Vennen en vijvers
Nederland, Gelderland, Nunspeet
Net aan de rand van de Veluwe en op een steenworp afstand van Nunspeet vallen in het terrein vrij veel cultuurelementen te verwachten. Deze wandeling, die bestaat uit drie aaneengeregen paaltjesroutes, laat veel van die menselijke ingrepen zien: soms zijn ze intact, vaak zijn er alleen sporen. Verder is dit gebied erg rijk aan vastgelegde stuifduinen. Het resultaat van dat alles is een netwerk van sterk slingerende paden en een enorme afwisseling van de landschappen die al wandelend in beeld komen, het is geen honderd meter hetzelfde. Een paar vennen en ex-vennen zorgen voor nog meer variatie.
Hond mee: Tussen aanwijzing 1 en 2 moeten honden vastlopen (van bezoekerscentrum tot aan de brug over de snelweg).Tussen aanwijzing 2 en 7 mogen honden het hele jaar door loslopen (Zandenbos), enkel rondom de Waskolk moeten ze aangelijnd zijn maar dit staat duidelijk met bordjes aangegeven (ze moeten vast halverwege aanwijzing 4 en 5 en mogen weer los bij de aanvang van de Margaretharoute aan het eind van aanwijzing 5). Na aanwijzing 7 kom je weer in hetzelfde bosgebied als tussen aanwijzing 1 en 2 en moeten honden weer aangelijnd zijn.
Toegankelijkheid: deze route is niet geschikt voor mindervaliden, vanwege de klimmen en dalen dwars door het bos en de paden met los zand. Er is een (korte) routebeschrijving voor mindervaliden verkrijgbaar in het bezoekerscentrum.
Paden: deze route voert voor 90% over onverharde paden.
1. Rechts van de ingang van het bezoekerscentrum beginnen de blauwe schildjes op paaltjes, deze markeringen volgen.
2. Vlak na het oversteken van de snelweg ca. 60 m na paddenstoel P 24183/001 RA, weer de blauwe paaltjes volgen.
3. Verlaat de blauwe route en maak een met wit bordje en zwarte pijl aangegeven korte doorsteek van ca. 100 m naar de witte route. Volg deze witte route.
4. Voorbij de Waskolk bij paddenstoel P 20247/001 tot je weer op witte paaltjes stuit links aanhouden, na een ca. 500 m lang recht pad, de parkeerplaats oversteken en de Margaretharoute volgen tot je weer op witte paaltjes stuit.
5. Na het voltooien van de witte route de verbindingsroute naar de blauwe route nemen.
6. Direct na het oversteken van de snelweg LA: blauwe paaltjes volgen. Na het laatste oranje-blauwe paaltje de oranje route RD oppakken en deze volgen tot het startpunt.
De wandeling begint bij het Natuurtransferium Nunspeet dat in 2002 werd gebouwd als eerste natuurtransferium op de Veluwe; route 29 start bij de tweede, bij Rheden; meer staan in de planning. Het idee is dat bezoekers bij een transferium hun auto achterlaten en fietsend of lopend verder de natuur in gaan. Behalve een parkeerterrein hebben transferia een bezoekerscentrum om informatie op te doen over natuur en landschap en/of om na een wandeling even neer te ploffen. Het transferium waar deze route start heeft een mooi bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer met veel opgezette dieren en een speciale afdeling voor kinderen. Buiten staat een 30 m hoge toren die uitzicht biedt op de oude Zuiderzeekustvlakte en de Veluwse bossen en stuwwallen.
Links van de blauwe route ligt een mooie vijver met veenmos en wollegras (bloeit in juni) die ooit begon als natuurlijk ven, maar dan kleiner. Rond 1910 werd het ven uitgegraven (het zand ligt nog op een oever). Nu is onderhoud nodig om dichtgroeien te voorkomen. Vlakbij ligt rechts het Slangenven, al zitten er vooral eenden, met veel rododendrons rondom. Dit is een opgeleukte natuurlijke waterpartij. Na het oversteken van de autoweg ligt rechts (net even van de route) weer een gegraven ven, met coniferen en rododendrons.
Al die waterpartijen en bijzondere planten waren het werk van enkele rijke families die hier vanaf 1900 woonden. Naar de familie Van Petersom Ramring werd de weg genoemd die de route een paar keer kruist. De familie Van Vloten liet nabij het Slangenven in 1906 een uitzonderlijk woonhuis bouwen, dat behalve groot – drie verdiepingen – bovenal rond was. Helaas bleek het onderhoud te kostbaar. In 1967 werd het lekkende en bladderende landhuis gesloopt.
Behalve de aanleg van transferia is zonering een belangrijk beleidselement voor de Veluwe. Jaarlijks komen er miljoenen toeristen van de rust genieten, en op veel plaatsen zullen ze vooral andere toeristen tegenkomen … De oplossing is om de drukte te concentreren in de randen. Het binnenland blijft dan rustig, mede omdat het wat extra inspanning vergt om er te komen. Het gebied van deze wandeling is een drukkere zone, met vrij veel wegen, picknickbanken en recreatieweiden. Voor een rustige wandeling is een doordeweekse dag de beste keus.
Te midden van de herbebossing, eind 19e en begin 20e eeuw, bleef soms een heideveld gespaard, maar dat groeide dan spontaan dicht met zaailingen. Met subsidie uit het Overlevingsplan Bos en Natuur is die opslag vervolgens weer gerooid rond de Waschkolk, vlak na P-20157. Op oude foto’s staan boeren tot hun middel in het water om er schapen te wassen. In het midden was de kolk twee meter diep. Maar de waterdichte laag in de bodem raakte beschadigd. Mogelijk door bodemtrillingen bij werk aan de N795, een halve km naar het noorden. Of bij de aanleg van de A28 in 1962. Of toen er ooit een race met paardenkarren door het meertje voerde. In 2001 werd een nieuwe waterdichte laag aangebracht, dit keer van leem. Bezwaar is dat het leem voedselrijk is en daardoor niet helemaal de ideale plantengemeenschap aantrekt, het voordeel dat de Waschkolk nu doorgaans weer vol water staat.
Op een warme dag is het een idee om bij P-24178 de route even te verlaten en onder de A28 door te lopen voor een duik in de Zandenplas waar een halve eeuw geleden zand werd gewonnen voor de aanleg van de A28.
Zandduinen en schapendriften
In 1840 was deze wandeling nogal eentonig geweest. Verkenners voor de Topographisch Militaire Kaart 1:50.000 tekenden uitsluitend kleine zandduinen, doorsneden door smalle schapendriften. De schapen waren nodig voor de mest en zaten daarom elke nacht in een schaapskooi. En overdag graasden ze op de hei, vandaar dus al die driften. De mest, bestemd voor de akkers rond de boerderijen, moest vermengd worden met heideplaggen, en die werden zo dicht mogelijk bij de dorpen gestoken. Gevolg: de hele noordwestrand van de Veluwe was eind 19e eeuw afgeplagd en het zand was gaan stuiven. Van Ermelo tot Oldebroek lag een brede strook zandverstuiving van ongeveer drie bij veertig kilometer – en in het midden van dat gebied ligt deze route.