Gedichtenroute Wijk bij Duurstede
Nederland, Utrecht, Wijk bij Duurstede
Deze gedichtenroute is een beetje een speurtocht voor volwassenen. Er staan dertien teksten op muren, sokkels, kunstwerken of in de bestrating. Maar waar? Ontdek dit rivierstadje door te dwalen door monumentale straatjes, parken, over pleinen en langs de dijk. Dan lees je ook die mooie woorden en ontdek je de pracht van Dorestad.
Deze Gedichtenroute is gemaakt door VVV Kromme Rijnstreek. De teksten in deze route komen uit het boekje ‘Kunstroute in woord en beeld’ (verkrijgbaar bij de VVV).
Hond mee: de hond mag aangelijnd mee.
Toegankelijkheid: de route voert over verharde straten en paden, alleen dijk-op over het wandelpad in het kasteelpark, kan het wat steil zijn.
Paden: de route is verhard, op het kasteelpark na.
Parkeren: in Wijk bij Duurstede kun je overal gratis parkeren. Op sommige plekken geldt een maximum van 2 uur met parkeerschijf (op Walplantsoen en bij de Haven). Het parkeerterrein bij Molen Rijn & Lek is voor langer parkeren zonder parkeerschijf. Vanaf deze parkeerplaatsen loop je in 5 minuten naar de start van de route.
OV: neem vanaf Utrecht buslijn 41 naar Wijk bij Duurstede (half uur) en stap uit bij halte Steenstraat. Vanaf daar loop je in 5 minuten via de Zandweg en Veldpoortstraat naar de Markt.
- Start de gedichtenroute op de Markt bij het Oude Stadhuis (het Oude Stadhuis is in verbouwing. Begin 2025 verhuizen de VVV en Museum Dorestad hier weer naartoe). Loop vanaf het Oude Stadhuis richting Volderstraat (net om de hoek van de Volderstraat links: XXX) en sla vóór de Volderstraat LA. Ga na nummer 14 RA de poort in (stenen tableau op de grond onder de boom: De Nederhof).
- Loop terug, sla RA, vervolg de Peperstraat en ga na nummer 16 RA de poort door de Mazijk in. Loop ongeveer halverwege deze straat RA het park in (in het midden op een steen: De Mazijk). Loop hetzelfde pad terug en sla op de Mazijk RA.
- Loop deze straat helemaal uit en ga aan het einde RA, Langs de Wal. Volg deze straat tot het einde en sla RA naar de Joodse begraafplaats (gedicht aan de linkerhand op een staand tableau).
- Loop dezelfde route terug Langs de Wal en ga aan het einde (tegenover het kasteel aan je rechterhand) even LA de Munstraat in tot het eerste pand aan je linkerhand (Op de muur: Museum). Loop terug de Muntstraat uit en loop naar de kasteelpoort (Links op de muur: Hoenderpoort).
- Ga door de poort het kasteelpark in en loop linksom naar Kasteel Duurstede (Brug Kasteel Duurstede, over de brug: alleen zichtbaar als de brug is neergelaten!).
- Loop met je rug naar de kasteelbrug even LA en meteen RA het pad op dat het kasteelpark uitvoert en de dijk op. Steek de dijk over (beneden: Op de dijk).
- Loop LA over het Vrouwenpoortpad langs de dijk richting het centrum. Steek de weg over en sla volg de Dijkstraat naar rechts (aan de overkant op een vierkante steen op de wal: Walmuur). Loop van de dijk af naar beneden en sla scherp LA, Langs de Wal. Loop tot aan nummer 47 (Op de muur: Le Retour des Hirondelles).
- Draai om en loop terug naar de Dijkstraat, sla LA en loop de Dijkstraat helemaal uit. Ga even de waterpoort aan je rechterhand door voor het gedicht: Haven.
- Loop terug en vervolg de Dijkstraat. Ga voor de molen LA het Walplantsoen in (halverwege: Kromme Rijn).
- Volg het Walplantsoen helemaal langs het parkeerterrein tot aan de Rijnstraat. Ga hier RD, Kokkestraatje (op de eerste straathoek rechts: Theater Rondeel). Vervolg de Kokkestraat linksom en loop deze helemaal uit. Sla LA op de Veldpoortstraat en neem de eerste straat RA, de Markt (start- en eindpunt van de route).
De geschiedenis van Wijk bij Duurstede gaat terug tot de Romeinse tijd, toen er in de buurt een castellum lag, Levefanum. In de 8ste en 9de eeuw groeide ‘Dorestad’, zoals Wijk bij Duurstede genoemd werd, uit tot een belangrijk handelscentrum in Noordwest-Europa. De plunderingen van de Vikingen (rond 850) maakten daar een einde aan. De stad raakte in verval, maar krabbelde in de middeleeuwen weer op. Met de stadsrechten in 1300 werd de basis gelegd voor de huidige stad. Ook nu nog ademt Wijk bij Duurstede in alles historie: die prachtige oude straatjes, pleinen en gebouwen! In windmolen ‘Rijn en Lek’ kun je op woensdag- en zaterdagmiddag een kijkje nemen of ter plekke gemalen meel kopen. Het middeleeuwse Kasteel Duurstede (nu event- en trouwlocatie) dateert uit de 13e eeuw, en is omringd door een mooi park. Andere beeldbepalende plekken zijn de Grote Kerk of Johannes de Doperkerk en de Stadshaven met de karakteristieke leugenbank.
(linkerzijgevel van het oude raadhuis, gehouwen in oker fourion Franse kalksteen)
De zomerwijn klimt in de beken en de bomen
en door mijn aderen omhoog tot in mijn dromen
Heldere, godgelijke dronkenschappen
doen beeld en werkelijkheid tesamen komen.
De dichter Gerrit Achterberg (1905-1962) werd geboren in een dienstwoning op het landgoed ‘Sandenburg’ in Langbroek, waar zijn vader koetsier was. Hij bezocht de lagere school in Neerlangbroek en daarna enige tijd de toenmalige Normaalschool in de Volderstraat in Wijk bij Duurstede. Achterberg was in zijn jeugd bevriend met de eveneens van literatuur bezeten bakkerszoon Henk van Zalingen uit Wijk bij Duurstede. Vanwege deze locatie, waar zich zomers een fraai, groot terras bevindt, is het kwatrijn ‘De zomerwijn’ gekozen. Het literaire tijdschrift Optima gebruikte het in 1986 als motto in de speciale uitgave ‘Drank en Letteren’.
(op de hoek van de Markt, gehouwen in jáune d’Éspagne)
Vereerd, doch verbaasd
Na bitt’re smaad de diepst gevoelde hulde,
milde waardeering na de felste strijd:
Nooit was er iets dat heel mijn hart vervulde
met zooveel achterdocht en dankbaarheid.
In oktober 1948 verscheen er ter gelegenheid van de 50e verjaardag van Simon Vestdijk (1898-1971) een speciaal nummer van het literaire tijdschrift Podium. Hierin plaatste A. Roland Holst een huldigingskwatrijn voor hem ‘die sneller schrijft dan God kan lezen’. Vestdijk reageerde hierop met een kwatrijn, waarop Roland Holst hèm weer van repliek diende enz. De kwatrijnen werden later gebundeld in ‘Swordplay Wordplay’. In ‘Vereerd, doch verbaasd’ -gekozen in overleg met Mieke Vestdijk-van der Hoeven- reageert Vestdijk op een kwatrijn van Roland Holst waarin de literaire kritiek op de hak wordt genomen. Vestdijks gedicht zegt echter ook iets over de historie van Wijk: de ene keer bejubeld, dan weer verguisd.
(in de Hofbuurt, gehouwen in Belgisch hardsteen)
De Nederhof
Dit tastbaar verleden
Raakt aan wat voorbij ging
Ik ontmoet hier de tijd
En loop een eindje met hem op
Op het pleintje achter de poort links van het monumentale herenhuis ‘De Nederhof’ bevindt zich in het midden het gedicht van Diane Butterman-Dorey. Deze van oorsprong Engelse dichteres is de weduwe van Rob Butterman, die zich als stadsarchivaris van Wijk bij Duurstede verdiepte in de geschiedenis van de Nederhof. In de late middeleeuwen, eind vijftiende, begin zestiende eeuw, toen de bisschoppen David en Philips van Bourgondië op kasteel Duurstede verbleven, fungeerde het Nederhof-complex als nevenresidentie en gasten-verblijf. Het gedicht was oorspronkelijk in het Engels geschreven.
(gehouwen in wit Turks marmer, ingelegd met jáune dÉspagne geel en azul bahaia Brazilië blauw)
en zij klommen in het klimrek
en zij speelden op het plein
en zij dansten op het grasveld
hoi-hoi-hoi- riep kleine nijn
Dick Bruna, wereldberoemd geworden door zijn Nijntjesboeken, schreef dit kindergedicht speciaal voor de Mazijk, ook wel de ‘groene long’ van Wijk bij Duurstede genoemd, waar volwassenen heerlijk op het terras kunnen verpozen en kinderen zich vermaken met alle voorzieningen die er zijn om lekker te spelen op het grasveld. Aan de ene zijde van de steen bevindt zich het gedicht; aan de andere zijde van de steen zijn Nijntje en haar vriendinnen te bewonderen.
(gehouwen in multicolor Indiaas graniet) geel en azul bahaia Brazilië blauw)
Waar op aarde
mag ik wonen
zonder vreugde
zonder pijn
Wijk bij Duurstede heeft een belangrijke joodse gemeenschap gekend. En nog zijn er twee joodse begraafplaatsen: achteraan de algemene begraafplaats aan de Steenstraat en hier, bij het wandelpad tussen de Volderstraat en de Singel. De Historische Kring ‘Tussen Rijn en Lek’ gaf het boekje “Ordentelijke lieden van de joodsch” natie, bijdragen tot de joodse geschiedenis van Wijk bij Duurstede, 1671-1923” uit. Nelle Honig, oud-inwoonster van Wijk bij Duurstede, zeer begaan met het lot van de joden, schreef voor deze begraafplaats een aantal gedichten. Rabijn Jacobs koos hieruit dit korte, veelzeggende vers.
(Muntstraat, gehouwen in Belgisch hardsteen-graniet)
Het verleden valt uit de tijd
die in het nu staat
waarin ieder van ons
de toekomst bepaalt
Een stad met zo’n rijke historie als Wijk bij Duurstede kan natuurlijk niet zonder museum. Het Museum was tot 2017 gehuisvest in een zeventiende eeuws pand ‘Amstelwijk’ aan de Muntstraat, waar o.a. een permanente tentoonstelling van de opgravingen door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te bezichtigen was. Prinses Irene van Lippe-Biesterfeld, voormalig inwoonster van Wijk bij Duurstede, – ondermeer bekend van de boeken ‘Dialoog met de natuur’ en ‘Samen de natuur als familie’ – was zeer begaan met deze plek, waar de geschiedenis van eeuwen zich had samengebald. Zij schreef op verzoek dit gedicht voor het museum.
(ingang van het kasteelpark, gehouwen in Belgisch hardsteen)
Ik wou dat ik mijn mond kon houwen
Want o… ik klets wat enden weg
Toch blijf ik alsmaar weer vertrouwen
Dat ik óóit nog eens es iets zinnigs zeg
Een echte Wijkenaar sprak nooit over de Hoenderpoort, maar over ‘de leuterbankjes’. Op deze speciale plek spuiden sinds jaar en dag, als het weer het toeliet, autochtone Wijkenaren hun wetenswaardigheden van dat moment. Zij becommentarieerden de gebeurtenissen in de wereld in het algemeen en in Wijk in het bijzonder. Wie niet beter weet, zou denken dat Toon Hermans dit gedicht speciaal voor ‘de leuterbankjes’ heeft geschreven….
(alleen te zien als de ophaalbrug neergelaten is, gehouwen in oker fourion Franse kalksteen)
DUURSTEDE – 1716
Deze afgebroken muren
En torens, oprecht
Om eeuwen te verduren
Zijn nu allengs geslecht,
En staan gereed te dalen;
Hoe blonk hun pracht weleer,
En wat is nu hun pralen?
Een ruïne, en niet meer
In de vijftiende en zestiende eeuw maakte kasteel Duurstede een bloeiperiode door. Het was – zeker ten tijde van David en Philips van Bourgondië – een brandpunt van de late middeleeuwse beschaving, een centrum van kunsten en wetenschappen, waar geleerden en kunstenaars elkaar ontmoetten. Met de Bourgondiërs verdween de glorie en raakte het kasteel in verval. Toen dichter Claas Bruin het in 1716 bezocht, kon hij niet anders dan deze woorden schrijven. Het gedicht is uitsluitend te bereiken als de ophaalbrug neer is.
(Lekdijk Oost, gehouwen in grijs hardsteen)
Denkend aan Holland…
zie ik brede rivieren
traag door oneindig laagland gaan,
rijen ondenkbaar ijle populieren
als hoge pluimen aan de einder staan.
En in de geweldige ruimte verzonken
de boerderijen verspreid door het land
boomgroepen, dorpen, geknotte torens,
kerken en olmen in een groots verband.
De lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.
Herinnering aan Holland is een gedicht van de Nederlandse dichter Hendrik Marsman, voor het eerst gepubliceerd in 1936. Marsman schreef dit realistische gedicht tijdens zijn verblijf aan de Middellandse Zee. Het gedicht beschrijft het Nederlandse landschap en de Nederlandse strijd tegen het water.
(aan de Dijkstraat, gehouwen in groene dolomiet Duitse kalksteen)
Heen en weer
De veerpont heeft de taak op zich genomen
Om stelselmatig heen en weer te gaan
Dus naar de overzijde op te stomen
En uiteraard daarna terug te komen
Het is een overzichtelijk bestaan
Vanaf deze plek op de Walmuur heeft men een schitterend zicht op het Wijkse Veer dat over de Lek heen en weer vaart tussen Rijswijk en Wijk bij Duurstede. Drs. P (Heinz Hermann Polzer) drong in 1973 met zijn lied ‘Veerpont’ (‘Heen en weer’) door tot de hitparade. Een geestig filosofisch relaas van de veerman die tijdens zijn repeterende tochtjes diepzinnig wordt. Speciaal voor de Poëzie-route schreef drs. P een kortere versie die de titel ‘Heen en weer’ kreeg. Bij de onthulling merkte drs. P op: ‘Heen en weer. Het is de alfa en de omega van de veerbaas met een quasi wijsgerige, nogal voor de hand liggende levensbeschouwing’.
(Langs de Wal 47, gehouwen in grijs hardsteen)
Bij een mooie Rijn-ruïne
Viert daar de verrukte belle
In haar zijden crinoline
Le retour des hirondelles
Als bewoners van dit huis zijn wij eigenlijk ‘verstekelingen’ in de officiële ‘poëzie in steen’ route. Toen we in Wijk bij Duurstede gingen wonen Langs de Wal, zo vlak bij de rivier en de kasteelruïne en we in mei de gierzwaluwen voortdurend over de stad zagen scheren….zochten we naar een passend gedichtje. Zo kwamen wij bij de niet meer zo bekende Carel Steven Adama van Scheltema (1877-1924) terecht. Het allerfijnste is dat de heer des huizes zijn wederhelft regelmatig een ‘belle’ noemt. Nu die crinoline nog…
(voetgangersdoorgang in de Walmuur, gehouwen in groene kwartsiet)
De Lek loopt over
Vis zwemt tussen vlier en bedstro
Bij het fietspad meert de schipper
Een roeiboot in de elzeboom
Lantaarns worden periscopen
Zeezicht verbergt de overkant
Hoogwater in 1995 inspireerde Mia Liedekerken tot het schrijven van dit gedicht. De dichteres woonde aan de Dijkstraat en zag vanuit haar huis het rivierenlandschap ingrijpend veranderen. Het water kwam toen tot een meter onder de steen waarop dit gedicht is afgebeeld.
(aan het eind van het Walplantsoen, gehouwen in groene serpentino))
U bent dicht bij de Kromme Rijn
Die zou niet half zo lieflijk zijn
Wanneer hij rechter was geweest
Zo ziet u dan dat onrecht
Niet altijd duidt op slecht
Vlakbij deze plek op het Walplantsoen, aan de andere kant van de Dijk, begint de Kromme Rijn. Ooit was deze rivier de natuurlijke grens voor de Vikingen, Romeinen en Germanen. De schrijver van dit gedicht. Cothenaar Wim Stooker, deed veel onderzoek naar de geschiedenis van het Kromme Rijn-gebied en was verbonden aan de Historische Kring ‘Tussen Rijn en Lek’. Hij overleed in 1996. In de steen zijn de loop van de Kromme Rijn en de oude stadsgrenzen aangebracht. Een punt op de steen geeft de plek aan waar de lezer zich bevindt.
(aan het Kokkestraatje, gehouwen in rosa laguna rood Indiaas marmer)
Wat blijft nu het geloei van koeien is verstomd
de boerderij als hof van muzen is vermomd
is de verwondering dat ik hier vroeg of laat
het pand verlaat
na boegeroep of klaterend applaus
Hier was voorheen Theater Rondeel gevestigd in een oude stadsboerderij. Op de voormalige deel startten enthousiaste vrijwilligers in 1990 een theater dat sindsdien een belangrijke culturele functie vervulde in de regio. Dit theater bestaat niet meer. In 2005 hield het theater helaas op te bestaan. Ter herinnering aan dit sfeervolle theatertje staat er nu een monument (een haas met verrekijker) op het ronde pleintje tegenover de Veldpoort in het midden van het kunstwerk met de ingegraven bronzen sculpturen. Hans ter Heijden, die nauw betrokken was bij het theater en o.a. initiatiefnemer van de Literaire Salon van Rondeel, schreef dit gedicht speciaal voor deze locatie.