De vroongronden van Renesse
Nederland, Zeeland, Renesse
Renesse was vroeger een bekende naam bij feestende jongeren, nu zijn het vooral gezinnen die afkomen op het strand en de campings. Maar ook voor wandelaars zijn er volop verrassingen. Waai uit op het strand, beklim een hoog uitzichtduin en ontdek wat vroongronden zijn.
Hond mee: honden zijn op deze route niet toegestaan.
Toegankelijkheid: deze route is ongeschikt voor mindervaliden.
Paden: 25% onverhard, een groot deel van de route bestaat uit (half)verharde paden van schelpen, beton of asfalt. Ook wandel je 3 km over het strand.
1. Start bij de grote parkeerplaats van het Transferium/P+R Renesse. Wandel richting het busstation en ga rechts langs het Transferium (gebouwtje met puntdak) en de fietsverhuur. Volg het asfaltpad en dan de bocht naar rechts. Ga in het winkelgebied bij een rond pleintje linksaf langs het Kruidvat, dan rechtsaf. Net voorbij supermarkt Jumbo staat rechts wandelknooppunt (kp)82 <Kerkring>. Ga van kp82 naar kp85 (Oude Moolweg). Volg vanaf nu gele pijlen en wit-rode strepen. Volg de weg rechtdoor tot kp85 <De tien van Renesse>.
2. Ga bij kp85 rechtdoor richting kp70 (Oude Moolweg). Wandel na ruim 500 m op kruising rechtdoor (Oude Moolweg). Ga bij het einde van de weg rechtdoor via een voetpad langs een fietsenstalling. Let op: wandel rechtdoor via strandopgang 15 naar het strand (einde markeringen). Ga op het strand linksaf. Tip: het traject over het strand is ruim 3 km. Eventueel kun je dit ook (deels) doen via een beschut pad door de duinen <Zeehonden>.
3. Volg het strand ruim 3 km. Je passeert strandopgangen 14 en 13 (aangegeven met borden). Bij strandopgang 12 wandel je richting de duinen. Ga bij kp91 rechtdoor: over de duinen, dan na de fietsenstalling rechtdoor via het fiets- en voetpad (gele pijlen en wit-rood, Duinhoevepad). Volg de weg 1,3 km, met onderweg een pittig klimmetje <Uitzichtduin> <Grazende pony’s>.
4. Je komt op het terrein van een camping. Ga bij de kruising rechtdoor (gele pijl en wit-rood, Maireweg). Ga na 500 m bij kp11 linksaf naar kp12. Volg de gele pijlen langs de weide en door het bos <Gadrabos>. Het bospad eindigt bij een boerderij en een asfaltweg. Ga hier linksaf <Haaimannen en elzenmeten>.
5. De asfaltweg eindigt bij kp12. Ga hier linksaf naar kp80, over het veerooster. Dit pad volg je circa 2,5 km <Vroongronden>. Het pad eindigt bij een hek en een veerooster. Daarachter staat kp80. Ga hier rechtdoor naar kp81 (volg trottoir links van de weg). Ga bij kp81 rechtdoor richting kp82. Ga bij de rotonde rechtdoor (via fietspad links van de Roelandsweg). Even verder ben je terug bij het Transferium en de parkeerplaats. Of toch eerst nog even naar een van de vele terrasjes in het centrum?
De route gaat linksaf, maar wandel eerst rechtdoor naar de kerk van Renesse. Dan zie je dat Renesse een kerkringdorp is, zoals die vooral op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden voorkomen. De benaming spreekt voor zich: de kerk pronkt pontificaal in het midden. In de ringstraat daaromheen stonden vroeger de belangrijkste huizen, boerderijen en werkplaatsen. Inmiddels vullen terrassen een groot deel van de ring. De eerste badgasten verschenen ruim honderd jaar geleden, toen nog met de tram en de veerboot. Na de Watersnoodramp van 1953 veranderde alles: door een hele serie dammen en dijken werd het eiland Schouwen-Duiveland ineens met de auto bereikbaar. Aanvankelijk werd Renesse vooral populair bij jonge vakantiegangers, nu profileert het dorp zich als internationale familiebadplaats. Met succes, want in de zomer lijkt Duits wel de voertaal.
Een vrouw houdt een dode man in haar armen vast. Op haar hoofd draagt ze een traditionele Schouwse kap. Het monument herinnert aan een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van Renesse. Het is december 1944. De Duitse bezetter wil alle mannen uit het dorp naar Duitsland sturen om daar te gaan werken, maar een groep verzetsstrijders begraaft het bevolkingsregister. De Duitsers zijn furieus. De verzetsstrijders proberen het eiland per boot te ontvluchten, maar worden na een vuurgevecht opgepakt. Negen van hen worden in het openbaar opgehangen. De tiende raakt zwaargewond bij het vuurgevecht en sterft kort daarna. Hun namen zijn vereeuwigd op de sokkel van het monument.
Vanaf de top van de duinenrij zie je waar in de zomer al die toeristen op afkomen: een lang strand met een hele serie strandpaviljoens. En die verrekijker staat er niet voor niets! Vooral in de uren rond eb maak je kans op het spotten van zeehonden. Dan trekt de zee zich terug en ontstaan er zandbanken voor de kust – ideaal voor rustende zeehonden. Het strand zelf is misschien wel op zijn mooist buiten het zomerseizoen, als je hier heerlijk kunt uitwaaien. Let dan op de vele vogels die langs de vloedlijn speuren naar wormen, schelpdiertjes, krabbetjes en garnalen.
De klim wordt beloond met alweer een prachtig uitzicht over de zee, het strand, de duinen en het achterland van Schouwen-Duiveland. Werp ook een blik op de duinenrij rechts achter het strand. Nu is de zeewering hoog genoeg om een stevige storm te weerstaan, maar eeuwenlang lag hier een smalle, kwetsbare duinenrij. Daarom werd in 1833 een serie dijken achter de duinen aangelegd. Sindsdien is de duinenrij een flink stuk hoger geworden en zijn de dijken grotendeels onder het stuivende zand verdwenen. Je herkent ze alleen als je weet dat ze er liggen.
Na de steile afdaling doorkruis je de Maire, een weidse duinvlakte waar shetlandpony’s en runderen grazen. Zij zorgen ervoor dat dit open duinlandschap niet dichtgroeit met struiken en bomen. In de natte valleitjes groeien zeldzame soorten als parnassia en moeraswespenorchis. Ook kunnen amfibieën als rugstreeppad, heien boomkikker zich hier voortplanten. Kom terug op een zwoele lenteavond en het gekwaak en geratel is al van verre te horen.
Tot 1950 zou je hier door de weilanden en akkertjes van duinboerderij Gadra hebben gewandeld. Daarna werd dit bos aangeplant. Er staan vooral eiken: let op de ruwe stam, de gelobde bladeren en natuurlijk de eikels. Aan het einde van het bospad zie je rechts de oude duinboerderij, die nu bij Staatsbosbeheer in gebruik is. En de naam Gadra? Die is ooit verzonnen door een ongetwijfeld hardwerkende maar iets minder taalvaardige boer: ‘Geluk Aanwezig Door Rijke Arbeid’.
De duinboeren hadden het niet gemakkelijk. De grond was arm en de akkertjes en weidegronden verdwenen regelmatig onder het stuivende zand. Na de bocht in de weg kun je zien welke oplossingen de boeren bedachten. Aanvankelijk legden ze rond de percelen zandwalletjes aan, die ze haaimannen noemden. Later plantten ze struiken en bomen op de wallen. Die beschermden de akkers tegen het vee en het stuivende zand, en ze leverden gebruikshout voor de boerderij. Vooral de zwarte els was hiervoor zeer geschikt – vandaar dat de percelen ook wel elzenmeten werden genoemd. De zwarte els kun je eenvoudig herkennen: aan de boom groeien zowel vrouwelijk vruchten (eivormige, verhoute katjes) als mannelijke vruchten (hangende, langwerpige katjes).
Ook de vroongronden herinneren aan de tijd dat er nog geen badgasten kwamen op Schouwen-Duiveland. In dit open stuifzandlandschap lieten de boeren hun vee grazen. Nu doen natuurbeschermers hetzelfde: zij zetten exmoorpony’s en shetlanders in om het gebied open te houden. Links van het schelpenpad lag vroeger de rails van een stoomtram. Vanaf 1915 doorkruiste deze tram het hele eiland. Eindpunten waren Burgh-Haamstede en Zijpe, waar je kon overstappen op de veerboot. Nog wat verder naar links bouwden de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog een schijnvliegveld, compleet met houten vliegtuigen en baanverlichting. Dit moest de geallieerde bommenwerpers weglokken van een echt vliegveld bij Haamstede, een stukje verderop. De Engelsen wisten van het bestaan van zulke nepvliegvelden. Volgens de overlevering zouden ze zelfs, geheel in stijl, houten nepbommen boven het veld hebben afgeworpen. Bewijzen hiervoor zijn – helaas – nooit gevonden.