Stevensweert
Nederland, Limburg, Stevensweert
Het Limburgse dorp Stevensweert ligt als een eiland tussen twee rivierarmen. In het jaar 1633 onderkenden Spaanse troepen de strategische ligging en begonnen met de bouw van vestingwerken. Deze stadswallen zijn in de 19e eeuw gesloopt, maar inmiddels gedeeltelijk gereconstrueerd. Vanuit het centrale plein lopen de straten als de spaken van een wiel naar de wallen. Het resultaat: een prachtig historisch plaatje.
Hond mee: tijdens deze hele route zijn honden aangelijnd toegestaan.
Toegankelijkheid: deze route is toegankelijk voor mindervaliden, alleen het pad door het tunneltje door de ravelijn is van zand. Na de kruising met Bastion Holland voert de route over een onverhard smal pad met gras aan de zijkanten. Ga hier niet RD maar RA ri Markt. Voor de rest is de bestrating gedeeltelijk met straatklinkers en ietwat hobbelig.
Paden: tegels, zandpad.
In Stevensweert staan ook ANWB borden ‘Historische wandelroute’. Hiernaar wordt af en toe verwezen in onderstaande routebeschrijving.
Verlaat de Markt via het Jan van Steffenswertplein. Direct na nr. 13 ra de Mandenmakerstraat in. Einde door tunneltje naar ravelijn. Dan terug door tunneltje en op de hoek (huisnummer 17) ra. Volg de weg langs kerk en museum, dan rechts aanhouden via de Singelstraat West naar de Maas en de Maaspoort. Einde ra, Maasdijk. Volg het pad over de dijk langs de vestingwerken (let op: dit wordt ook door fietsers gebruikt!).
Bij kruising met Bastion Holland rd, Julianalaan. Na 300 m ra, volg de borden van de ANWB bewegwijzering 'Historische wandelroute’ die onder meer over de voormalige wal gaat. Bij de Nieuwendijk/Veldstraat Oost la, en meteen ra De Wal. ANWB-bewegwijzering volgen tot op de Markt.
Het middeleeuwse Stevensweert bestond uit een machtig kasteel met daaromheen een dorpje. Dat verandere rigoureus toen Stevensweert betrokken raakte bij de gevechten van de Tachtigjarige Oorlog, ook wel De Opstand genoemd (1568-1648). In 1633 sloopten de Spanjaarden een deel van de bestaande bebouwing en maakten van het dorp een vesting met een bijna perfecte meetkundige opzet. Rondom kwam een hoge aarden wal met zeven uitspringende bastions en aan de buitenkant daarvan een gracht met vijf ravelijnen (versterkte eilandjes). De opstand eindigde in 1648, maar dat betekende niet dat de Spanjaarden meteen uit het land vertrokken. Dat gebeurde in etappes, waarbij Stevensweert pas in 1702 aan de beurt was. Daarna namen troepen van de Republiek der Verenigde Nederlanden hun plek in. Na 1874 werd de vesting geleidelijk ontmanteld, maar aan de noordkant van Stevensweert is een deel van de verdwenen vestingwerken gereconstrueerd.
De Markt is van oudsher het hart van de vesting. Hier oefenden de troepen en werden parades afgenomen. De elf rechte straten die vanaf het plein naar buiten waaieren, zijn aangelegd door de Spanjaarden. De Singelstraten vormden destijds de begrenzing van de vesting. Het pand met huisnr. 13 is de voormalige hoofdwacht waar de wachten werden verdeeld. Hiervandaan was bijna de hele vesting te overzien. De negen granieten stenen in de bestrating voor het gebouw markeren het meetkundige middelpunt. Even verder is met klinkers de plattegrond van de vesting uitgebeeld.
Een tunneltje door de hoofdwal en een brug brengen u bij een ravelijn, een versterkt eilandje in de gracht. Zo konden aanvallers ver van de hoofdwal worden tegengehouden. Soldaten konden vanaf een richel net onder de top de rivier en de omgeving overzien.
De Singelstraat brengt u langs de katholieke St.-Stephanuskerk, in 1781 gebouwd op de plek van een middeleeuwse voorganger. Een stuk kleiner is de witte hervormde kerk een stukje verderop. Deze kerk kwam in 1819 in de plaats van de kasteelkapel waar de grotendeels protestante soldaten van het garnizoen ter kerke gingen. Daarnaast ziet u resten van het kasteel en een kerkhofje waar een zevental kasteelbewoners een laatste rustplaats heeft gevonden.
Het Streekmuseum is gevestigd in het voormalige gemeentehuis, een ontwerp van de Limburgse architect P.J.H. Cuypers (1827-1921), bekend van bijvoorbeeld het Centraal Station en het Rijksmuseum in Amsterdam. Op het plein voor het museum is een bronzen maquette die laat zien hoe het kasteel Stevensweert eruit zag in het jaar 1508. Binnenin het museum ziet u onder andere baggervondsten, een maquette van het verdwenen kasteel en een reconstructie van de vestingwerken.
In 1732 werd een nieuw commandeurshuis gebouwd. In dit voorname witte pand woonde de gouverneur van de vesting. Later is het gesplitst in twee verschillende woonhuizen. In de rechterzijgevel is het restant te zien van een grote ronde hoektoren van het kasteel.
Via de Maaspoort loopt u richting de Maas. Hier bevond zich vroeger de hoofdtoegang tot de vesting: een gemetselde tunnel dwars door de wal. Via een ophaalbrug over de gracht kwam men op de buitenwal, tevens Maasdijk. Het kleine witte huisje naast het kanon is een voormalig wachtgebouw en veerhuis. Grenspaal 124 illustreert de strategische ligging: de overkant van de rivier is Belgisch. Al in de middeleeuwen voer een veerpont naar de overkant van de Maas. De afrit naar dit veer loopt nu nog omlaag vanaf de grenspaal tot aan het water. De prachtig gelegen boerderij Houbenhof aan de overzijde van de rivier wordt op oude kaarten dan ook vaak vermeld als ‘veerhuis’. Loop vanaf de grenspaal ook even naar links. U hebt hier een mooi uitzicht op een laaggelegen terrein met een duidelijke verhoging: het zijn overblijfselen van de vroegere gracht en het bastion Overijssel.
De met bomen omzoomde Julianalaan werd aangelegd nadat vanaf 1874 de vestingwerken waren gesloopt. Rechts ziet u een verhoging. Die is het restant van een ravelijn. Erachter ligt de glooiing van de vroegere hoofdwal. De route gaat weer omhoog, deze keer over bastion Zeeland.
Op de Veldstraat Oost bevond zich een tweede toegang tot de vesting, de Veldpoort. Momenteel is de verdwenen poort verbeeld in twee kunstzinnige contenstale bogen.
Even verder komt u op een plein waar vroeger twee lange soldatenbarakken stonden. De huizen aan de linkerkant hebben allemaal dezelfde indeling. Ooit waren dit militaire onderkomens.