Bierroute Den Bosch
Nederland, Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch
Den Bosch, of ’s-Hertogenbosch als je deftig wilt doen, is het decor voor deze stadswandeling. De route is niet zo lang maar er valt onderweg ontzettend veel te zien. Je loopt door een levendige ‘urban hotspot’ en langs twee brouwerijen, verkent de historische binnenstad, snuffelt aan de Sint Jan en krijgt het een en ander mee van Jheronimus Bosch en het Oeteldonkse carnaval. Voor de inwendige mens zijn daar Bossche bollen, Brabantse worstenbroodjes en lokaal gebrouwen bier.
N.B. Deze Bierroute komt uit Het grote Nederlandse bierwandelboek, uitgegeven door ANWB, met daarin nog 29 bierwandelingen in Nederland tussen 5 en 15 kilometer. Eerst nog een andere bierroute uitproberen? Probeer de Bierroute Giethoorn en/of de Bierroute drie Egmonden.
Tip: Wandel deze route via de gratis ANWB Eropuit app. Zoek de route in de app via de filters. Onderweg zie je op het kaartje waar je bent, zo kun je niet verdwalen.
Hond mee: tijdens deze route zijn honden aangelijnd toegestaan.
Toegankelijkheid: deze wandeling is geschikt voor mindervaliden.
Paden: verhard (asfalt tegels, kinderkoppen).
Parkeren: Parkeergarage Stationsplein Den Bosch, € 3,20 per uur, vanaf 18:00 uur en op koopavond vanaf 21:00 uur € 1,50 per uur.
Routebeschrijving:
- De route start bij het Centraal Station van Den Bosch. Loop aan de voorzijde het station uit en steek het verkeersplein over met de Drakenfontein in het midden. Loop aan de overzijde RD de lommerrijke Stationsweg in; neem de rechterkant.
- Vanaf Banketbakkerij Jan de Groot is het nog 100 m lopen naar het einde van de Stationsweg (op het gras: Carnaval Monument). Steek aan het einde van de Stationsweg niet de brug over maar ga LA naar de Havensingel. Loop deze uit tot het einde, met aan je rechterhand het water van de Dommel. Aan het einde steek je via de verkeerslichten links het verkeersplein (Brugplein) over en loop je de Boschdijkstraat in. Neem vervolgens na iets meer dan 100 m de eerste RA, de Tramkade.
- Nadat je bij de Bossche Brouwers aan de Vaart hebt gekeken en eventueel al wat hebt gedronken, loop je langs het water over de Buitendijk ri verkeersbrug. Daar aangekomen gaat de route naar rechts verder over de Havendijk, die aan het einde weer bij het Brugplein uitkomt, het verkeersplein waar het rondje Tramkade begon.
- Bij het Brugplein ga je bij de verkeerslichten LA en de (korte) brug over. Na de brug ga je RA via de Oliemolensingel en later de Buitenhaven. De Dommel is aan je rechterhand. Na 400 meter kom je bij de brug over de Dommel waar je al eerder bent geweest. Hier ga je LA de Visstraat in, dan neem je de eerste weg RA, Vismarkt/Lepelstraat. Loop voorbij de Korenbrugstraat RD (Binnendieze); het verlengde van de Lepelstraat heet hier Molenstraat (Halve Peer).
- Loop verder door de Molenstraat. Iets verderop, op de hoek met de Walpoort, gaat de straat Uilenburg heten. Ga schuin tegenover de antiekwinkel La Folie met brouwerij LA het Uilenburgstraatje in. Sla aan het einde rechtsaf en loop de Postelstraat in. Na iets minder dan 100 m loop je links de Stoofstraat in.
- Sla aan het einde rechtsaf naar de Snellestraat, na ca. 30 m de krusende straat oversteken (RD) en wandeling vervolgen dppr het voetgangersgebied over de straat Achter het Vergulde Harnas, die na zo’n 40 m overgaat in Achter het Wild Varken (vreemde straatnamen hebben ze in Den Bosch). Bij de bocht naar rechts, verderop, staat het gemeentelijke stadskantoor met moderne vliesgevel aan je rechterhand. Achter het Wild Varken gaat vanaf hier verder als Wolvenhoek. Na zo’n 75 m bereik je een kruispunt met aan de overzijde het Anne Frankplein (Design Museum Den Bosch).
- Op de hoek van de Wolvenhoek en het Anne Frankplein gaat de route LA, de Waterstraat in. Sla aan het einde RA de Verwersstraat in. Na minder dan 30 m is aan je rechterhand het plein voor de hoofdingang van het Noordbrabants Museum.Voorbij het Noordbrabants Museum gaat de wandeling verder over de Verwersstraat. Sla verderop LA en loop de Peperstraat uit. Aan het einde wandel je de Parade op, het grote stadsplein met links het bisschoppelijk paleis en een aantal leuke terrassen en aan de overzijde de Sint-Jan.
- De wandelroute gaat aan het einde van de Parade vóór de Sint-Jan naar rechts, naar de Choorstraat. Loop deze uit en sla LA naar de Clarastraat. Aan het einde ga je in de Hinthamerstraat LA (tip: liefhebbers van het werk van Jeroen Bosch gaan hier eerst RA: na 150 meter zie je rechts het Jhieronimus Bosch Art Center in de voormalige Sint-Jacobskerk aan het Jeroen Boschplein).
- Blijf de Hinthamerstraat helemaal volgen tot je op de Markt (Markt en De Moriaan) arriveert, het andere grote plein in het centrum van Den Bosch. Wandel RD op het taartpuntvormige plein en je komt bij café ’t Opkikkertje, het eindpunt van deze wandeling. Tijd voor een Kutbiertje! Vanaf ‘t Opkikkertje naar het station is het ongeveer 650 m lopen.
In het midden van de Drakenfontein staat een zuil met daarop een vergulde draak die zich met de staart aan de zuil vasthoudt. Aan de voet van de zuil bevinden zich nog vier draken. De monumentale fontein kwam hier in 1903 te staan nadat Jonkheer Bosch van Drakestein, van 1856 tot zijn overlijden in 1894 Commissaris van de Koning in Noord-Brabant, een legaat van 10.000 gulden aan de gemeente had vermaakt om een gedenkteken op te richten. Dat resulteerde in de oprichting van de fontein, waardoor de draak sindsdien onlosmakelijk met de stad is verbonden. Je komt hem bijvoorbeeld ook in gestileerde vorm tegen in het logo van de plaatselijke voetbalclub FC Den Bosch.
Over het antwoord op de vraag waarom er meer dan een eeuw geleden voor een draak werd gekozen gaan twee verhalen. Het eerste heeft te maken met het feit dat 's-Hertogenbosch vroeger gedeeltelijk in een moerasgebied lag. De stad werd de Moerasdraak genoemd en gold als een onneembare vesting, omdat de omgeving makkelijk onder water te zetten was. In 1629 lukte het ´stedendwinger´ Frederik Hendrik toch om ´s-Hertogenbosch te veroveren, doordat hij het gebied rond de stad droog wist te malen. Het tweede drakenverhaal is een stuk simpeler: het werd een draak vanwege de achternaam van de initiatiefnemer, Jonkheer Bosch van Drakestein. De vergulde draak houdt het familiewapen van de Bosch van Drakesteintjes in zijn voorpoten.
Een van de grootste attracties van de stad is Banketbakkerij Jan de Groot. Hier worden de allerbeste Bossche bollen gemaakt (www.bosschebollen.nl). Een Bossche bol of ‘sjekladebol’ (chocoladebol) is een grote soes met een diameter van ongeveer 12 cm, gedoopt in gesmolten pure chocolade en gevuld met slagroom. Er is ook een versie met dubbele doorsnede, de zogenaamde ‘reuzenbol’. De bollen worden door verschillende bakkers in de stad gemaakt, maar die van Jan de Groot zijn het bekendste. De banketbakkerij heeft ook een lunchroom, maakt een eigen Bosschebol Likorette (14,9 %) en je kunt er meedoen aan workshops Bossche bollen maken.
Het Carnaval Monument, een stenen beeld van een figuur uit de klassieke oudheid met een masker in zijn hand en het wapen van de stad aan zijn voeten, stamt uit 1953 en stond oorspronkelijk boven de ingang van het vroegere stationsgebouw. Het refereert aan de carnavalsperiode, als Den Bosch verandert in Oeteldonk en er volop gefeest wordt.
Het voormalige industriegebied de Tramkade, gelegen bij het punt waar de Dommel, de Dieze, de Willemsvaart en de Aa samenkomen is sinds een paar jaar een urban hotspot en culturele broedplaats, waar zich allerlei start-ups, creatieve bedrijfjes en horecatentjes hebben gevestigd en waar het werken aan een circulaire economie hoog op de agenda staat.
De voormalige Verkadefabriek was het eerste gedeelte dat een nieuwe bestemming kreeg. Ooit was het een biscuitfabriek, maar nadat Verkade de boel in 1929 overnam zijn er decennialang Frou-Frou’s, Café-Noirs, Mariakaakjes, Petite Beurres en andere koekjes van Verkade de poorten uitgerold. Veel Bossche meisjes gingen na de huishoudschool bij de fabriek werken en werden zo bekend als 'de meisjes van Verkade'. In 1993 sloot de koekenbakker zijn deuren, vanwege ‘concentratie van de productie’ in Zaandam, en kwamen de meisjes op straat te staan. De fabriek kreeg in 2004 een nieuwe bestemming als theatercomplex en telt nu twee theaterzalen, vijf filmzalen, een café-restaurant en repetitieruimten.
Vlakbij bevond zich tot 2014 mengvoederfabriek De Heus. Het hoge vierkante gebouw met torentje dat nu door het leven gaat als De Mengfabriek werd rond 1909 gebouwd en is een rijksmonument. Hier begon ooit een meelfabriek die na de oorlog van locatie ruilde met een mengvoederfabriek uit Rotterdam. In 1983 kwam de fabriek in bezit van De Heus Voeders, de eigenaar die in 2014 dus de lichten uitdeed. Onder regie van de gemeente Den Bosch is het complex vervolgens nieuw leven ingeblazen. In de Mengfabriek zit bijvoorbeeld een heel scala aan bedrijfjes en hippe horeca. In de gebouwen rechts ervan huizen onder meer een boksschool, een skate center en een breakdance en hiphop dansschool. Het Werkwarenhuis links daarvan is het creatieve centrum van het terrein en in de 2800 m2 grote Kaaihallen nog verder naar links, vinden evenementen plaats.
Aan de achterzijde van de Mengfabriek is het thuishonk van Bossche Brouwers aan de Vaart te vinden. Je komt er door tussen de Mengfabriek en het Werkwarenhuis door te lopen. De brouwerij begon als vriendengroep die met een bierbrouwpakketje van de Hema aan het prutsen sloeg. Al doende leert men, en dus werd het steeds serieuzer en konden de brouwers begin 2018 naar de huidige locatie verhuizen. Daar moest eerst veel werk verzet worden, want de onderkanten van de zestien silo’s boven het proeflokaal moesten gekortwiekt. Daarbij bleek dat er in de silo’s nog tot meters hoog aan rottend mengvoer aanwezig was, waar de ratten heerlijk van smulden. Desalniettemin werd het huzarenklusje geklaard, zodat de Bossche Brouwers nu een gezellig ruig proeflokaal met poppodium, terras en een indrukwekkende bierkaart hebben. De eigen bieren zijn nog volop in ontwikkeling en zijn voornamelijk op fust verkrijgbaar. Er is geëxperimenteerd met bieren als Uitlaatklep (een Irish Red Ale), met het blonde Kraanwater en met Sinaasappelblond (‘cellulitisch bier’). Een blijvertje is het Viking Imperial Stout geworden, dat onder de naam Fustviking furore maakt.
De enorme mengvoedersilo’s helemaal aan de achterzijde van het terrein staan leeg. Aan de buitenkant zijn ze beschilderd: een markant en gigantisch kunstwerk voor de stad.
Een uniek overnachtingsadres én eye catcher in Den Bosch is de Bossche Kraan, een loskraan op het terrein van de voormalige mengvoederfabriek aan de Tramkade. De kraan staat pal naast de Dieze en het proeflokaal van de Bossche Brouwers. De machinekamer is omgebouwd tot luxe hotelkamer met standaard twee flesjes Kraanwater (het huisbier van de Bossche Brouwers) in de ijskast. Met de originele hendels in de stuurhut en met de knoppen naast het bed kun je de kraan naar believen draaien en zo je eigen uitzicht kiezen. (Tramkade 31).
In de uitzinnig beschilderde panden aan de Havendijk zit het uit de kraakbeweging voortgekomen collectief Ontspoord. Deze alternatieve club verwelkomt iedereen die de wereld wil veranderen. In de politieke en sociale hangplek Knoflook kun je ideeën uitwisselen.
De Binnendieze, de voortzetting van de Dieze binnen de vroegere stadsmuren, bestaat uit verschillende watertjes die voor een deel onder de historische bebouwing door lopen. Van 1 april tot en met 31 oktober kun je in lage bootjes rondvaarten maken over de Binnendieze en Den Bosch onder de rokken kijken.
Boven het water aan het begin van de Molenstraat hangt het beeld van Halve Peer tegen de gevel, een half mannetje in burgemeesterskostuum. Het is het resultaat van een ludieke vete tussen twee oude carnavalsverenigingen, de Oetels en de Oeteldonkse Club. Het gehalveerde mannetje stelt Frans Vennix voor, die van 1976 tot en met carnaval 1987 de functie van ´burgervaojer´ van Oeteldonk vervulde onder de naam ‘Peer vaan den Muggenheuvel’. Ingewikkeld verhaal, maar het was in ieder geval tegen het zere carnavalsbeen van een van de twee verenigingen en dat leidde weer tot een goedmakertje in de vorm van een beeld. Aangezien maar één van de twee verenigingen uiteindelijk bijdroeg aan het monumentje, is het een halve Peer geworden. Elders in de stad kom je nog meer kleine carnavalsmonumentjes tegen, want als het masker af gaat blijkt Den Bosch bijzonder Oeteldonks te zijn.
Op Uilenburg 1 is de antiek- en curiosawinkel La Folie gevestigd. Achterin de trap op brengt je bij Brouwerij Boegbeeld. Als de winkel open en de brouwster aanwezig is, kun je er bier kopen. Het pand uit 1836 was het pakhuis waar de zusters van de Sociëteit van Jezus, Maria en Jozef uit het voormalige Mariënburgklooster (tussen het Uilenburg en de Sint Janssingel) hun likeur en wijn opsloegen. Het klooster huisvest tegenwoordig de eerste universiteit van Den Bosch, de Jheronimus Academy of Data Science, met bijbehorende studentencampus.
Design Museum Den Bosch heeft een strakke moderne gevel met verspringende delen en een bekleding van zeegroene tegels.
Het Noordbrabants Museum richt zich op de kunst, geschiedenis en cultuur van Noord-Brabant maar heeft ook exposities die verder reiken dan alleen Brabant. Regelmatig is er aandacht voor de Brabantse schilders Jheronimus Bosch, Vincent van Gogh en Jan Sluijters; het is ook het enige museum in Noord-Brabant waar originele doeken van Van Gogh te zien zijn. De binnentuin van het voormalige jezuïetenklooster en militaire gouvernementsgebouw is ingericht als beeldentuin. Leuk is de permanente presentatie De wereld van Bosch, die inzicht biedt in de geheimzinnige beeldtaal van Jheronimus Bosch.
De Parade dankt zijn naam aan het feit dat het tussen 1749 en 1935 een militair exercitie- en paradeterrein was. Het is ook de geboorteplaats van het reizende theaterfestival De Parade. Het festival doet iedere zomer vier grote steden aan, op het Bossche plein heeft men inmiddels in augustus een eigen festival, het Theaterfestival Boulevard.
De Sint-Janskathedraal aan de noordzijde van het plein is het pronkstuk van de stad. Officieel heet deze grootste kathedraal van Nederland de ‘Kathedrale Basiliek van Sint Jan Evangelist’, maar men noemt ‘m gewoon de Sint-Jan. De kerk behoort tot de Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en geldt als zogenaamd ‘kanjermonument’.
Op de plek van de kathedraal stond eerst een romaanse kerk. Deze werd geleidelijk vervangen door een veel groter gebedshuis, dat in 1530 gereed kwam. De Sint-Jan wordt nu beschouwd als hoogtepunt van de Brabantse gotiek. Aan de buitenzijde is de kerk uitbundig gedecoreerd. Opmerkelijk zijn bijvoorbeeld de zestien dubbele luchtbogen waarop in totaal 96 stenen figuurtjes zitten. De beeldjes hebben een beroeps- en een allegorische thematiek: van herder, muzikant en smid tot mismaakte aap, roofvogel en draak. Als je de toren van de Sint Jan beklimt kun je de prachtige beeldjes beter bekijken, anders moet je het doen met foto’s, een goede verrekijker of de replica’s in het kerkmuseum De Bouwloods aan de andere kant.
Binnen valt ook van alles te ontdekken, zoals het grote renaissance-orgel, het koperen doopvont uit 1492 en het Lijdensaltaar uit ongeveer dezelfde tijd. Een moderne toevoeging is het bijzonder fraaie glas-in-loodwerk uit 2007 in het hoofdportaal. Het is een voorstelling van het Laatste Oordeel, waarin als detail ook de terroristische aanslag op de Twin Towers in New York is verwerkt. Je kunt hier een permanente overzichtstentoonstelling over het leven en werk van de schilder bezichtigen. Op het plein vóór de kerk staat een groot Boschachtig beeld dat refereert aan de fontein op het werk De tuin der lusten.
Als er markt is op de Markt, op woensdag, vrijdag en zaterdag kun je ook op zoek naar Brabantse worstenbroodjes, het officiële culinaire erfgoed van de provincie. Het zijn langwerpige ronde en stevige witte broodjes met een rol gekruid vlees erin. De broodjes zijn een tikje droog, zorg dus dat je een speciaalbiertje bij de hand hebt om ze weg te spoelen.
Aan het einde van de Markt, bij de punt, staat De Moriaan, een van de oudste bakstenen huizen van Nederland. Het gebouw, herkenbaar aan het torentje en de bakstenen, werd in de 13e eeuw als woonhuis gebouwd en is tegenwoordig in gebruik bij de plaatselijke VVV en een café. Helemaal aan de andere kant van de Markt, bij de zuidwesthoek, is het historische stadhuis nog een bezichtiging waard. Het dateert uit de 14e eeuw maar kreeg zijn huidige classicistische voorgevel in de 17e eeuw.