Rijden bij storm
Windkracht 9 of hoger op de schaal van Beaufort noemen we een storm. Door de flinke windstoten kan je auto, motor of scooter een onverwachte slinger maken. Dat vraagt om aangepast rijgedrag en extra alertheid. Onze tips helpen je veilig op je bestemming te komen.
Files door slecht weer vermijden? Gebruik de ANWB Onderweg app. Deze app toont tijdens het navigeren actuele verkeersinformatie, files, flitsers en werkzaamheden. De app heeft ook een filelijst en filekaart. |
1. Verminder je snelheid
Met een lagere snelheid houd je je voertuig beter onder controle. In sommige gevallen raden we aan je snelheid extra aan te passen. Bijvoorbeeld wanneer je in een hoog voertuig, bij hevige regen of door waterplassen rijdt. We leggen uit waarom.
Een hoog voertuig
Windstoten raken een SUV, busje, vrachtwagen, caravan of aanhanger nog veel harder. Rijden met een caravan of aanhanger wordt bij storm soms afgeraden, omdat ze makkelijk omver geblazen kunnen worden.
Hevige regen
Tijdens een hevige hoosbui kan je soms weinig zien. Als het dan ook nog donker is, kan rijden bij wateroverlast helemaal gevaarlijk worden. Let daarom op je snelheid, afstand en zet je verlichting aan. Dan kunnen andere weggebruikers je beter zien.
Waterplassen
Rijd rustig door grote waterplassen op de weg. Anders kan er een waterlaagje ontstaan tussen de band en het wegdek, waardoor je voertuig korte tijd onbestuurbaar wordt en kan slippen. Aquaplaning heet dat. Haal in zo'n geval je voet rustig van het gas af en probeer niet te sturen, totdat je weer grip hebt.
2. Houd meer afstand
Bij normale weersomstandigheden kun je met de 2 seconden regel inschatten of je genoeg afstand houdt. Bij storm kun je het beste nóg meer afstand houden. Dan heb je meer tijd om te reageren op onverwachte gevaarlijke situaties. Bekijk ook de pagina Afstand houden, hoe hoort dat eigenlijk?
3. Houd het stuur met twee handen vast
Zo kun je het beste reageren op windstoten die de auto plotseling opzij duwen. Wees extra alert bij bruggen, dijken en open vlaktes. Daar heeft de wind vrij spel en raken windstoten je voertuig extra hard. Wees je er ook van bewust dat als je vlak langs een gebouw of vrachtauto rijdt, je even in de luwte rijdt. Zodra je er voorbij bent, krijg je de volle laag.
4. Wees alert op andere weggebruikers
Iedereen rijdt minder voorspelbaar dan je gewend bent. Vooral motorrijders, scooters en fietsers kunnen door windstoten plotseling van hun baan afwijken en gevaarlijk dichtbij komen.
5. Zoek een veilige parkeerplek
Om stormschade te voorkomen, kun je je voertuig het beste niet parkeren onder een boom. Kies als het kan voor een overdekte plek, zoals een garage, onder een overkapping of onder een carport. Vallende takken of een complete boom die omvalt, kunnen je voertuig enorm beschadigen.
6. Blijf thuis als je niet de weg op hoeft
De auto is geen veilige plek als het stormt. Blijf daarom bij voorkeur binnen. Of kies ervoor om op een later tijdstip te vertrekken. Voorkomen is beter dan genezen.
Deel deze pagina