Rembrandts geboortegrond
Nederland, Zuid-Holland, Leiden
Rembrandt was een Leidenaar. In deze stad is hij geboren en getogen en begon hij zijn carrière als kunstenaar. Met deze wandelroute ontdek je de stad door zijn ogen. Je komt langs de plekken waar Rembrandt is geboren, waar hij naar school ging en waar hij voor het eerst een penseel vasthield. En omdat de route leidt langs de meest indrukwekkende gebouwen die in Leiden in de 17e eeuw zijn verrezen, beleef je de stad in zijn gloriedagen. Je eindigt de wandeling met een bezoek aan Museum De Lakenhal, waar je werk van de jonge Rembrandt en andere beroemde Leidse meesters kunt zien.
Hond mee: Tijdens deze hele route zijn honden aangelijnd toegestaan.
Toegankelijkheid: De route is toegankelijk voor mindervaliden, maar houd rekening met kinderkopjes, smalle stoepen (met soms fietsen in de weg) en diverse bruggen. De optionele bezienswaardigheden zoals een aantal hofjes en de burcht op, zijn niet toegankelijk voor mindervaliden.
Paden: verhard (tegels, asfalt).
- Begin bij het station, loop dan de Stationsweg af en steek de brug over. Sla vervolgens linksaf de 2e Binnenvestgracht op en ga rechtsaf de Nieuwe Beestenmarkt op. Hier waren in Rembrandts tijd veel textielwerkers gevestigd, en zoals de naam al zegt werd hier vroeger de veemarkt gehouden op de Beestenmarkt. Steek deze schuin over met links van je het water. Steek via het brede zebrapad de Steenstraat over en ga op het trottoir linksaf. Steek de Morsstraat aan de rechterkant over en ga het Kort Galgenwater in. Voordat je het Kort Galgenwater inloopt zie je rechts aan het einde van de Morsstraat de Morspoort, een van de 2 overgebleven 17e-eeuwse stadspoorten staan. Vervolg je weg verder via het Kort Galgenwater. Halverwege de straat staat het prachtige pand van de in 1612 opgerichte Stads- timmerwerf, waar de stadstimmerman woonde en werkte. Hier werden ‘bouwpakketten’ voor de nieuwbouw in de stad voorbereid. In 1624 begon Rembrandt aan deze straat zijn eigen atelier, vlak bij zijn woonhuis, waar je nu naar op weg gaat. Steek linksaf de Rembrandt- brug over naar de Weddesteeg.
- Sla aan het einde van de Weddesteeg linksaf het Noordeinde op. Aan deze straat had Rembrandts kunstbroeder Jan Lievens vanaf 1628 een atelier. Rembrandt moet hier vaak zijn geweest en ideeën met Lievens hebben uitgewisseld. Ga rechts de Oude Varkensmarkt in (met aan je rechterhand een van Leidens 35 hofjes) richting de Doelenpoort. Sla linksaf de Groenhazengracht op en ga daarna rechts het Rapenburg op. Het pand op de hoek, de Bibliotheca Thysiana uit 1655, is een van de mooiste voorbeelden van het Hollands classicisme.
- Vervolg je weg over het Rapenburg tot je aan je rechterhand het Academiegebouw ziet.
- Steek links de Nonnenbrug over en loop door de Kloksteeg naar het Pieterskerkhof (je kunt gste linksom de Pieterskerk lopen).
- Loop via de Muskadelsteeg en het Gerecht naar de hoek van de Schoolsteeg en de Lokhorststraat. Neem zeker eerst even een kijkje bij het Gravensteen, een gebouw dat in Rembrandts tijd een gevangenis was. Op het plein ervoor werden doodstraffen uitgevoerd. Zou Rembrandt eens zoiets gruwelijks hebben gezien bij het uitgaan van de school, die hiertegenover zat?
- Loop door de Lokhorststraat, sla rechtsaf de Pieterskerkstraat in en daarna linksaf naar de Pieterskerkchoorsteeg (bij huisnummer 28, naambordje ontbreekt). Hier woonden zowel Jan Lievens als de geschiedschrijver Jan Orlers. Sla rechtsaf de Langebrug op. Op het huis met nr. 89 begon Rembrandts leertijd als schilder. In het pand naast de Gekroonde Liefde-poort op nr. 89 woonde en werkte later in de 17e eeuw Jan Steen. Sla linksaf de Wolsteeg in en loop door naar de Breestraat, waar je voor het stadhuis komt te staan. Ga rechts de Breestraat in en sla meteen linksaf richting de Koornbrug. Loop via de Koornbrug, waar vroeger koren werd verhandeld, naar de Burgsteeg en sla linksaf onder de Burchtpoort door naar de Burcht.
- Loop door de Burgsteeg terug en sla rechtsaf naar de Nieuwe Rijn. Dat hier zo veel cafés staan, zal ook iets te maken hebben met de geschiedenis van deze plek, waar in de 17e eeuw veel brouwerijen waren gevestigd. De Rijn stroomde hier de stad binnen en hier was dus het zuiverste water om bier mee te brouwen. Sla linksaf en loop over de Visbrug, de oudste brug van Leiden, rechtsaf naar de Aalmarkt. Aan je linkerhand staat de Waag, waar vroeger alle goederen die in de stad werden verhandeld, werden gewogen. Ga rechtsaf over de “moderne” Catharinabrug en loop rechtdoor over de Stille Mare die overgaat in de Lange Mare.
- Aan het einde van deze straat staat aan je rechterhand de Marekerk, een van de eerste kerken die voor de protestantse dienst is gebouwd. De Marekerk werd ontworpen door stadsarchitect Arent van ’s-Gravensande, dezelfde architect die ook verantwoordelijk was voor de Lakenhal, waar je nu naartoe gaat. Steek de Marebrug over en vergeet daarbij niet te kijken naar het fraaie 17e-eeuwse pand rechts aan de overkant van de Oude Singel. Als je linksaf slaat, vind je aan je rechterhand Museum De Lakenhal. Dit is de laatste plek die je tijdens deze wandeling bezoekt. Wanneer je het museum weer verlaat, ga dan direct rechtsaf. Je loopt nu op de Oude Singel die overgaat in de Beestenmarkt. Daarvandaan ga je rechtsaf de Steenstraat op, die leidt naar het station.
In de Weddesteeg werd Rembrandt van Rijn op 15 juli 1606 geboren, als negende kind van molenaar Harmen Gerritsz van Rijn en Neeltgen Willemsdr van Zuytbrouck. Op deze straat moet hij als kleine jongen nog hebben gespeeld. In 1927 is het geboortehuis helaas afgebroken, maar een gevelsteen bij nr. 27 markeert waar het ooit stond. Tegenover het huis van de familie Van Rijn bevond zich de stadswal waarop hun molen stond. Rembrandts vader en broer maalden hier mout, de belangrijkste grondstof voor bier.
De Universiteit Leiden werd gesticht in 1575 en is daarmee de oudste universiteit van Nederland. Vanaf 1581 zetelt de universiteit in dit gebouw (Rapenburg 73, open: ma.- vr. 8-17 uur), een voormalig klooster. De hoge kapel werd gesplitst in twee verdiepingen om twee auditoria te creëren. Dit is nog steeds te zien aan de hoge ramen die worden onderbroken door de vloer. In 1616 ging het gebouw in vlammen op, maar het werd binnen twee jaar hersteld. Rembrandt werd in 1620, op veertienjarige leeftijd, ingeschreven aan de universiteit, maar of hij er echt heeft gestudeerd valt te betwijfelen. Waarschijnlijk betrof het een voorinschrijving, met de bedoeling dat hij er na zijn opleiding aan de Latijnse School zou gaan studeren.
De Pieterskerk is van oudsher de hoofdkerk van Leiden. Rembrandt en zijn familie woonden hier de diensten bij en het is ook bekend dat Rembrandt hier zong in het koor. Zijn ouders waren er in 1589 getrouwd en werden er na hun dood begraven in het familiegraf, dat zich vermoedelijk vlak voor de kansel bevond. De kerk is gewijd aan de heilige Petrus, de beschermheilige van de stad. Aan hem dankt Leiden zijn wapen en de bijnaam ‘Sleutelstad’. De attributen van Petrus zijn namelijk twee sleutels. Bij de beeldenstorm in 1566 werden in deze kerk grote vernielingen aangericht, maar gelukkig kon het grote drieluik van Lucas van Leyden worden gered. In de kerk hangt een kopie van dit werk, het origineel kun je bewonderen in Museum De Lakenhal. Veel bekende Leidenaren hebben in deze kerk hun laatste rustplaats, waaronder de beroemde 17e-eeuwse schilder Jan Steen. Overigens zal Rembrandt buiten de diensten om ook vaak in de Pieterskerk zijn geweest. De kerk werd namelijk veel gebruikt als kortste route tussen de Herensteeg en de Muskadelsteeg.
Van 1616 tot 1620 zat Rembrandt hier in dit pand (Lokhorststraat 16) met de mooie trapgevel op de Latijnse School, de voorloper van het gymnasium. Leerlingen werden hier onder andere onderwezen in de klassieke talen. Klassieke literatuur maakte ook deel uit van het curriculum, iets waar Rembrandt later nog profijt van zou hebben bij het schilderen en in prent brengen van verhalen uit de klassieke geschiedenis en mythologie. Het was de bedoeling dat Rembrandt na de Latijnse School naar de universiteit zou gaan, maar zoals Rembrandts vroegste biograaf Jan Orlers in 1641 schreef: ‘[Hij] heeft daer toe gants geen lust of genegenheid gehad, dewijle zijn natuurlijke bewegingen alleen strekten tot de schilder- en de tekenkunst.’ In plaats daarvan ging hij in 1620 in de leer als schilder. Tip: Kijk door de ramen naar binnen, dan wordt er (gratis) een digitale schets van je gemaakt (te downloaden op leiden.nl/latijnseschool).
In 1622 ging Rembrandt hier in de leer bij Jacob Isaacsz van Swanenburg, een telg uit een schildersfamilie: zijn vader en broers waren ook schilder. In dit atelier aan de Langebrug 89 – waar nu de Young Rembrandt Studio is gevestigd (tevens VVV informatiepunt), zal Rembrandt alle basisvaardigheden van een schilder hebben geleerd: van het wrijven van pigmenten tot het prepareren van een doek of paneel en natuurlijk het schilderen zelf. Je kunt er nu een kijkje nemen in het leven van de jonge Rembrandt: in een 7 minuten durende ‘video mapping’ (gratis te bezoeken) maak je kennis met de jonge Rembrandt en de belangrijkste sleutelfiguren in zijn leven. Ook al was Rembrandt drie jaar bij Van Swanenburg in de leer, qua schilderstijl en onderwerpskeuze lijkt hij niet of nauwelijks door hem te zijn beïnvloed. Rembrandts werk herinnert in niets aan dat van Van Swanenburg, die was gespecialiseerd in het schilderen van nachtelijke helse voorstellingen. De Amsterdamse kunstenaar Pieter Lastman, bij wie Rembrandt aanvullend op zijn studietijd bij Van Swanenburg in 1624 nog een half jaar in de leer ging, lijkt een veel grotere invloed op zijn kunstenaarschap te hebben gehad.
In 1929 werd het Leidse stadhuis (Stadhuisplein 1) grotendeels verwoest door een brand. Alleen de gevel uit 1597 aan de Breestraat (de langste renaissancegevel van Nederland), ontworpen door Lieven de Key, bleef bewaard. De teksten aan weerszijden van de centrale trap zijn gedichten die herinneren aan het beleg en ontzet van Leiden in 1574. In de 17e eeuw werden in het stadhuis onder andere jaarmarkten georganiseerd, waar kunstenaars hun schilderijen verkochten. Het zou goed kunnen dat Rembrandt hier nog aan heeft meegedaan. Ongetwijfeld heeft hij hier ook Het Laatste Oordeel van Lucas van Leyden gezien, het schilderij dat tijdens de beeldenstorm uit de Pieterskerk is gered en nu in Museum De Lakenhal hangt.
De Burcht is het oudste bouwwerk van Leiden. Het gebouw dateert uit de 12e eeuw, maar de heuvel waarop het staat werd vermoedelijk al eeuwen eerder aangelegd als vluchtoord voor overstromingen. Vanaf de 14e eeuw werd de burcht langzaamaan ingebouwd en verloor hij zijn militaire functie. Vanaf de 17e eeuw was de burcht openbaar toegankelijk en sindsdien kan iedereen het bouwwerk bezoeken voor een prachtig uitzicht over de stad.
Museum De Lakenhal (Oude Singel 32) is gehuisvest in en dankt zijn naam aan de voormalige ‘Laecken-Halle’, in 1640 gebouwd als keurhuis voor de lakense stof waarmee Leiden in de 17e eeuw zijn rijkdom verwierf. Het werd gebouwd naar ontwerp van Arent van ’s-Gravesande, een leerling van de beroemde architect Jacob van Campen, die onder andere het Paleis op de Dam in Amsterdam en het Mauritshuis in Den Haag heeft ontworpen. De Lakenhal is net als de Marekerk en Bibliotheca Thysiana een prachtig voorbeeld van het Hollands classicisme. Sinds 1874 is de Lakenhal in gebruik als stedelijk museum, nadat de stadscollectie werd overgebracht van het stadhuis. Veel gezichtsbepalende werken van het museum zijn later aan de collectie toegevoegd, mede dankzij onmisbare steun van particulieren. Naast vroeg werk van Rembrandt zijn er schilderijen te zien van beroemde stadsgenoten zoals zijn leerling Gerard Dou, Jan Steen, Jan Lievens en Jan van Goyen.