Spotvogels bij Amerongen
Nederland, Utrecht, Amerongen
Kasteel Amerongen, uiterwaarden vol kwetterende watervogels en een landgoed waar spotvogels naar hartenlust soortgenoten imiteren om vrouwtjes te imponeren. Dát zijn de ingrediënten van deze heerlijke wandelroute over een klompenpad en dijk-met-uitzicht.
Tip: Van april tot oktober kun je het laatste deel van de wandeling het struinpad volgen door de Amerongse Bovenpolder.
Hond mee: honden mogen aangelijnd mee op de hoofdroute, maar zijn in de Amerongse Bovenpolder (het struinpad) niet toegestaan.
Toegankelijkheid: deze route is niet geschikt voor mindervaliden vanwege diverse hoge op- en afstapjes.
Paden: ca. 40% onverhard (zand- en graspad).
Deze wandelroute volgt voor een deel het Cotlandenpad, een klompenpad dat met paaltjes en stickers met een oranje klomp erop is gemarkeerd. Tijdens de route moet er hier en daar over een overstapbruggetje worden geklommen. Als het veel geregend heeft, kunnen delen van het pad nat en modderig zijn. Zorg voor hoge, waterdichte wandelschoenen.
Parkeren: je kunt gratis parkleren bij de TOP Amerongen (Burgwal 6, Amerongen). Vanaf daar loop je links het parkeerterrein af richting Tabaksschuur aan de Veenseweg, het startpunt van de route.
- Ga voor de Tabaksschuur LA en volg de Veenseweg. Steek de N225 over en loop RD. Het pad gaat naar beneden door het bos en buigt naar rechts. Ga langs de witte slagboom en loop naar wkp 85. Volg vanaf hier het wandelknooppuntennetwerk naar wkp 84 - 83 – 82 – 81 – 79 en 74.
- Loop langs het Sterrebos van Landgoed Zuylenstein. Het pad buigtv linksom en gaat RA langs het water (aan je linkerhand) en vervolgt dan RD het klompenpad (oranje schildjes met blauwe pijl) richting wkp 64 - 24 en 25. Let op na ca 500 meter gaat het klompenpad RA op en verderop sla je RA de Kollandselaan op (de route die je bij wateroverlast ook neemt, zie het bordje). Volg vanaf hier weer de aanwijzingen van het wandelnetwerk richting wkp 65 en 66.
Tip: Van april tot oktober kun je ook het struinpad nemen door de Amerongse Bovenpolder. Ga hiervoor bij wkp 66 RA de polder in en volg/zoek het pad door de polder. Houd op splitsingen links aan. Je komt dan uit onder Kasteel Amerongen en pakt vanaf daar de route op bij wkp 87 (je loopt rechts om Kasteel Amerongen heen).
- De hoofdroute voert vanaf wkp 66 via wkp 67 – 82 – 32 en 87 naar wkp 85. Hier ga je RA, door het bos schuin links omhoog naar de weg. Steek de N225 over, loop RD en sla RA bij de Tabaksschuur terug naar de Top Amerongen.
De oorsprong van Kasteel Amerongen is een dertiende-eeuwse woontoren die werd gebouwd in de uiterwaarden van de Rijn door de gebroeders Henric en Diederic Borre. In de loop der eeuwen werd deze toren uitgebreid tot een kasteel met torens dat meerdere malen werd verwoest en weer herbouwd. Van de 16de tot en met de 18de eeuw was het kasteel in handen van de familie Van Reede. In 1673 wordt het kasteel platgebrand door de Franse troepen van Lodewijk XIV. Op de oude fundamenten werd een Hollands classicistisch Huys gebouwd zoals dat vandaag de dag er nog staat.
Begin 18e eeuw richt Henriëtte Gravin van Nassau Zuylestein het kasteel in naar de eisen van die tijd: met fraai meubilair en kasten gevuld met porselein, zilver en damast. Wanneer in 1795 het Franse leger de Nederlanden binnenvalt vlucht de Oranje gezinde familie van Reede naar Engeland. Pas tegen het einde van de 19de eeuw wordt het kasteel weer opnieuw bewoond. Dan neemt de familie van Aldenburg Bentinck haar intrek. Rond 1900 wordt het kasteel aangepast aan de eisen van de tijd. Een bijzondere tijdelijke bewoner van Kasteel Amerongen was de Duitse keizer Wilhelm II. Toen deze na de Eerste Wereldoorlog verbannen werd uit zijn eigen land, gaf Graaf van Aldenburg Bentinck hem onderdak. Het verblijf zou drie dagen duren, maar werd anderhalf jaar. Op Kasteel Amerongen tekende hij de troonsafstand in 1918. In het kasteel hangen verschillende foto's waar de keizer op staat. In 1977 droegen de kleinkinderen van Graaf van Aldenburg Bentinck het kasteel over aan Stichting Kasteel Amerongen met als doel het kasteel in stand te houden en open te stellen voor publiek. Het kasteel is nog helemaal ingericht zoals de bewoners het in 1977 achterlieten. Om het kasteel ligt een prachtig tuinencomplex van 10 hectare met bloementuin, boomgaard, berceau, moestuin en bospark.
Kasteel Amerongen en de tuinen zijn van di t/m zo te bezoeken (toegang via de kasteelwinkel en theeschenkerij in de Oranjerie). Het kasteel is niet toegankelijk voor mensen met een fysieke beperking (steile trappen, smalle deuren). De tuinen wel. Al zijn er hier en daar grindpaden en trappen.
Vanuit Amerongen wandelt u door boerenlaantjes naar de bossen van Landgoed Zuylenstein. Wind ruist door de populieren en in de wei laat het voorjaar zich zien met veulens, kalfjes en lammetjes. In april kleuren ‘gewone’ veldbloemen als paardenbloem, pinksterbloem en boterbloem de hooilanden. Dan verandert het landschap. Langs de kaarsrechte, statige lanen van Landgoed Zuylenstein staan machtige oude beuken en eiken. De lanen volgen oude ontginningskades langs weteringen en smalle stroken bos. In maart bloeit hier de bosanemoon. Het stille bos is een perfecte schuilplaats voor reeën. Die stilte wordt slechts onderbroken door de roep van een koekoek.
Een smal klompenpad, omzoomd door knotwilgen, elzen en bloeiende vlier, leidt naar de boerderij De Boterbloem. Op deze pachtboerderij van Landgoed Kolland (een recreatieboerderij met camping, boerengolf en escaperoom) vind je vertrouwde boerennatuur: zwaluwen en wegbermen vol fluitenkruid. Er wordt gemaaid, gehooid en mest uitgereden. Juist het gevarieerde agrarische beheer maakt dit gebiedje zo afwisselend en waardevol voor de natuur.
Tussen de Ameronger Wetering en de Lekdijk ligt Landgoed Kolland. Dit landgoed zonder ‘groot huis’ bestaat uit peren- en pruimenboomgaarden, eikenbosjes, essenhakhout en weilanden. Langs de randen van de akkers bloeien sleedoorns en fladderen vlinders.
Sinds lang wordt hier essenhout gehakt. Dat is te zien aan de oude stoven, het dikke onderste deel van de stam, waarvan de jonge takken worden afgehakt. Deze bosjes zijn uniek. Nederland is het enige land waar essenhakhout voorkomt. De hakhoutbosjes worden om de 7 à 8 jaar ‘afgezet’, en daartussen met rust gelaten. Hierdoor biedt het bos rust, ruimte en beschutting aan bijzondere planten en dieren, zoals het touwtjesmos, de ringslang en de kamsalamander. De kans dat u een slang of salamander ziet is klein. De ringslang is niet dol op wandelaars en zoekt stille plekjes op, net als de kamsalamander, die zich overdag schuilhoudt en die ’s nachts op zoek gaat naar voedsel. De spotvogel laat echter wel van zich horen, evenals allerlei andere zangvogels die hun territorium moeten verdedigen.
Schuwe spotvogel
De spotvogel is een schuw zangvogeltje dat de verre reis van Afrika naar West-Europa onderneemt om voor nageslacht te zorgen. Net zoals de meeste zangvogels is hij beslist niet monogaam. Aangekomen in zijn broedgebied begint hij hard te zingen in de hoop dat zijn zang in de smaak zal vallen bij een vrouwtje. Zijn gehoor is fenomenaal, want hij imiteert feilloos de zang van tientallen andere vogels. In Nederland is hij meestal te vinden in halfopen gebied voorzien van bosschages en struweel, waarbij de vlierstruik favoriet is. Tussen de takken, een eind boven de grond, bouwt hij van voornamelijk gras en wortels een nest, waarin het vrouwtje vier tot zes eieren uitbroedt.
Aan de andere kant van de Lekdijk wandelt u door de uiterwaarden van de Neder-Rijn. In de winter is de polder een belangrijk gebied voor ganzen en eenden die hier dan bij duizenden rusten, reden waarom de Amerongse Bovenpolder van oktober tot en met maart niet toegankelijk is.
Het uiterwaardengebied verkeert in zeer natuurlijke staat en heeft een grote dynamiek. Bloemenweiden wisselen af met moerasgebiedjes. Oude rivierarmen die regelmatig overstromen slingeren er dwars doorheen. Afwisseling is hier troef: de hogere weilanden en hooilanden worden voor een klein deel begraasd door koeien, de rest wordt overgelaten aan de natuur. In de graslanden staan ouderwetse veldbloemen en bijzondere planten als gulden sleutelbloem, grasklokje, kleine keverorchis en het zeldzame kluwenklokje. Grote meidoorns groeien op de oeverwallen langs de rivier. Hoog in de lucht zingt vaak een veldleeuwerik, een van de weinige vogels die zingt tijdens het vliegen. Al zingend stijgt de veldleeuwerik naar grote hoogte, om een tijdje te blijven hangen voor hij weer afdaalt.
De zeearend profiteert van de natuurontwikkeling in de Amerongse Bovenpolder. De uitgestrekte rivier met zijn uiterwaarden is een geschikt jachtgebied voor deze grootste roofvogel van Europa, die vanwege zijn spanwijdte van ruim twee meter wel de ‘vliegende deur’ wordt genoemd.
De zeearend leeft in Scandinavië en zwerft in de winter naar het zuiden, soms tot in Nederland. Sinds een paar jaar ‘overzomeren’ enkele zeearenden in de Oostvaardersplassen en sinds 2006 broedt daar een paartje. Ook in de Lauwersmeer heeft een paartje inmiddels een nest bezet. Vogelaars die de verbodsborden overtreden en de zeearend te dicht naderen, kunnen in de Lauwersmeer rekenen op een boete van 1200 euro! In de Amerongse Bovenpolder wordt de zeearend enkele keren per jaar gespot.
Om de variatie in flora en fauna in de Amerongse Bovenpolder te vergroten zijn enkele kwelmoerassen uitgegraven, waar schoon en zuiver kwelwater van de Utrechtse Heuvelrug opborrelt. Zo ontstaat er meer open water en moeras en wordt het gebied nog geschikter voor amfibieën, moerasvogels en insecten.
Veel vogels voelen zich thuis in dit waterrijke gebied: lepelaar, blauwe reiger, zilverreiger, kievit, bergeend en smient. En dan zijn de als doodgewoon beschouwde vogels als grauwe gans en aalscholver nog niet eens genoemd. Plantenkenners ontdekken in het moeras lisdodde, munt, moerasspirea, egelskop, zwanenbloem, pitrus, kattenstaart, moerasvergeet-mij-nietje en gele plomp.