Den Haag stadswandeling
Nederland, Zuid-Holland, Den Haag
Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw maakt de Haagse binnenstad een gestage metamorfose door. De zone tussen Centraal Station Den Haag en het prachtige stadhuis telt veel moderne gebouwen. Daarna passeert deze architectuurroute vooroorlogse parels als de Bijenkorf en Nederlands eerste hoogbouw-parkeergarage, de Torengarage.
Hond mee: tijdens deze hele route zijn honden aangelijnd toegestaan.
Toegankelijkheid: deze route is geschikt voor minder validen. In de routebeschrijving is een alternatief bij punt 1 opgenomen.
Paden: verhard (tegels, asfalt).
Komt u met de auto? Dan is (betaalde) Parking Helicon het dichtst bij het startpunt van de route.
1. In stationshal uitgang bij perron 1 nemen en RD, passage door witte ministeriegebouw. RD, Turfmarkt. Vóór tramrails rechts trapje op, Cliostraat, later Clioplein en trap af naar Muzenplein LA, langs toren en rechts om wit gebouw naar ingang stadhuis (indien gesloten: links om gebouw heen). Mindervaliden: ga bij de trap naar de Cliostraat RD, trambaan over, naar het stadhuis.
2. Stadhuis aan andere kant verlaten en voorbij de bibliotheek RA. Op kruising LA oversteken (let op: fietspad slecht herkenbaar), Grote Marktstraat. Direct lange trap naar beneden nemen (Ingang H), vervolgens met een van de roltrappen naar het perron (mindervaliden: neem de lift bij ingang F, bij de Hema ). De ‘tramtunnel’ (Rem Koolhaas, 2004) toont ruw beton en luxe materialen in mooi licht. Over houten vloer van het perron lopen. Roltrap naar boven, tweemaal, en langs De Bijenkorf.
3. Einde voetgangersgebied (op de hoek van het gebouw De Volharding en vóór het standbeeld van Haagse Harry) RA, Grote Markt (mooi lommerrijk plein met veel restaurantjes en terrassen). RD, Schoolstraat en einde straat LA, om Grote Kerk heen en Torenstraat oversteken. Na huisnr. 126 LA, Agnietenpad. Einde pad RA. Einde straat (Korte Vleerstraat) RA, De Geest, Torenstraat oversteken en RD, Nobelstraat. Op kruising RA, Prinsestraat. Na traditionalistisch Berlagegebouw (1895) LA. Na pleintje is links het appartementencomplex met de groene balkons van Gunnar Daan (2003) en rechts de ‘snoeptrommel’, een bont gedecoreerd winkelcomplex (John Outram, 1999).
4. RD, Gravenstraat (met aan het einde de ingang van de Passage, de oudste overdekte winkelpassage van Nederland uit 1885) RD, Buitenhof, links de Berlagekiosk (1925). RD Spui oversteken en RA (het Binnenhof wordt gerenoveerd, dat duurt minstens tot 2028). Loop over de Hofplaats via de Lange Poten en sla verderop LA de Lange Houtstraat in. (N.B. Voor een bezoek aan het Mauritshuis, loop je LA over het Plein, daar vind je het Mauritshuis en als je een stukje doorloopt tot de Hofvijver zie je links het Torentje). Lange Houtstraat helemaal uitlopen tot het Korte Voorhout, hier RA. Aan de linkerkant staat het gebouw van de voormalige Amerikaanse ambassade (Breuer, 1959), rechts de Koninklijke Schouwburg (in 1766 door Pieter de Swart gebouwd als paleis, in 1802 verbouwd tot theater).
5. Over brug en RA naar het station. Winkelcentrum Babylon (1978, links van station) is in 2011 grondig vernieuwd met onder meer 100 en 140 m hoge torens. Ook het Koningin Julianaplein voor het station ondergaat momenteel een herinrichting. Het plein wordt groter, groener en er komen bankjes. Ook komt er een grote, moderne, ondergrondse fietsenstalling.
Het grote kantoorgebouw naast het Centraal Station is het voormalige gebouw van het ministerie van VROM. Het werd in de jaren tachtig ontworpen door architect Jan Hoogstad. Om te voldoen aan het nieuwe werken en de huidige eisen op het gebied van duurzaamheid en beveiliging, was het pand toe aan een grondige renovatie. Die is gedaan door het consortium PoortCentraal (waar onder andere architectenbureau OMA onderdeel van is). Inmiddels biedt het plaats aan meer dan 6000 (grotendeels) rijksambtenaren van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu, van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Allen gebruiken dezelfde entree, basisfaciliteiten, vergaderruimtes en ICT. Het ontwerp van OMA geeft het gebouw een nieuwe relatie met de stad Den Haag en verbindt het met de stad, zowel visueel door een grote nieuwe glazen gevel, als functioneel door de creatie van een nieuwe, uitgebreide passage die dienst doet als een openbaar plein.
Een karakteristieke blikvanger in de Haagse skyline is Castalia (Graves, 1998), een herschepping van een kantoorgebouw uit 1967. Het rode gebouw met de twee Hollandse, blauwe zadeldaken wordt gebruikt door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport. Castalia maakt deel uit van Rob Kriers stedenbouwkundig plan De Resident, evenals het aansluitende ovale Muzenplein met Muzentoren. Postmodernisme wordt als verzamelnaam gebruikt voor de grote variatie van vormen, kleuren en materialen.
Aan de stationszijde staat de Zürichtoren (Pelli, 1999) die de bijnaam ‘citruspers’ dankt aan zijn groene, opengewerkte kap.
Naast de reusachtige afmetingen is de enorme witheid van het stadhuis (Richard Meier, 1995) opvallend; op het eerste gezicht wordt de bijna abstracte massa nergens onderbroken door een kleur. Het indrukwekkendst is misschien wel het atrium; in deze lange lokettenhal valt het daglicht binnen door het glazen dak op 48 m hoogte. In de grote ronde hoek van het complex huist de Openbare Bibliotheek.
Nieuw centrum
Halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw besloot de gemeente Den Haag het noordoostelijke deel van het centrum nieuw leven in te blazen. Bijna alle bestaande gebouwen werden gesloopt en het patroon van wegen en tramrails werd aangepast. Eerste grote stap was de bouw van een nieuw stadhuis in het hart van de stad. Daarna werd de zone tussen het stadhuis en het Centraal Station geleidelijk vernieuwd. De vernieuwing is nog volop gaande. Naast het Stadhuis staat het theatercomplex Amare naar het ontwerp van Patrick Fransen en Jo Coenen, dat onderdak biedt aan het Residentie Orkest, Het Nederlands Danstheater en het Koninklijk Conservatorium. De Turfmarkt is inmiddels een levendige straat geworden met winkels, restaurants en cafeetjes.
Let op. Op zon- en feestdagen is het Atrium van het Stadhuis gesloten.
De Bijenkorf (Piet Kramer, 1925), met siermetselwerk, hoog glas in lood en beeldhouwwerk, is een van de weinige Haagse voorbeelden van de bouwstijl van de Amsterdamse School.
Jan Buijs ontwierp met Joan Lürsen het destijds zeer moderne gebouw van Arbeiderscoöperatie De Volharding (1928). De melkglasvlakken tussen de vensters werden voorzien van teksten en ’s avonds van binnenuit verlicht, waardoor een soort lichtkrant ontstond.
De Torengarage van Jan Greve (1930) was de eerste parkeergarage met verdiepingen in Nederland. De vloeiende baksteengevel, waarin de stalen ramen helaas zijn vervangen, geeft het verloop van de spiraalvloer in de garage weer. In de voormalige showroom is nu een restaurant gevestigd.
Tegen de middeleeuwse bebouwing van het Binnenhof aan werd in 1992 de nieuwbouw van de Tweede Kamer voltooid. Je ziet het 24 m hoge atrium met de bekende wandelgangen en de lange roltrappen. Architect Pi de Bruijn tekende dit 100 m lange gebouw tussen de Hofplaats (met de ronde vergaderzaal) en het Plein.
Het gebouw van het ministerie van Financiën is één van de beste voorbeelden van de brutalistische stijl in Nederland. De term brutalisme is afgeleid van het Franse béton brut (ruw beton). Het ministerie van Financiën stond jarenlang als een enorme betonnen bunker aan het Korte Voorhout. De gesloten en strenge architectuur van de buitenkant werd versterkt door de toepassing van in het werk gestort schoon beton in de gevels. Het exterieur gaf niets prijs van de open structuur van het complex met twee grote tuinen aan de binnenkant. Het gebouw ontworpen door Jo Vegter en Mart Bolten was echter verouderd. In 2001-2008 werd het gebouw gerenoveerd en kreeg het een eigentijdse en representatieve uitstraling waarbij de karakteristieke betonnen gevelpanelen gehandhaafd bleven. Om de landmarkfunctie van het gebouw in de stad te versterken, heeft de architect MVSA Architects een wintertuin ontworpen op de hoek van het Korte Voorhout en de Prinsessegracht. Daar groeien nu zilverachtige olijfbomen in een hoge glazen ruimte. Eén van de binnentuinen is nu onderdeel geworden van het publieke domein via twee uitnodigende poorten. Daardoor opent het gebouw zich voor de stad en haar bewoners.