Stadswandeling Assen
Nederland, Drenthe, Assen
In tegenstelling tot de meeste provinciale hoofdsteden kan Assen niet terugzien op een middeleeuws stedelijk verleden; tot de 13e eeuw was het een gehucht van enkele boerderijen. Maar in 1809 kreeg Assen stadsrechten en ontwikkelde de plaats zich tot een hoofdstad met villa’s en herenhuizen. Inmiddels maakt de Assen de bijnaam ‘Stad der Paleizen’ meer dan waar.
Hond mee: tijdens deze route mogen honden aangelijnd mee.
Toegankelijkheid: deze route is geschikt voor mindervaliden. Alleen na flinke regenval is het verstandig langs de hertenkamp niet het schelpenpad maar de verharde weg (ernaast) te nemen.
Paden: deze route voert voor 5% over onverharde paden (met boomwortels) en is dus grotendeels verhard (tegels).
De route is bewegwijzerd met bordjes met het opschrift ‘Stad der Paleizen Route’. Maar je kunt ook onderstaande routebeschrijving volgen. Volg je de bordjes? Let dan op: aan het einde van de Docter Nassaulaan moet je rechtsaf het kerkplein op en vervolgens linksaf de Torenlaan in.
1. Met de rug naar de ingang van het Drents museum ra =Brink. Langs oude museum lopen, ra. Volg voetpad ra = Museumlaantje. Voorbij gebouwen la, langs tuin la=11 Decemberlaantje. Terug op brink oversteken en weg volgen. Na 150 m schuin la = Marktstraat. Einde weg oversteken en rd= markt.
2. Volg de vaart via de rechterkant, Vaart N.Z. Bij brug la en via andere zijde teruglopen= Vaart Z.Z. Eerste ra, Kerkhofslaan. Tweede afslag ra het bos in=Sportlaan, tot het einde doorlopen. (note: bijna aan het einde van dit pad staat een bordje la, voor een andere afslag, dit moet je niet volgen). Einde pad rea = Hoofdlaan, na 10 meter la de weg oversteken en la het fietspad op= Hoofdlaan. Na ongeveer 10 meter ra het bos in.
3. Einde ra, Dr. Nassaulaan. Einde gaat over in Kerkplein. Oversteken en meteen eerste ra= Torenlaan. (let op hier kan het routebordje verwarring opleveren! Ga niet de Kerkstraat in). Na plantsoen rechts aanhouden= Brink. Terug bij museum. Neem voetpad r =Drostenlaan. Einde op drukke weg la, Zuidersingel, later Oostersingel. La= Kloosterstraat, terug naar Brink = startpunt van deze route.
De Brink vormt het eeuwenoude hart van Assen. Aan de rand van het plein is in het vroegere Provinciehuis het Drents Museum gevestigd. Hier maak je kennis met de lange geschiedenis van Drenthe in de vorm van stijlkamers uit de 18e en 19e eeuw, een afdeling beeldende kunst en een collectie schone kunsten van rond 1900. Ook is er een speelse afdeling voor kinderen. Maar het museum is vooral bekend vanwege zijn unieke archeologische verzameling, waaronder de 8500 jaar oude boomstamkano van Pesse, sieraden uit de bronstijd, trechterbekeraardewerk en ‘het meisje van Yde’: het lichaam van een zestienjarig meisje dat uit het veen is opgegraven en daar in de ijzertijd moet zijn omgebracht. In Denemarken, Noord-Duitsland en Nederland zijn ongeveer honderd van zulke veenlijken opgegraven. Duidelijk is dat zij ter dood zijn veroordeeld en in het moeras zijn verdronken of opgehangen. De Abdijkerk op nr. 2/3 – waarvan de oudste delen dateren van vóór 1600 – behoort ook tot het museumcomplex, evenals het 17e-eeuwse Ontvangershuis op nr. 5.
Achter het Drents Museum, naast de tuin, staat een beeld van Bartje, de hoofdfiguur uit het gelijknamige boek van Anne de Vries (1904-1964). Een televisieserie uit de jaren zeventig van de vorige eeuw maakte het opstandige ventje (‘Ik bid nie veur bruune boon’n’) landelijk beroemd.
De 1400 m lange Vaart komt verder westelijk uit in de Drentse Hoofdvaart, een kanaal dat in de 18e eeuw werd gegraven voor de ontwatering en om turf af te voeren. In de loop van de 19e en 20e eeuw werd aan weerszijden van de Vaart een bijna aaneengesloten front van herenhuizen, pakhuizen en bedrijven gebouwd. Vanaf 2007 is er gewerkt aan het weer bevaarbaar maken van het oude kanaal. Tegenwoordig kan er via de Vaart weer naar het hartje van Assen gevaren worden.
Aan de Kerkhofslaan ligt de Noorderbegraafplaats die in 1823 werd aangelegd. Oude eiken, rododendrons, treuressen, een berkenlaantje en door hekwerken omgeven oude graven bepalen de sfeer op deze kleine begraafplaats. Op deze in 1823 opgerichte begraafplaats, de oudste algemene dodenakker van de stad, rusten allen, die een aandeel hebben gehad in de ontwikkeling van de Drentse hoofdstad. Hier bevinden zich de graven van de burgemeesters, de gouverneurs van de provincie, de presidenten van de rechtbank, de uitgevers en drukkers, maar ook van de dominees, de winkeliers en de bewoners van de plaggenhutten van eertijds. Kortom, hier ligt de historie van Assen.
Het Asserbos nodigt uit tot een extra rondje door het groen. De rechte lanen komen uit op één punt, geheel volgens de Franse traditie van het einde van de 18e eeuw. De Hoofdlaan kijkt uit op de toren van de abdijkerk.
De Dr. Nassaulaan, gesierd met statige villa’s, brengt je naar de Jozefkerk. Het is een zogenaamde Waterstaatskerk, een kerk uit de periode 1824-1875, waarbij de overheid financieel bijsprong en ingenieurs van het ministerie van Waterstaat het ontwerp bepaalden. Deze kerk uit 1848 werd getekend door hoofdingenieur C.J. Spaan.
De Gouverneurstuin rechts van de Torenlaan ontleent zijn naam aan de functie die hij in de 19e eeuw had: de tuin van de Gouverneur des Konings, tegenwoordig Commissaris van de Koning. De tuin deed dienst als appelhof en groentetuin. Het huidige wandelpark wordt ook gebruikt voor kunstexposities, straattoneel en concerten.
Huize Overcingel aan de Oostersingel 27 is een 18e-eeuwse buitenplaats met een ingangspartij in de stijl van Lodewijk XIV. In de tuin bij het huis bevindt zich een zogeheten spiegelbol, waarin een deel van de tuin wordt weerspiegeld. De naam van het huis verwijst naar de locatie: dit was het eerste huis dat buiten de singels van Assen werd gebouwd.
Paleizen in Assen?
Al in de 19e eeuw werd Assen ‘stad der paleizen’ genoemd, hoewel reizigers uit die tijd al vragen stelden bij deze benaming. Fraaie villa’s zijn er volop, maar om dat paleizen te noemen? De verklaring voor de typische bebouwing ligt in de geschiedenis. In tegenstelling tot de meeste provinciale hoofdsteden kan Assen niet terugzien op een stedelijk verleden. In 1259 werd er een klooster gebouwd op de plek van het Drents Museum, gevolgd door een abdijkerk, maar in de eeuwen daarna gebeurde er weinig tot niets. Het dorp telde slechts 600 inwoners toen het in 1809 stadsrechten kreeg omdat de bestuurders grote plannen hadden. Toen Assen in 1814 provinciehoofdstad werd, lieten hogere ambtenaren en gedeputeerden respectabele ‘paleizen’ voor zichzelf bouwen.
Vanuit het huis aan Kloosterstraat 9 vond op 11 december 1944 een beroemde overval op de gevangenis in Assen plaats, uitgevoerd door de Knokploeg Noord-Drenthe. De Kloosterstraat is echter veel ouder dan dat: al ten tijde van het middeleeuwse klooster was hier een weg. De muur rechts is in de 19e eeuw gebouwd met stenen van het vroegere klooster. De pomp is in 1895 aangebracht boven een eeuwenoude put.