangswegen.
Binnen 30 meter voor of na een kruising.
Binnen 20 m voor en 5 m na een tram- of bushalte.
Binnen 30 m van een spoorwegovergang.
Invoegstroken op snelwegen kunnen zeer kort zijn. Houd er rekening mee dat bestuurders van invoegende voertuigen ervan uitgaan dat ze van andere bestuurders de ruimte krijgen.
Veel wegen in Zweden hebben brede vluchtstroken. Langzamere voertuigen mogen op hoofdwegen (geen snelwegen) buiten de bebouwde kom tijdelijk uitwijken naar de vluchtstrook om achteropkomend verkeer te laten passeren. Dit is echter niet verplicht.
Slepen op de snelweg is toegestaan tot uiterlijk de eerste afrit. Als de sleepkabel of -stang langer is dan 2 m, moet deze worden gemarkeerd met een felgekleurde doek of vlag.
Lading mag in de breedte aan beide kanten maximaal 20 cm uitsteken tot een maximumbreedte van 2,60 m.
Lading die naar voren uitsteekt of meer dan 1 m naar achteren uitsteekt, moet worden gemarkeerd met een rood-gele vlag of doek en in het donker of bij slecht zicht met reflectoren en verlichting (vóór wit, achter rood).
Op wegen waar een fiets- of voetpad ontbreekt, dienen voetgangers zoveel mogelijk aan de linkerkant van de weg te lopen. Skiërs, rolschaatsers en vergelijkbare weggebruikers die net iets sneller gaan dan voetgangers, mogen eventueel ook de uiterste rechterkant van de weg gebruiken.
Voetgangers (dus ook hardlopers) moeten op fietspaden en paden voor zowel fietsers als voetgangers aan de linkerkant lopen. Op voetpaden moeten voetgangers rechts aanhouden.
Het is in Zweden verboden een mobiele telefoon of vergelijkbare apparatuur in de hand te houden tijdens het rijden. Het is ook verboden om communicatie- of navigatieapparatuur te bedienen tijdens het rijden.
Het meenemen en gebruiken van radardetectieapparatuur is verboden. Voor zover bekend is het gebruik van apparatuur met signalering voor vaste flitspalen of trajectcontroles (zoals navigatieapparatuur en telefoons) toegestaan.
Let op: Kinderen die kleiner zijn dan 1,40 m, mogen alleen op de voorstoel worden vervoerd als de airbag voor die stoel is uitgeschakeld. In Zweden wordt geadviseerd om kinderen tot vier jaar met de rug naar voren in een goedgekeurd en passend kinderzitje te vervoeren. Ook als een kind met de rug naar voren, voor in de auto, in een kinderzitje wordt vervoerd, moet de airbag uitgeschakeld zijn. Kinderen jonger dan vier jaar die met het gezicht naar voren worden vervoerd, moeten op de achterbank worden geplaatst. Kinderen onder de drie jaar mogen niet reizen in een voertuig zonder kinderzitje (behalve in een taxi).
Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om ervoor te zorgen dat kinderen die jonger zijn dan vijftien jaar maar langer dan 1,35 m, een veiligheidsgordel dragen.
In Zweden kun je een boete krijgen als je je huisdier los in de auto vervoert. Je moet het dier vervoeren in een reismand of -kennel, in een speciaal tuigje dat is vastgemaakt met de autogordel of achter een net of rek in de kofferruimte. Lees hier meer informatie over hoe je jouw huisdier zo veilig mogelijk vervoert in de auto.
Lading mag in de breedte aan beide kanten maximaal 20 cm uitsteken. Lading die naar voren uitsteekt of meer dan 1 m naar achteren uitsteekt, moet worden gemarkeerd met een rood-gele vlag of doek en in het donker of bij slecht zicht met reflectoren en verlichting (vóór wit, achter rood).
Fietsen op een fietsendrager mogen aan beide kanten maximaal 20 cm uitsteken. Als de fietsendrager de achterlichten en reflectoren van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet de drager zijn voorzien van een verlichtingsbalk.
Als de fietsendrager of bagagebox op de trekhaak de kentekenplaat van je voertuig geheel of gedeeltelijk bedekt, moet je er een witte kentekenplaat op aanbrengen met het kenteken van het voertuig. Je moet in dat geval ook een ovale witte NL-sticker aanbrengen op de fietsendrager of bagagebox. Je mag de sticker niet op de witte kentekenplaat plakken. Je kunt de NL-sticker eventueel op een fiets aanbrengen. Een NL-sticker is verkrijgbaar via anwb.nl/webwinkel.
Het gebruik van winterbanden (met of zonder spijkers) is verplicht van 1 december t/m 31 maart bij winterse omstandigheden. Dit voorschrift geldt ook voor Nederlandse auto's. Winterse omstandigheden zijn onder andere sneeuw of ijs op de weg of een nat wegdek in combinatie met temperaturen rond of onder nul graden. De politie heeft de bevoegdheid om te bepalen wanneer er sprake is van winterse omstandigheden op bepaalde wegen of wegdelen. Als er geen sprake is van winterse omstandigheden, is het gebruik van zomerbanden toegestaan, zelfs in de periode van 1 december t/m 31 maart.
Banden moeten zijn voorzien van het sneeuwvloksymbool (3PMSF) of de aanduiding M+S, maar in dat laatste geval moeten de banden wel speciaal zijn ontworpen voor winterse omstandigheden (zo worden vierseizoensbanden met de aanduiding M+S niet gezien als winterbanden). De ANWB adviseert je om banden te gebruiken met het sneeuwvloksymbool. Meer informatie: anwb.nl/winterbanden. Na 30 november 2024 gelden in Zweden alleen winterbanden met het sneeuwvloksymbool als winterbanden.
Winterbanden moeten wettelijk een profieldiepte hebben van ten minste 3 mm. Winterbanden moeten daarnaast op alle wielen worden gemonteerd. Bij winterse omstandigheden moeten winterbanden ook op de wielen van een aanhanger zijn gemonteerd.
Sneeuwkettingen - Het gebruik van sneeuwkettingen is toegestaan tijdens winterse omstandgheden of als de weg is bedekt met sneeuw of ijs.
Zware voertuigen - Winterbanden van voertuigen met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg moeten zijn voorzien van het sneeuwvloksymbool, de aanduiding POR (Professional Off Road) of de aanduiding M+S, maar in het laatste geval moeten de banden wel speciaal zijn ontworpen voor winterse omstandigheden. De minimale profieldiepte van winterbanden voor deze voertuigen is 5 mm.
Bij winterse omstandigheden wordt het aangeraden de volgende winteruitrusting mee te nemen in de auto: ruitenwisservloeistof met antivries en een sneeuwschep. Het wordt daarnaast aangeraden in de winter een sleepkabel, startkabels, een reflecterend veiligheidsvest en warme kleren mee te nemen in de auto.
Let op: Een eventuele fietsendrager wordt achterop wordt meegerekend in de lengte.
Voor het vervoeren van een aanhanger met een ondeelbare lading van maximaal 3,10 m breed (of een boot van maximaal 3,50 m breed) hoeft mogelijk geen speciale vergunning te worden aangevraagd. Ga voor meer informatie naar bransch.trafikverket.se/en/startpage (Engelstalig) en zoek op Transport exemption.
De hierna vermelde verkeersregels voor een fiets gelden ook voor een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/h en een vermogen tot 250 watt (elcykel).
Het dragen van een fietshelm is verplicht voor kinderen jonger dan vijftien jaar die fiesten of op een fiets worden vervoerd. Als een kind tot vijftien jaar geen helm draagt, kunnen de ouders of begeleiders (van vijftien jaar of ouder) hiervoor een boete krijgen. Alle fietsers wordt geadviseerd een helm te dragen.
Hoewel mobiel bellen op de fiets niet wettelijk verboden is, kan er een boete worden gegeven wanneer het bellen een negatieve invloed heeft op het rijgedrag of als daarmee het overige verkeer in gevaar wordt gebracht.
Fietsen moeten in het donker en bij slecht zicht zijn voorzien van vaste lampen. Voor op de fiets moet het licht de kleur wit hebben en achter op de fiets de kleur rood. Het achterlicht mag ook knipperend rood zijn.
Kinderen mogen tot en het met jaar dat ze 8 jaar worden, op de stoep of een voetpad rijden als er geen fietspad aanwezig is.
Waar fietspaden ontbreken, moeten fietsers zoveel mogelijk aan de rechterkant van de weg rijden. Een fietser in Zweden mag op een weg met een fietspad ernaast desgewenst ook op de weg fietsen, mits de maximumsnelheid op die weg niet hoger is dan 50 km/h en mits de fietser 15 jaar of ouder is en extra voorzichtigheid betracht,
Fietsers mogen van voetgangerszones gebruikmaken, mits voetgangers daar geen hinder van ondervinden en zij nagenoeg met loopsnelheid rijden.
Op een oversteekplaats voor fietsers zonder verkeerslichten, die wordt aangegeven met blokmarkeringen op de weg, heb je als fietser géén voorrang. Je moet dus voorrang verlenen aan het verkeer op de weg die je wilt oversteken, maar het verkeer op die weg moet wel rekening houden met overstekende fietsers door de snelheid aan te passen.
Afslaand verkeer of verkeer dat een rotonde verlaat, moet voorrang verlenen aan fietsers op een oversteekplaats voor fietsers.
Fietsers mogen bij het naar links afslaan niet voorsorteren. Zij moeten rechts blijven rijden tot de overzijde van de kruisende weg en daar linksaf gaan als dit zonder gevaar kan.
De Nederlandse verkeersregels vind je hier.
Ga je met de auto naar Zweden, dan ben je verplicht deze spullen bij je te hebben.
Verplicht:
ANWB advies: De gevarendriehoek moet alleen in auto's met een Zweeds kenteken aanwezig zijn. De ANWB adviseert bestuurders van een voertuig met een Nederlands kenteken een gevarendriehoek mee te nemen voor de veiligheid. Controleer bij het huren van een auto altijd of de verplichte uitrusting aanwezig is en zorg voor veiligheidsvesten voor alle inzittenden. Daarnaast adviseren we om een verbanddoos, brandblusser, sleep- en startkabels en reservelampen mee te nemen. Bekijk hier de artikelen in de webwinkel.
Om in Zweden te komen, kiezen de meeste mensen voor een route door Duitsland en Denemarken. Check hier welke items daar verplicht zijn in de auto.
Alleen bestuurders van een motor met zijspan of trike met een Zweeds kenteken zijn verplicht een gevarendriehoek mee te nemen.
Je hebt pech of een ongeval. Hoe gebruik je de gevarendriehoek in Zweden?
Om in Zweden te komen, kiezen de meeste mensen voor een route door Duitsland en Denemarken. Check hier welke items daar verplicht zijn in de auto.
Hier vind je de algemene toegestane maximumsnelheden per voertuig. Blijf altijd ter plaatse opletten of borden anders aangeven, houd dan die maximumsnelheid aan.
Let op: Deze maximumsnelheden gelden ook als je rijdt met een ongeremde aanhanger (aanhangwagen of caravan) met een totaal gewicht van minder dan 750 kg, mits het totale gewicht of het leeggewicht van de aanhanger niet groter is dan de helft van het leeggewicht van het trekkende voertuig.
<3.500 kg
>3.500 kg
Let op: Voor een camper >3.500 kg die is geregistreerd als bedrijfswagen, is de maximumsnelheid 80 km/h buiten de bebouwde kom en 90 km/h op autosnelwegen.
Let op:
Eenvoudige verkeersovertredingen kunnen direct, ter plekke, worden betaald. Het is gebruikelijk boetes met een bankoverschrijving te betalen. Meer informatie. Creditcards worden niet geaccepteerd. Parkeerboetes kunnen ook door parkeerwachters en beheerders van parkeerplaatsen worden uitgeschreven. Wanneer je beroep aantekent tegen een parkeerboete, moet je wél eerst de boete betalen.
Onderstaande bedragen zijn richtlijnen.
Snelheidsovertreding op wegen met maximumsnelheid tot 50 km/h
Snelheidsovertreding op wegen met maximumsnelheid 50 km/h of hoger
Door rood licht rijden
Parkeerovertreding
Rijden zonder veiligheidsgordel
Rijden onder invloed
Rijden zonder winterbanden
Bekeuringen die in Zweden worden opgelegd door een private beheerder van een parkeerplaats worden vaak overgedragen aan een internationaal incassobureau. Voor meer informatie, zie anwb.nl/juridisch-advies/op-vakantie.