Struinen en jutten
Nederland, Friesland, Midsland
Terschelling bestaat voor het grootste deel uit natuur. En dat is precies waar het bij deze route om gaat. De route gaat via polders en door duinen en duinvalleien naar de Noordzee. Op de ‘plakken’, zoals de natte duinvalleien op Terschelling genoemd worden, groeien veel bijzondere planten. Het Noordzee-strand is schitterend breed. Geen wonder dat hier nog volop gejut wordt!
Hond mee: tijdens deze route zijn honden aangelijnd toegestaan. Alleen op het strand en in het bos mogen ze loslopen, mits onder appel. Let op: houd de hond aangelijnd als er zeehonden op het strand liggen!
Toegankelijkheid: deze route is niet geschikt voor mindervaliden, vanwege het mulle zand. smalle paden en te grote hoogteverschillen.
Paden: strand, verharde paden (tegels, asfalt) en onverharde paden: zand-, schelepn- en graspaden.
1. Met de rug naar de hoofdingang van de kerk la en eerste ra, Buitenlevenglop, verderop Midslanderhoofdweg. Op kruising rd, Brouwershoekweg. Bij bibliotheek verkeersweg over en ra. Bij standbeeld Stryper wyfke la over graspad. Bij viersprong ra over deels begrast boerenpad. In Kinnum op driesprong ra. De verkeersweg opnieuw oversteken en rd, Vluchtweg.
2. Op vijfsprong eerste klinkerweg la (dus graspad links negeren). Op kruising rd, zandweg. Einde ra en eerste zandweg la. Bij kruising met asfaltpad rd. Onverhard pad rechts negeren. Op splitsing aan het einde la (over pad naast fietspad).
3. Einde la, asfaltpad, naast Badweg volgen. Aan het einde van het asfaltpad (links ligt de Badhuiskuil) ra naar strand via het fietspad. Op strand ra. Direct na strandpaal met rode kop nr 10.200 ra, iets links aanhouden en duin op, via zandpad. Na trapje op asfaltweg ra. Einde la. Eerste asfaltweg ra, langs water.
4. Bij eerste asfaltfietspad ra, ri West aan Zee. Onverhard pad links negeren. In bocht naar rechts (rood bordje met wandelaar en pijl) la, zandpad. Einde la, betonpad; wordt asfaltpad. Vlak voor bosrand ra, onverhard pad. Bij trap naar uitzichtpunt la, bospad. Zijpaden negeren. Uit bos rd, over gras, langs waterplas.
5. Einde ra. Eerste weg la, Dorreveldweg. Bij einde verharding rd blijven gaan. Einde la. Eerste pad ra. Op kruising rd, Westerburen. Op driesprong la naar centrum.
Ten zuiden van het dorpje Midsland ligt, op een natuurlijke verhoging, het Stryper kerkhof. Op deze bult zijn de oudste sporen van bewoning op Terschelling teruggevonden. Al in de 9e eeuw bevond zich hier een kerkje met een kerkhof. De verweerde grafstenen geven het kerkhof een bijzondere sfeer.
De sage rond het Stryper wyfke vertelt over de Engelse soldaten die in 1666 na hun plundering van West-Terschelling al stropend over het eiland trokken. Plots keerden ze om, lichtten het anker en keerden huiswaarts. De reden daarvoor? De Engelsen zouden in de verte bij het dorp Stryp donkere schimmen hebben gezien. Een oud vrouwtje waarschuwde hen met de woorden: ‘Ze staan er met honderden, maar liggen er bij duizenden.’ Het vrouwtje had het echter over het kerkhof waar honderden grafzuilen stonden en waar in de loop der tijd duizenden begraven werden.
De polder van Terschelling is van oorsprong een kwelder waar een zeedijk omheen is gelegd. Aan de noordkant van de open polder zijn de weilanden omrand met elzensingels. Veeteelt is verreweg de belangrijkste bron van inkomsten voor de boeren op Terschelling. Voor veel vogelsoorten is de polder van grote betekenis.
Na de polders komt u in de ‘plakken’, de natte duinvalleien. Door de grote verscheidenheid aan waterstanden komen er veel bijzondere planten voor. Zo zijn er plekken die altijd onder water staan, maar ook plaatsen die ’s winters nat zijn en ’s zomers gedurende kortere of langere tijd droogstaan. Omdat de eilanders dit vochtige duinengebied in het verleden minder intensief gebruikten, is het redelijk gaaf gebleven.
Duinkonijnen
Konijnen horen bij de duinen. Maar dat is niet altijd zo geweest. Ze werden in Nederland pas in de middeleeuwen ingevoerd vanwege de vacht en het vlees. Tot halverwege de 20e eeuw leefden er veel konijnen in de Nederlandse duinen. Eigenlijk te veel. Ze groeven gaten en aten alle begroeiing op. Daarom werden ze sinds 1950 volop bejaagd en bestreden. Dat had tot gevolg dat er rond 1990, mede door ziektes, haast geen konijnen meer waren in de duinen. Nu gaat het weer beter met het duinkonijn. En ze zijn nuttig: ze houden alles kort zodat de duinen niet volgroeien met hoge planten en struiken.
Het bijzondere van de Badhuiskuil is het mooie uitzicht vanaf het uitkijkpunt. In deze vallei zijn veel watervogels en meeuwen te vinden. Bij de plas staat een beeld van prof. dr. Victor Westhoff, een van de invloedrijkste natuuronderzoekers en -beschermers in Nederland. Hij was ervan overtuigd dat variatie en rijkdom in de natuur gedeeltelijk afhankelijk is van menselijk beheer. Veel van zijn onderzoek voerde hij uit op Terschelling, waaronder De Boschplaat en de Badhuiskuil.
Het Noordzeestrand van Terschelling is beroemd vanwege de enorme breedte. Terschelling heeft het breedste strand van Nederland, en een van de breedste van West-Europa. Jutten is een geliefde bezigheid op het strand. Veel eilanders hebben een vergunning om ’s winters met een auto over het strand te rijden, op zoek naar wat het meenemen waard is.
Toen er plannen waren voor een eerste badpaviljoen bij Paal 8, mocht een rechtstreekse verbinding tussen West-Terschelling en het badpaviljoen niet ontbreken. De vier kilometer lange Longway werd in 1914-1915 aangelegd als werkgelegenheidsproject voor werkloze arbeiders. Ze gingen lopend naar het werk en zongen onderweg het Engelse soldatenliedje ‘It is a long way tot Tiperary’. De Longway, die later werd uitgebreid naar Midsland-Noord, was de eerste Badweg op het eiland.