Door bergen en bos in het Bergherbos
Nederland, Gelderland, Beek
In het zuiden van de Achterhoek -tussen Doetinchem, Didam en ’s-Heerenberg- ligt het Montferland. In de voorlaatste ijstijd vormde zich hier een stuwwal die later beplant werd met bos. Zo ontstond een landschap van berg en bos, dat daardoor de naam ‘Bergherbos’ kreeg. Hier roffelen spechten, staren reeën je aan op het bospad en loop je langs manshoge adelaarsvarens. Maar deze route is meer dan bos. Je wandelt ook door de heide, waar reptielen zich thuis voelen, doorkruist kruidenrijke akkers, waar patrijzen rondscharrelen en pikt onderweg nog tastbare herinneringen mee aan het oorlogsverleden van dit gebied.
Hond mee: honden zijn alleen aangelijnd toegestaan.
Toegankelijkheid: deze route is niet geschikt voor mindervaliden vanwege onverhard terrein en veel reliëf in het landschap.
Paden: de route is voor 99% onverhard.
Parkeren: op het parkeerterrein bij Uitspanning 't Peeske, Peeskesweg 12, Beek.
Routebeschrijving:
1. Ga met de rug naar Uitspanning ’t Peeske staan en steek het zebrapad naar de parkeerplaats over. Sla daar rechtsaf (voetpad langs verharde weg). Einde voetpad schuin rechtdoor het bospad in. Eerste pad rechtsaf en op vijfsprong rechtdoor het pad in dat omhoogvoert. Je wandelt nu over de stuwwallen van het Montferland.
2. Op kruising paden rechtdoor. Je loopt langs een zandhelling en gaat dan weer de bossen in. Sla op T-kruising rechtsaf (bij bordje ‘honden aan de lijn’). Bij de eerste weg van rechts ga je rechtdoor. Je zit nu op het wandelnetwerk. Volg de groene pijlen naar de keuzepunten R18 - R35 - T33.
3. Sla na keuzepunt T33 het derde pad van rechts in (je gaat hier even van het wandelnetwerk af). Dit paadje voert eerst door het bos, daarna door het open veld. Bij kruising met verharde weg rechtdoor bospad in. Einde pad, bij T-kruising, linksaf.
4. Sla het eerste pad rechtsaf en ga meteen weer rechtsaf. Na enkele meters kom je bij keuzepunt T12. Sla hier linksaf pad langs bosrand in, richting T22 (volg rood-witte markering). Bij T22 linksaf en naar T31 (volg rood-witte markering). Dit keuzepunt ligt voor de Uitkijktoren Hulzenberg.
5. Vlak bij het infobord over het Bergherbos, bij de ingang van de uitkijktoren, vind je de markering voor het vervolg van je route. Volg de grijze markering. Die brengt je naar de keuzepunten T54 - T98 - T13 via de Hoge Heide.
6. Ga bij T13, op de vijfsprong, schuin rechts rechtdoor (rood-witte markering ‘loopgraven’/markering ‘Klompenpad’). Dit slingerpad langs de Stokkumse Spreng brengt je naar keuzepunt R60.
7. Sla bij R60 linksaf richting Y66 (rood-witte markering). Kijk op T-kruising even links. Hier ligt een gereconstrueerde loopgraaf uit de Eerste Wereldoorlog. Sla voor de route op deze T-kruising rechtsaf (je verlaat het wandelnetwerk). Je loopt nu op de grens met Duitsland. Sla het eerste pad linksaf (bij houten slagboom).
8. Volg dit pad door de bossen en het open veld tot de T-kruising. Sla daar rechtsaf. Houd op Y-splitsing links aan (mtb-pad gaat naar rechts). Ga bij ruiterknooppunt 41 linksaf. Volg het pad door de akkers, die ‘de Gouden Rand’ van het Bergherbos vormen. Einde graspad rechtsaf, Oude Eltenseweg. Eerste rechtsaf. Sla bij graspad linksaf en houd links aan. Je komt zo terug bij Uitspanning ’t Peeske, het startpunt van deze route.
De wandeling gaat al snel omhoog. Iets wat je tijdens deze route nog vaak gaat meemaken. Het Bergherbos strekt zich namelijk uit over de stuwwallen van het Montferland. De stuwwallen ontstonden in de voorlaatste ijstijd, toen een gletsjer vanuit Scandinavië massa’s grond en stenen voor zich uit schoof. Toen het ijs smolt, bleven de heuvels achter. De bossen op de stuwwal met daaromheen de glooiende akkers zorgen voor een bijna buitenlands plaatje.
Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw werden in het Bergherbos veel grove dennen aangeplant voor de bosteelt. Daarna volgden andere soorten naaldbomen als sparren en lariksen. Natuurmonumenten probeert het bos nu op veel plekken om te vormen tot een loofbos, waarin ook plek is voor inheemse bomen als eiken en beuken. Zo ontstaat een gemengd bos dat beter bestand is tegen plagen. Let ook eens op de varens die op veel plekken op de bosbodem groeien. Het zijn adelaarsvarens, die vaak manshoog worden. Het bos zit vol dieren. Deze route doet de minder belopen delen van het bos aan, waardoor de kans groot is dat een ree je pad kruist. Ook hoor je geregeld geroffel van spechten.
De Hulzenberg is 85 meter hoog en voor de uitkijktoren op de top moet je ook nog eens ruim twintig meter omhoog. Een pittige klim, maar dan heb je wél een indrukwekkend uitzicht over de Veluwe, het Rijk van Nijmegen en Duitsland. ’s Zomers kijk je uit over de bossen en graanvelden vol akkerbloemen. In de herfst zie je mooi het verschil in kleur tussen de verschillende loofbomen en naaldbomen.
De Hoge Heide wordt helemaal omringd door bos. Veel dieren houden van die overgang tussen bos en heide. Er leven roofvogels als de wespendief en havik en boven de eikenbomen kun je met een beetje geluk een boompieper ontdekken, die zich geregeld van hoog in de lucht, al fluitend, naar beneden laat vallen. Op de heide leven reptielen als zandhagedissen, hazelwormen, gladde slangen en adders. Om het leefgebied van deze reptielensoorten te vergroten heeft Natuurmonumenten in 2007 een reptielencorridor in het Bergherbos aangelegd, een open strook van zes kilometer in het bos, die heidevelden en andere geschikte leefgebieden van reptielen met elkaar verbindt.
In het zuidelijkste stukje van deze wandelroute begint het pad opeens opvallend te kronkelen. Je volgt hier de loop van de Stokkumse Spreng, een beek die gevoed wordt door opwellend water. De meeste neerslag die op de Montferlandse stuwwal valt, vloeit ondergronds weg. Vogels en andere dieren maken dus gretig gebruik van het water van de spreng. In de herfst kom je rond de beek veel paddenstoelen tegen, zoals de franjezwam en het kleverig koraalzwammetje.
In de Eerste Wereldoorlog was Nederland neutraal. Toch vind je in het Bergherbos nog loopgraven uit die tijd. Een deel van het bos was namelijk destijds nog Duits grondgebied. Omdat de Duitsers bang waren voor een aanval via Nederland, legden ze kilometerslange loopgraven en 84 bunkers aan op de stuwwal tussen Elten en Beek. De Duitsers hebben de loopgraven in de eerste oorlogsjaren wel gebruikt, maar er is nooit gevochten. Na de oorlog hebben Franse troepen de bunkers en loopgraven in dit gebied vernietigd. Eind 2013 is zo’n vijftig meter van de loopgraven hersteld en teruggebracht in oorspronkelijke staat. Je kunt er nu als bezoeker doorheen lopen.
De biologische akkers rondom het bos worden ook wel de ‘Gouden Rand’ genoemd. Vooral in de zomer is die naam toepasselijk. Dan staat het goudkleurige graan wuivend op de velden. Natuurmonumenten bebouwt de akkers op biologische wijze, waardoor ze rijk zijn aan akkerkruiden, zoals kamille, klaproos en korenbloem. Daar komen veel insecten op af en die trekken weer dieren aan die het in andere delen van Nederland moeilijk hebben, zoals de patrijs. Luister eens of je de geelgors kunt ontdekken: die herken je meteen aan zijn zang, die klinkt als de vijfde Symfonie van Beethoven: tie-die-die-díiiiee!