Amsterdam 750 jaar Noord
Nederland, Noord-Holland, Amsterdam
Amsterdam-Noord is tegenwoordig dé creatieve hotspot van de hoofdstad in een fraai industrieel decor. Maar ‘Noord’ is meer. Deze wandeling voert door de geschiedenis van de tuindorpen die hier in de vorige eeuw verrezen. Ontdek oude dorpsbuurten, prachtige dijkweggetjes, groene oases en woonwijken in opvallende architectuur. Een bijzonder stukje geschiedenis uit 750 jaar Amsterdam.
Vind je 13,6 km te lang? Je kunt de route inkorten tot ca. 9 km.
Toegankelijkheid: deze route is niet toegankelijk voor mindervaliden (bruggetjhes, samalle paden, pontveren).
Hond mee: de hond amg aangelijnd mee op deze route.
Paden: deze route is verhard.
Let op: in onderstaande routebeschrijving worden straatnamen genoemd. Er hangen echter niet altijd straatnaambordjes. De straatnamen zijn vooral bedoeld ter oriëntatie. Zo kun je bij twijfel je locatie checken op Google Maps.
- Neem achter NS station Amsterdam Centraal de (gratis) veerpont naar de NDSM-werf. Verlaat de pont en ga RA op de NDSM-kade en meteen LA, MS van Riemsdijkweg. Ga voor het muurportret van Anne Frank RA op het NDSM Plein (voor NDSM Werf) en loop weer terug. Sla RA en vervolg de MS van Riemsdijkweg. Steek verderop de Klaprozenweg over. Ga schuin RD het wandel/fietspad op. Ga voor de Modelmakersstraat LA en sla daarna RA de Kabelgaststraat op (geen bordje).
- Bij het parkeerterrein ga je LA en slinger je tussen de witte huizenblokken door naar de Stenendokweg (geen bordje). Ga RA op deze weg, volg het fiets/wandelpad tot na de bocht naar links en ga na het water RA en schuin LA het wandelpad op dat uitkomt op het Aldebaranplein. Loop RD en sla aan het einde van het plein LA op de Siriusstraat (Tuindorp Oostzaan), RA op de Kreeftstraat en LA op de Argostraat. Loop door tot het Zonneplein (Zonnehuis).
- Ga op het Zonneplein LA en sla LA de Siriusstraat in. Ga op het Aldebaranplein RD en volg het Bessenpad (wandel/fietspad, geen bordje) steek vervolgens de straat over (Pomonastraat, geen bordje) en ga RD de Pruimenstraat in tot je RA het Ananasplein in kunt lopen via het trappetje langs de muur met muurschildering en 'Ananashof' (Tuttifruttidorp).
- Loop RD tot de Mandarijnenstraat, ga LA en meteen weer RA, de Amandelstraat in. Loop aan het einde door het hekje naar de Werktuigstraat en ga LA. Loop deze helemaal uit. Ga waar de straat naar rechts buigt schuin RD de Kwekerijlaan in (geen bordje). Kwekerijlaan wordt Tuinderijlaan. Houd bij de Y-splitsing links aan, Paradijsappelstraat. Volg deze RD en wandel via de Bongerdbrug het water over. Ga na de brug aan de overkant van de weg RA over het fietspad en meteen LA, de brug over en het wandel/fietspad op, Barkpad (geen bordje). Loop RD, onder het viaduct door (Kamperfoelieweg), door het hekje, RD langs het water (aan je rechterhand) door tot aan de Buiksloterkerk (aan je linkerhand).
- Ga RA, Buiksloterkerkpad, steek het water over en loop RD het trapje af, bruggetje over en sla LA. Steek het Floraveld over langs het speeltuintje, ga op de Floraweg LA en ga RA op het Florapad.
- Ga RA op de Binnenhofstraat (Floradorp) en loop deze met de bocht mee linksom tot de derde zijstraat RA, Ogentrooststraat. Steek de Sneeuwbalweg over. Ogenstrooststraat wordt Wingerdweg. Volg deze tot de Wingerdweg naar rechts buigt en je (na de speeltuin aan je linkerhand) LA het Noorderpark in kunt lopen. Dit pad slingert tussen twee watertjes door (rechts zie je restaurant Pompet). Loop RD tot het Noordhollands Kanaal. En ga hier LA.
Wil je de route verkorten tot ca. 9 kilometer? Loop dan vanaf Pompit naar het water en ga voor het water RA, Buiksloterweg. Steek de Johan van Hasseltweg over en vervolg de Buiksloterweg RD. Ga RA richting Bunk Hotel en pak de routebeschrijving op bij punt 13.
- Volg dit pad langs het kanaal (aan je rechterhand) met de bocht mee naar rechts langs het water en ga RA de Buiksloterdraaibrug over. Volg de Buiksloterdijk RD, helemaal totdat je schuin de brug over de Nieuwe Leeuwarderweg oversteekt en bij de Leeuwarderweg LA slaat.
- Je gaat direct RA de Urkstraat in, aan het einde LA en op de Waddendijk RA. Steek de Waddenweg over en blijf de Waddendijk volgen, helemaal totdat je links het water over kunt steken (Blauwzandbrug). Ga meteen hierna RA en loop naar de Nollewoudsbrug.
- Steek via deze brug de Ringsloot over en loop RD totdat je RA de Grote Diestraat in kunt slaan (Tuindorp Nieuwendam). Loop naar het einde, sla RA (voetpad) en neem LA de brug over de Grote Die (bordje DieKwakel).
- Loop RD over het Nieuwendammer Molenpad naar de Nieuwendammerdijk. Ga hier even LA voor Café ’t Sluisje op nummer 297 (aan het water). Loop vanaf daar terug over de Nieuwendammerdijk en ga verderop LA de Nieuwendammerkade op. Ga daar waar de weg scherp LA buigt RD het Vliegenbos in. Loop tot het fietspad, ga daar LA en neem meteen daarna het wandelpad RA. Loop door tot het einde en ga RA. Loop het bos uit langs de school (aan je linkerhand). Ga op de Meeuwenlaan even LA en op de hoek weer LA naar de Museum Amsterdam-Noord.
- Loop terug naar de Meeuwenlaan, steek deze over, ga de Kalkoenstraat in. Loop deze helemaal uit en ga aan de overkant van de Adelaarsweg LA. Loop door tot je LA de Eendenstraat in kunt lopen. Eendenstraat wordt Zwanenplein (langs de Bethlehemkerk) en daarna Mussenstraat. Ga RA op de Eksterstraat en LA op de Adelaarsweg.
- Ga RA op het Kraaienplein. Steek het Noordhollandsch Kanaal over (drukke weg!) en ga RD langs het Bunk Hotel.
- Steek over bij het Bunk Hotel en ga RD de Heimansweg in. Eerste afslag RA, Silenestraat. Loop met de bocht mee naar links en loop door tot het einde, RA Sleutelbloemstraat. Neem na 10 meter LA de Lavendelstraat en ga vervolgens de eerste straat LA, Van der Pekstraat (Van der Pekbuurt). Loop deze helemaal uit. Steek de Laanweg over en loop RD (heet ook Laanweg). Buig met de weg mee naar links en rechts, Buiksloterweg. Loop RA de Tolhuisweg in (Oude Tolhuis) en vlak daarna de Tolhuistuin. Loop met en boog door het park richting rechts en ga het poortje door en de brug over. Loop RD langs de A'DAM Tower naar het Eye Museum (Galgenveld). Ga voor het Eye LA en loop terug naar het Buiksloterveer. Neem de (gratis) pont naar station Amsterdam Centraal.
Vroeger was de NDSM een scheepswerf, de Nederlandsche Dok- en Scheepsbouwmaatschappij, die vooral ten tijde van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog floreerde. Er werden knoeperds van schepen te water gelaten zoals het passagiersschip Oslofjord. Aan de industrie van scheepsbouw, scheepsreparatie, scheepsmachinebouw en scheepsapparatenbouw kwam in de jaren tachtig een einde. Tegenwoordig is het industriële verleden het decor van een culturele hub met festivals (DGTL, Pleinvrees, De Zon, Over het IJ), kunst, cultuur, nachtleven en restaurants. Er is veel nieuwbouw en moderne architectuur te zien en al van verre zie je de metershoge muurschildering van Anne Frank. Populaire spots zijn:
- FUSE, een loods waar kunstenaars hun werk tonen en tentoonstellingen en kunst-events worden georganiseerd (NDSM-Plein 29, gratis toegankelijk).
- de IJ-hallen waar twee dagen per maand een van de grootste vlooienmarkten van Europa wordt gehouden.
- Nieuw Dakota, een tentoonstellingsruimte met experimentele exposities, performances, rondleidingen en educatieprojecten over kunst (Ms. Van Riemsdijkweg 41b)
- Straat, museum voor street art en graffiti: meer dan 160 werken van meer dan 150 kunstenaars in een gigantische oude loods.
- Vele restaurants (Pllek, IJver, Noorderlicht, Kebec, Helling 7, Contrast…)
- Originele overnachtingsplekken zoals het Botel en Kapitein Anna (waar je slaapt in een boot op het water) of het Faralda Crane Hotel waar je in een hijskraan kunt overnachten.
Tuindorp Oostzaan werd tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog gebouwd om de arbeiders te huisvesten die in de industrie en scheepvaart op de noordoever van het IJ werkten. Zo was de aanleg van een dure oeververbinding met de stad niet nodig en konden ook bewoners uit verpauperde volksbuurten uit de binnenstad ge(her)huisvest worden. Andere tuindorpen die destijds in Amsterdam Noord ontstonden waren Nieuwendam, Buiksloot en Buiksloterham. Vóór de vestiging van deze tuindorpen was de noordelijke IJ-oever puur poldergebied. De wijk werd door de architecten B.T. Boeyinga en J.H. Mulder ontworpen in de stijl van de Amsterdamse School. Oorspronkelijk zouden de woningen na 35 jaar weer verdwijnen, maar dat gebeurde nooit. Tuindorp Oostzaan bestaat uit een hoog gelegen ‘Terrasdorp’ (ook wel Tuttifruttidorp genoemd) en een laaggelegen deel waar de straten zijn vernoemd naar ambachten. Aan de Meteorenweg 174 (ca. 500 meter van de route) kun je elke tweede zondag van de maand een woning bekijken uit 1922 die nog helemaal in oorspronkelijke stijl is ingericht (Museumwoning Tuindorp Oostzaan) én een tentoonstelling over het leven in die tijd. De tuindorpen waren de trots van de Amsterdamse woningbouw. In een tijd waarin vervuiling en overbevolking in industriële steden een probleem waren werden hier ineens groene en gezonde arbeidersparadijzen gebouwd!
Het verenigingsleven in Tuindorp Oostzaan speelde zich in de vorige eeuw vooral af in en rond het Zonnehuis: er waren harmonieën, filmvoorstellingen, toneel- en muziekverenigingen, een zangkoor en sportverenigingen rond voetbal en atletiek. En eigenlijk is dat nog steeds het geval: er zijn twee theaterzalen waarin voorstellingen, musicals, concerten etc. worden opgevoerd. En er is (huur)ruimte voor lezingen, workshops, huwelijken en repetities. Het pand is een mooi voorbeeld van de Amsterdamse Schoolstijl waarin de wijk werd opgetrokken: de T-vormige plattegrond met symmetrische vleugels, de bakstenen muren en de gele kozijnen.
Terrasdorp is één van de buurten van Tuindorp Oostzaan. Door de fruitige straatnamen (Ananasplein, Aardbeistraat, Mandarijnenstraat, Frambozenstraat…) werd de buurt al snel Tuttifruttidorp genoemd naar de zoete lekkernij van gedroogd fruit. In dit hoger gelegen woonblok werden huizen gebouwd die gedeeltelijk uit betonnen prefab-elementen bestonden. Hierdoor konden ze relatief snel verrijzen. De sociale woningbouw was gehorig en klein: 30 tot 40 m². Maar door de hogere ligging, liepen de huizen niet onder water bij de dijkdoorbraak van 1960.
Het Buiksloterkerkje werd in de huidige vorm in 1710 gebouwd vlak achter de huizen van de Buiksloterdijk, een zeedijk die het water van het IJ buiten moest houden. Karakteristiek en kenmerkend voor de bouwstijl van kerken in Waterland en in de Zaanstreek is het houten torentje. Toen de kerk in verval raakte zorgden actieve omwonenden (vanaf 1992) verenigd in de Stichting Buiksloterkerk dat het gebouwtje gerestaureerd en verbouwd werd tot cultureel centrum en ontmoetingsplek. Sindsdien worden er concerten en kindervoorstellingen georganiseerd en kunnen omwonenden er jaarlijks terecht voor de stekjesmarkt, de kerstsamenzang en de oudejaarsdisco.
Floradorp, gelegen tussen de Buiksloterdijk, het Noorderpark en het Noordhollandsch Kanaal, is onderdeel van de Bloemenbuurt-Noord. Deze wijk werd in de vorige eeuw eind twintiger jaren gebouwd om moeilijk plaatsbare gezinnen met sociale en financiële problemen te huisvesten. Er was in Amsterdam-Noord nog zo’n heropvoedingsbuurt, de Asterbuurt, maar die is vrijwel helemaal verdwenen. Door een rijksbijdrage werden de huren in Floradorp laag gehouden. De huizen hadden drie of vier (kleine) slaapkamers. De huizen hebben opvallende roze of blauwe muren en oranje daken. In het midden van Floradorp staan huizen met puntdaken die destijds werden gebouwd voor ouderen. Tijdens een ingrijpende renovatie van de wijk in de jaren negentig van de vorige eeuw werden deze puntdakhuizen samengevoegd, werden er bergingen aangebouwd en verloren ze hun bestemming als ouderenwoning. In het begin woonden in Floradorp vooral arbeiders van de Amsterdamse havenindustrie. Nog steeds wonen er in Floradorp mensen die afstammen van dezelfde families en is de wijk een hechte gemeenschap. In de volksmond wordt Floradorp ook wel de ‘Rimboe’ genoemd (verwijzend naar het ruige poldergebied dat hier lag voordat er werd gebouwd) of Canta-capital met een knipoog naar de vele Canta-rijders in de wijk.
Het Noorderpark, een samenvoeging van het voormalige Florapark en het Volewijkspark, is vooral een plek voor recreatie. Buurtbewoners kunnen er wandelen, fietsen, tennissen, zwemmen en voetballen; er zijn speeltuintjes en culturele centra; en het is de thuishaven van het jaarlijkse Noorderparkfestival.
Pompet is een hip, Frans georiënteerde uitspanning in een theaterachtig gebouw in het Noorderpark. Er is een buitenbar met op het dak een grote croissant.
Ook Tuindorp Nieuwendam (genoemd naar het gelijknamige dijkdorp) werd gebouwd als oplossing voor de woningnood in de hoofdstad in de twintiger jaren van de vorige eeuw. De ongeveer 1000 woningen werden gebouwd in een landelijke variant van de architectuur van de Amsterdamse School. De woningen hadden twee bouwlagen en een kap en in de meeste gevallen een douche: bijzonder in die tijd! De wijk was een succes en werd gezien als het mooiste tuindorp van Europa. Hier zag je hoe natuur, wonen en sociale huisvesting samen konden gaan. Tegenwoordig is het ‘rijksbeschermd stadsgezicht’.
De naam van dit pad verwijst naar de acht windmolens die hier in de 18de eeuw stonden. Het is een groen prachtig straatje achter de huizen langs.
In het houten rijksmonument op de Nieuwendammerdijk 297 is sinds 1904 Café ’t Sluisje gevestigd, een old school café met een fijn terras dat zicht biedt op de Nieuwendammersluis. Toen het Sluisje, dat ruim 100 jaar door de familie De Ruijter werd gerund, in 2017 gesloten werd, namen buurtbewoners het over. Sindsdien is de buurtfunctie van het café nog groter en wordt er veel georganiseerd voor de omwonenden.
Het Vliegenbos is het oudste stadsbos van de gemeente Amsterdam. Het werd ontworpen in de Engelse landschapsstijl en was bedoeld als een plek van ontspanning voor de arbeiders die in dit deel van de stad woonden. Het bos heette oorspronkelijk IJ-bosch, maar werd later omgedoopt tot Vliegenbos, verwijzend naar de initiatiefnemer: gemeenteraadslid Willem. H. Vliegen. In de koude hongerwinter in de Tweede Wereldoorlog kapten buurtbewoners 80% van de bomen om te gebruiken als brandhout. De iepen, esdoorns, zwarte elsen en essen die er nu groeien werden dan ook na de oorlog geplant. In het voorjaar kun je er speenkruid en maarts viooltje zien bloeien. En in de zomer fluitekruid en zomerklokjes. Het is een vogelrijk gebied met bijzondere bewoners zoals de ijsvogel, boomvalk en groene specht. Aan de ingang van het park staat het kunstwerk ‘Franse bogen’. In het bos is ook een beeldentuin te bewonderen, Het Beeldenbos, met werk van o.a. Corneille en Ton Kalle.
Grenzend aan het Vliegenbos ligt Volkstuinpark Buitenzorg. Wil je hier een kijkje nemen ga dan als je het Vliegenbos uitkomt LA voor de ingang van het park. Het Volkstuinpark stamt uit 1917, toen buurtbewoners een strook braakliggende grond in gebruik namen om voedsel te verbouwen. Er heerste in de Eerste Wereldoorlog namelijk flinke voedselschaarste in de stad. Daarmee is dit het oudste volkstuincomplex van Amsterdam. Er zijn bijna honderd tuintjes met kleurrijke eigenaars: veel kunstenaars en hippies. Documentairemaker Silvia Bromet maakte voor Omroep Max een podcast over de wereld van het volkstuinencomplex, ‘Onkruid in het paradijs’. Het park (Zamenhofstraat 41) is van 1 april tot 1 oktober van 9 tot 19 uur vrij toegankelijk.
Het MAN (Museum Amsterdam Noord) is gevestigd in het oude badhuis van Vogeldorp. Badhuizen werden in de 20ste eeuw gebouwd omdat de meeste arbeidershuizen in de tuindorpen geen eigen douches hadden. Het Badhuis Vogeldorp werd in 1986 gesloten en door Stadsherstel gerestaureerd. Sinds 2009 is het in gebruik als museum over de duizendjarige geschiedenis van dit stadsdeel en haar bewoners.
Waar nu het Bunk Hotel opereert, gingen mensen vroeger naar de kerk. De St. Rita Kerk werd gebouwd in 1921, maar werd in de Tweede Wereldoorlog verwoest door een bom van de geallieerden. De bom was bedoeld voor de nabijgelegen Fokkerfabriek waar Duits oorlogstuig werd gemaakt, maar viel per ongeluk op de kerk. Voor het hotel is nog steeds een monument om dit drama te herdenken. De kerk werd herbouwd, verloor de religieuze functie en werd in gebruik genomen als hotel.
De Van der Pekbuurt is genoemd naar de Amsterdamse architect Jan Ernst van der Pek die de woningen in deze buurt ontwierp. Hoewel deze buurt ook onderdeel uitmaakt van de 20ste-eeuwse tuindorpen (gebouw om scheepsarbeiders te huisvesten die in erbarmelijke omstandigheden woonden in de binnenstad), is de bouwstijl anders. De woningen ogen dorps vergeleken bij de stadse Amsterdamse Schoolwoningen die je veel in Noord ziet. In de Tweede Wereldoorlog werd de Van der Pekbuurt zwaar getroffen door bommen tijdens het zwaarste bombardement op Amsterdam. De geallieerden mikten op de Fokkerfabrieken, maar raakten de woonwijken. Honderden huizen werden vernietigd of zwaar beschadigd, 158 mensen kwamen om het leven. Na de oorlog werden waar mogelijk huizen gerestaureerd, maar er werden er ook ca. honderd vervangen door duplexwoningen (Ranonkelkade, Geraniumweg). Rond 2010 wisten bewoners de sloop van bijna 1500 woningen te voorkomen. In plaats daarvan werd besloten tot een grootscheepse renovatie, die nog steeds gaande is. De voltooiing van dat omvangrijke project wordt verwacht in 2033.
Het Tolhuis (Buiksloterweg 7) werd gebouwd in 1660 aan de oever van het IJ bij het aankomst- en vertrekpunt van de ‘Tolhuispont’ (het Buiksloterveer). Dit veer bestond al veel langer. Al in 1308 wordt het genoemd, maar waarschijnlijk werd er voor die tijd ook al heen en weer gevaren. Rond 1660 werd de Buikslotertrekvaart gegraven, de voorloper van het huidige Noordhollandsch Kanaal (van Amsterdam naar Den Helder). De tolgelden werden gebruikt voor het onderhoud van de trekvaart. Toen er in 1842 een stoompont ging varen, zochten meer en meer Amsterdammers het Tolhuis op om er in hun vrije tijd te relaxen. Het Tolhuis transformeerde steeds meer in een horecagelegenheid. Het pand dat je er nu ziet is niet het oorspronkelijke Tolhuis. Dat werd in 1859 gesloopt en vervangen door een nieuw ontwerp van de hand van stadsarchitect Willem Springer, die er ook een tuin bij ontwierp, de Tolhuistuin. In de tuin werden vanaf 1870 openluchtconcerten gegeven. Tegenwoordig is in het Tolhuis nog steeds horeca gevestigd. De Tolhuistuin werd een Culturele vrijplaats waar optredens plaatsvinden, tentoonstellingen worden georganiseerd en waar ook een restaurant is.
In de late middeleeuwen had vrijwel elke stad een galgenveld. De hier tentoongestelde lijken – goed zichtbaar voor binnenvarende schepen - moesten duidelijk maken dat in deze stad hard werd opgetreden tegen misdadigers. Eén ter dood veroordeelde- Elsje Christaens - bereikte eeuwige roem, omdat zij getekend werd door Rembrandt van Rijn. Elsje werd ter dood veroordeeld omdat ze tijdens een ruzie haar buisbazin met een bijl had vermoord. Vanaf 1360 was het uiterste puntje van Amsterdam-Noord (links van de pont, waar nu ADAM en Eye zich bevinden), Volewijck, een van de galgenvelden waar op de Dam terechtgestelde misdadigers naartoe werden gebracht ‘om van de vogelen gegeten, en van de lucht verteert te worden.’ Jaarlijks werden zo’n vier doodsvonnissen voltrokken door onthoofding, verwurging of radbraken. De gehangenen werden op het galgenveld aan een galg gehangen, de gewurgden aan een paal en de geradbraakten werden op een rad gehesen. In totaal eindigden zo’n 1000 lijken op Volewijck. Hoe afgrijselijk dit ook klinkt, het veld was een favoriete plek voor een dagje griezelen met het hele gezin. Er stonden zelfs gezellige eet- en drinkstalletjes. Toen de Fransen kwamen en de guillotine introduceerden werd het galgenveld opgedoekt (1795). In de twintigste eeuw werd het terrein ingenomen door industrie. Tegenwoordig vind je er het Eye en ADAM.
De 100 meter hoge A’DAM toren (staat voor: Amsterdam Dance and Music) werd oorspronkelijk ontworpen voor Koninklijke Shell (1966). De oliemaatschappij wilde een nieuw gebouw voor de directie en het Koninklijke Shell Laboratorium. Bijzonder aan het ontwerp van Arthur Staal is dat de toren diagonaal geplaatst werd op de onderbouw en dat het dak-ornament daar weer diagonaal op staat. Tot 2003 waren terrein en gebouw(en) van Shell. Maar in dat jaar kocht de gemeente het om er een woonwijk te ontwikkelen (de wijk ‘Overhoeks’) en bedrijfjes te vestigen in de toren. In het gebouwtje ernaast, de voormalige kantine van het lab, kwam een restaurant. In 2014 werd de toren verkocht en kwamen er, naast kantoren, ook een ronddraaiend restaurant, bars, een nachtclub en A’DAM Lookout: een observatiepunt met de hoogste schommel van Europa (waarmee je over de rand van het gebouw schommelt).
Het Eye Filmmuseum is gevestigd in een iconisch gebouw dat werd ontworpen door de Oostenrijkse architecten Roman Delugan en Elke Delugan-Meissl. Het ontwerp wordt vaak vergeleken met een oog of een meeuw die net op de oever van het IJ is neergestreken. In het Eye is een bioscoop, een museum, een studiecentrum (in een noordelijker gelegen centrum waar ook de collectie van meer dan 55.000 films liggen opgeslagen), een shop en een restaurant dat fantastisch uitkijkt over het IJ en de stad.