Duinen van Zuid-Kennemerland
Nederland, Noord-Holland, Santpoort-Noord
Natuurlijk, dit wandelgebied is in elk jaargetijde aantrekkelijk, maar in de herfst en winter is het hier misschien toch wel op zijn mooist. De zomerhitte en vakantiegangers zijn dan weg en de natuurliefhebbers zijn weer onder elkaar. Ze kunnen volop genieten van het veranderde landschap, waar de fel gekleurde bessen van de duindoorn en meidoorn nu de dienst uitmaken naast de altijd groene naaldbomen. Met bont gekleurde loofbossen in de herfst en een verstilde winterlandschap in de winter.
Hond mee: tijdens deze route zijn honden niet zijn toegestaan.
Toegankelijkheid: deze route is niet geschikt voor mindervaliden, vanwege zandpaden en pittige beklimmingen de duinen op.
Paden: deze route voert voor meer dan 90% over onverharde paden.
1. Via de voetgangerstunnel bij N.S.-station Santpoort-Noord kom je bij de manege “Kennemergaarde”, aan de westzijde van het station. Steek de weg/fietspad over en houdt de manage aan je rechterhand. Deze weg heet Duin- en Kruidbergerweg. Einde weg LA. Deze weg heet ook Duin- en Kruidbergerweg. Einde weg RA met de bocht mee, blijft Duin- en Kruidbergerweg. Na ongeveer 300 m aan je rechterhand is de ingang naar Nationaal Park Zuid Kennemerland, ingang Duin en Kruidberg, daar RA en volg de asfaltweg tot aan het parkeerterrein. Automobilisten kunnen ook hier RA en parkeren op het parkeerterrein.
2. Langs grote, houten informatiemuur van Natuurmonumenten, neem het wandelpad links van het fietspad en de beide poortzuilen. Hier staat een wandelknooppunt (wkp) 41. Volg de blauwe pijlen. Bij tweede splitsing, bij wkp 23, LA. Dit is het Brederodepad, en blijf de blauwe pijlen volgen. Bij bankje het pad volgen (het bankje aan de linkerhand houden). Blijf de blauwe pijlen volgen (de pijlen wijzen links en rechts, maar komen 100 m verder weer bij elkaar. Bij wkp 64 richting wkp 40, onder andere door een kastanjelaantje. Onderweg, vlak voor een klimmetje naar een duin, passeer je een grenspaal uit 1953 waar RL//A op staat. Na de klim over het duin (op de top mooi uitzicht) komt de blauwe route samen met het fietspad (=Zeeweg). Ga LA en volg deze blauwe route nog ca. 400 m over het fietspad.
3. Bij de driesprong bij paaltje 5 RA (de blauwe route gaat hier RD) en volg de rood-witte markering onderaan op wkp 5 (markering zit ook op de picknicktafel).
4. Bij volgende driesprong bij wkp 25 de blauwe pijlen en rood-witte markering volgen. Bij wkp 45, LA volg uitgang ‘Heerenduinen’ en de rood-witte markering volgen. Negeer de blauwe pijl. Volg het pad totdat er een metalen hek aan de linkerkant staat. Daar rechts aanhouden.
5. Volg het pad volgens de rood-witte markering. Hier is tevens een uitzichtpunt.
6. Volg geruime tijd het zandpad richting uitgang ‘Heerenduinen’ via de rood/witte markering. Na enige tijd kom je bij een klinkerweg. Op de klinkerweg LA en volg de weg die over een dam in het water ligt.
7. Volg de klinkerweg tot wkp 42 en volg de rode pijl (de rood-witte markering negeren).
8. Als de klinkerweg na 400 m bij wkp 74 haaks naar links buigt, RD over bospad (volg de rode pijl) en daarna een lang stuk de rode pijlen volgen (je passeert de begraafplaatsen Duinhof en Westerveld) Je komt achtereenvolgens wkp 21, 22 en 23 tegen. Bij wkp 23 LA naar het parkeerterrein dat hoort bij ingang Midden-Herenduin. Bij wkp 87 rechtdoor en parkeerterrein rechts en links laten liggen. Volg de brede weg.
9. Na het “weiland” bij eerste hek aan de rechterhand RA (bij wkp 93) over een smal pad. Dit pad wordt aan het eind wat breder. Dit bredere pad links aanhouden, dan rechts omhoog en bij wkp 63 rechts aanhouden (negeer de blauwe pijl) en langs naaldbos lopen. Het naaldbos bevindt zich dan aan de linkerkant van het pad op de heuvel.
10. Aam het einde van het pad LA Het pad loopt naar boven. Op de top rechts aanhouden.
11. Blijf het brede pad volgen. Negeer de blauwe pijl naar rechts. Het pad loopt naar een groot metalen hek met daarachter het koetshuis van landgoed Duin en Kruidberg. Ongeveer 100 m voor het grote metalen hek buigt een pad naar rechts richting IJskelder en uitgang Duin en Kruidberg. Neem dit pad. Aan het eind van dit pad bevindt zich een hekje. Dit hekje passeren en het pad blijven volgen. Hou landgoed Duin en Kruidberg aan de linkerhand en het duingebied aan de rechterhand.
12. Volg het pad en passer de ijskelder (een klein bouwwerk dat iets hoger dan het pad staat). Blijf doorlopen naar het parkeerterrein waar de wandeling begon. Voor de automobilist is hier de wandeling klaar.
13. De wandelaar loopt langs de informatiemuur en loopt dezelfde weg terug naar het treinstation Santpoort-Noord. Loop de asfaltweg af en sla aan het einde van de weg, bij de uitgang van Nationaal Park Zuid-Kennemerland LA. Aan de overzijde van de weg ligt “Hoeve Duin en Kruidberg” voor een drankje, hapje of een ijsje. Volg de weg met het weiland aan de rechterhand tot de driesprong en neem het voetpad naar links naast doorgaande weg (Duin- en Kruidbergweg). Neem de eerste weg RA. (Duin- en Kruidberger weg). Loop deze weg af en houd aan het eind de manege "Kennemergaarde” aan je linkerhand, en ga je RD via de voetgangerstunnel naar de voorkant van het station Santpoort Noord.
Je kunt in beboste duingebieden aan het eind van een herfstmiddag hommels en wespen aantreffen die niet meer terugkeren naar hun nest. De koninginnen hebben een beschut plekje gezocht, waardoor het volk uiteenvalt. In de zomer vingen de wespen nog vliegen, die ze als eiwitrijk voer voor de larven naar het nest brachten. Daarna hebben ze alleen nog belangstelling voor suiker, voor hun eigen voeding. In september kunnen ze dat vinden op de bladeren onder een bladluiskolonie: luizen produceren én morsen suiker.
De duinen van Kennemerland staan bekend om de weelderige groei van kardinaalsmuts. In de nazomer herken je deze struik aan de rozerode zaaddoosjes die inderdaad wel iets weg hebben van een door katholieke priesters gedragen bonnet, een gelobd hoofddeksel. In september rijpen dan de vlezige vruchten, die meteen herkend worden door trekvogels zoals spreeuwen en vinken. Ze eten zich vol om krachten op te doen voor de trek.
Aangeschoten vogels
Na de zomer hangen de struiken in de duinen vol bessen: rode meidoornbessen, de zwarte Amerikaanse vogelkers, de roze en oranje vruchten van de kardinaalsmuts en, in het open buitenduin, de oranje duindoornbes. Zo zijn de duinen een goed gevulde voorraadkast die de vogels helpt om de herfst en winter door te komen. Net als op uw fruitschaal verandert de kwaliteit van het fruit: van onrijp naar rijp en daarna gaat het fruit rotten. Bij het verrotten kunnen de bessen vergisten en ontstaat alcohol, wat op vogels dezelfde uitwerking heeft als op mensen. Dus als u in oktober of november een vogel ziet vliegen met een wat onvaste baan …
Het westelijk deel van Duin en Kruidberg bestaat uit open duinen. Duinpaden worden hier vaak bestrooid met houthaksel om verstuiving van het zand tegen te gaan. De dikke humuslaag die hierdoor ontstaat biedt weer een goede voedingsbodem aan planten als zeeraket en blauwe zeedistel. Vooral de laatste trekt in september veel vlinders, waaronder de trekkende distelvlinder. Maar we kunnen in het haksel ook het vogelnestje vinden, een zwammetje.
Dit uitkijkpunt is in de herfst ook een goede plek om trekvogels op weg naar het zuiden te spotten. Juist dicht bij de kust zijn er veel te zien. Veel vogels vliegen niet graag boven zee en zorgen als ze de kust naderen dat ze boven land blijven. Ze kunnen zich dan mede oriënteren op de kustlijn. Misschien ziet u de buizerd. In Nederland is het een standvogel, maar hij heeft soortgenoten uit Scandinavië die via Nederland naar het zuiden trekken. Op mooie herfstdagen kunt u zien hoe ze dat doen. De buizerd draait in cirkels op de warme lucht omhoog en steekt dan net als een zweefvliegtuig in een langzaam dalende glijvlucht over naar de volgende thermiekslurf.
We passeren hier een stukje van een tankgracht uit de Tweede Wereldoorlog, door de Duitsers aangelegd om de geallieerden tegen te houden. Bij de volgende parkeerplaats lopen we over een drooggelegd stuk, waar in de verte het water nog te zien is. De oevers van het water zijn ook in het najaar prachtig begroeid en weinig doet nog aan de functie van tankgracht denken.
Atlantikwall
In aangeharkt Nederland zijn plekken waar de natuur haar gang kan gaan behoorlijk schaars. Het duingebied is veelal een natuurlijke vrijplaats. Tussen 1942 en 1945 is die ongereptheid danig verstoord door de bouw van de nazi-Duitse verdedigingslinie ‘Atlantikwall’. In het nationaal park lag de zuidflank van ‘Festung IJmuiden’, die de toegang tot het Noordzeekanaal moest verdedigen. Uiteindelijk is de natuur de overwinnaar gebleken. Tankgrachten doen het goed als broedplaats voor vogels en reptielen, drakentandhindernissen en tankmuren als ondergrond voor soms zeldzame planten en mossen. Bunkers hebben, na een tijdje als vakantiewoning gediend te hebben, een permanente status als winterverblijf voor vleermuizen gekregen. Onnatuurlijke structuren met een hoge natuurwaarde! Vanuit cultuur- en natuurhistorisch perspectief de moeite waard om te koesteren.
In Midden-Herenduin kun je oog in oog komen te staan met grote grazers. Hiervoor zijn winterharde types gekozen, zoals de Schotse hooglander, een rund, de shetlandpony en het konikpaard. Ze malen niet om slecht weer, dus ze verrichten hun goede werk, het openhouden van hun graasgebied, ook in herfst en winter, als de doorgefokte Hollandse grazers allang warm op stal staan. Als er geen eetbaar sprietje meer op de bodem te bekennen is, dan knabbelen ze aan boombast, waarin voedzame suikers zitten.
In de bossen rond het landhuis Duin en Kruidberg staan veel eiken. Sommige eikenbladeren hebben galappeltjes, die in de afgelopen zomer zijn ontstaan rondom eieren van galwespen: de boom produceert nieuw weefsel rond het larfje dat uit het ei ontstaat, waar dit larfje van kan eten. Daarna gaat het zich verpoppen. Met het blad valt ook de galappel, waar tegen de winter jonge galwespjes uit komen. Overigens zijn niet alleen wespen schuldig aan deze fraaie misvormingen. Ook bijvoorbeeld galmuggen, bladluizen, mijten en schimmels laten op deze manier de eik voor zich werken.