De Looiersroute
Nederland, Noord-Brabant, Dongen
Dongen was ruim honderd jaar geleden een belangrijke leerlooiersplaats. Eind 19e eeuw waren hier ruim honderd looierijen en tweemaal zo veel schoenmakers actief. Van die leerlooiershistorie is nog veel terug te zien. Tijdens deze route wandel je langs oude leerlooierijen en schoenfabrieken die meestal een heel andere bestemming hebben gekregen. In Museum De Looierij zie je in een oude looierij hoe het leven er in Dongen in die tijd uitzag. En je leert welke rol de rivier De Donge heeft gespeeld in de geschiedenis van Dongen. Een route vol historie en mooie gebouwen.
- 34
- 32
- 31
- 31
- 93
- 94
- 95
- 96
- 34
Hond mee: tijdens deze hele route zijn honden aangelijnd toegestaan (m.u.v. het museum).
Toegankelijkheid: deze route is geschikt voor mindervaliden.
Paden: verhard (tegels, asfalt)
Je kunt parkeren in de Kanaalstraat.
Dit is een knooppuntenroute: let op de pijlen op de lantaarnpalen.
Loop in de Kanaalstraat naar wandelknooppunt 34 (naast huisnr. 4). Ga vanaf daar richting knooppunt 32 (let op: gelijk bij 1e kruising rechts = Oude Baan, 1e links = Julianastraat, Julianastraat helemaal uitlopen, loopt over in de Kerkstraat). Volg daarbij de knooppunten 32 – 31 – 93 – 94 – 95 – 96. Vanaf hier loop je weer terug naar knooppunt 34.
Na de start in de Kanaalstraat loop je de schoenmakershistorie van Dongen binnen. In het pand aan de Julianastraat 122 zat vroeger de schoenmakersvakschool. Even verderop, aan de Kerkstraat 53, staat het pand van Schoenenfabriek Smits. Het hoofdgebouw stamt uit 1915. In 2004 is het omgebouwd tot appartementencomplex. De brede poorten beneden, de smalle ramen boven en de takel bovenaan verraden de industriële achtergrond.
Tegenover de voormalige schoenenfabriek staat de Oude Kerk van Dongen. Al in de vroege middeleeuwen stond op deze plaats een kerk. De fundering van die kerk ligt onder de huidige kerk. Die kerk, uit 1450, heeft heel wat meegemaakt. Zo raakte het gebouw ernstig beschadigd tijdens de Nederlandse Opstand. En sloopten de Fransen in 1810 de torenspits, omdat er een semafoor (een seintoestel) op moest komen als onderdeel van de optische telegraafverbinding Amsterdam-Parijs. Ruim honderd jaar later kreeg de toren een andere functie: het werd een politiebureau. Wie een rondje om de kerk loopt, ziet dat een deel van de kerk nog een ruïne is. Dat herinnert aan een zware storm in 1928 toen het dak van het bouwvallige schip instortte. Het schip bleef door de jaren heen in ruïneuze staat. De rest van de kerk werd gerestaureerd.
De Looierij
Zo wandel je langs een villa met neorenaissance-elementen (nr. 41) en een 18e-eeuwse ‘boerderij’. Aan de overkant, op Kerkstraat 33, staat een karakteristiek pand met opvallende, gepotdekselde kleppen aan de zijkant. Dit is een gerestaureerde leerlooierij uit 1889. Hier is Museum De Looierij gevestigd, dat werd geopend in 2011. Het museum richt zich op de looigeschiedenis van Dongen. Het bestaat uit drie verdiepingen. Op de begane grond bevindt zich het nathuis waar over het looiproces wordt verteld. Op de eerste verdieping, in de touwerij, zie je de vele handelingen die nodig waren om het leer af te werken. Op de droogzolder, de bovenste verdieping, wordt toegelicht hoe men de huiden droogde en wat het betekende om in een ‘leerdorp’ te wonen. Eind 19e eeuw telde Dongen meer dan 100 looierijen en bijna 200 schoenmakers. Dongen had namelijk de ideale omstandigheden om goed te kunnen looien: er was zuiver stromend water en kwalitatief goed grondwater aanwezig, voldoende eikenschors om looistof van te maken en veeteelt voor de huiden.
Het proces van leerlooien
Op het Looiersplein van Dongen staat het standbeeld van ’t Looierke. Leerlooien was een tijdrovende klus. Allereerst werden de huiden in het stromende water van de Donge gehangen. Zo werd zout en vuiligheid van de huiden gespoeld. Daarna werden de huiden over een zogenaamde boom gelegd en met een mes onthaard. Ook de vleesresten werden op deze wijze van de huiden ‘gevleesd’. Vervolgens werden de huiden in looikuipen gelegd, met steeds een laag run ertussen. Deze looikuipen zijn ook in het museum te zien. Run is gemalen eikenschors. Hierin zit tannine die zorgt voor de looiing van de huiden, waardoor een huid wordt omgevormd tot leer. Er volgden nog vele handelingen voordat het leer klaar was voor verwerking tot schoenen en andere leerproducten.
De Kerkstraat is een van de oudste straten van Dongen en heeft bijna iets weg van een straatje uit een openluchtmuseum: kinderkopjes in het wegdek, lantaarns in de vorm van vroegere gaslantaarns, rode geraniums in bakken voor de ramen en links en rechts huizen met historie. Achter het gebouw op nummer 2a, 4 en 6 ligt de vroegere schoen- en lederfabriek Vermeulen. De fabriek werd in 1784 opgericht, de looierij bijna een eeuw later. Het grote reclamebord rechts van het pand verraadt dat er nog steeds modeschoenen worden verkocht.
In de Kerkstraat waan je je in de periode dat het leerlooien nog met de hand gebeurde. Wie de Heuvelstraat inslaat, maakt een sprong in de tijd. Hier is te zien hoe de ontwikkelingen aan het eind van de 19e eeuw het straatbeeld veranderden. Door de komst van de stoommachine ontstonden grootschalige leer- en schoenfabrieken. Op Heuvelstraat 1 staat het pand van de Overlederfabriek V.D. Assum. Het bakstenen pand staat op de monumentenlijst. Sinds de bouw in 1900 lijkt er weinig te zijn veranderd. De verweerde houten poorten, de kleine ramen, de door roest aangetaste machines op het terrein en de takel die nog steeds aan een touw bungelt, zorgen voor een oud-industriële sfeer.
Even verderop ga je via een bruggetje het water over. Dat water was essentieel voor de ontwikkeling van Dongen. Het riviertje de Donge stroomt dwars door het dorp en had in het verre verleden nog geen eigen naam. Het werd daarom de Aa genoemd, zoals wel meer onbeduidende stroompjes. Het riviertje passeerde bij het huidige Dongen een paar zandbulten, die ook wel donken werden genoemd. Daaruit ontstond de naam Donken aan de Aa, dat later verbasterde tot DonkAa en Dongen. De Donge leverde zuiver drinkwater en bracht welvaart in het dorp. Later ontdekte men dat je het water ook goed kon gebruiken voor het wellen van dierenhuiden.
Het driehoekige plein Heuvel heeft een mooie groene kern vol gras en bomen. Rondom dat groene hart is weer veel schoenmakershistorie te vinden. Rechts zie je op het fabrieksterrein een oude leerfabriek en looierij uit het begin van de 20e eeuw die verbouwd wordt/is tot appartementen complex. Op nummer 16 staat een looierswoning, waaraan in de tweede helft van de 19e eeuw een leer- looierij is vast gebouwd Even om het hoekje staat nog een mooi pand, compleet met de inmiddels bekende ‘leerlooierskenmerken’: kleine ramen, grote poorten op de verschillende verdiepingen en een takelhaak aan een touw onder het puntdak.