Zuider Kluftroute
Nederland, Drenthe, Beilen
Dit is een lange en gevarieerde route met vrij veel natuur en hier en daar wat cultuurhistorie. De route kruist drie verkeersaderen die van noord naar zuid lopen: de A28 uit 1971, de spoorwegnaar Assen en Groningen die de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen rond 1870 aanlegde en het Linthorst Homankanaal uit 1927. Mocht het een warme dag zijn: ongeveer vier kilometer na de start ligt in het Ter Horsterzand een spartelplas,ofwel een ven waar je mag zwemmen. De horeca bevindt zich bij deze route precies halverwege, al biedt de natuur volop alternatieven voor wie proviand meeneemt.
De route is ANWB-bewegwijzerd en start bij Station Beilen (daarna knooppunt 01). Daar is ook parkeergelegenheid voor wie met de auto komt.
Routeverkorting
Je kunt de route verkorten door aan de rand van het Terhorsterzand (ca. 250 m na de parkeerplaats) bij wandelknooppunt 29 linksaf te slaan naar knooppunt 89. De totale lengte van de route wordt dan geen 21,5 km maar 11 km.
Een kluft, klauw of clauw was in Noord-Nederland de benaming van een onderverdeling van een kerspel of van een rechtstoel. Een kluft had in de regel geen eigen kerk, soms wel een kapel. Een kluft is dus een soort synoniem voor een wijk of buurtschap.
Hond mee: tijdens deze route mogen de honden aangelijnd mee. Bij het Oriëntatiecentrum Boslounge in Spier mogen honden los lopen.
Toegankelijkheid: deze route is niet geschikt voor mindervaliden, vanwege mul zand, onverharde paden en een steile trap.
Paden: deze route voert voor 50% over onverharde paden.
In Beilen is de gave gothische kerk, de Stefanuskerk, uit omstreek 1400 een inspectie waard. De toren is oorspronkelijk 12e-eeuws, maar net als de hele kerk stevig gerestaureerd rond 1938. Kijk even of de kerk open is (onregelmatige tijden). Pronkstuk is het 17e-eeuwse orgel, in 1840 getransplanteerd vanuit de Broerkerk in Groningen.
Het Ter Horsterzand meet 180 hectare – bescheiden, maar de afwisseling is groot. Tot de gedeeltelijke herbebossing rond 1900 was dit overwegend stuifzand en die stuifzandduinen en ruggen liggen er nog, vastgelegd door de wortels van de aanplant. Zoals op talloze plaatsen in Drenthe (onder andere het nabijgelegen Dwingelderveld) zorgen keileemlagen in de ondergrond voor ondoorlatendheid, wat weer leidde tot vennen in de laagten. Die vennen liggen er nog, behalve dan dat sommige in de loop van de laatste millennia volgroeiden met veen. Een deel van die kleine versnipperde veenpakketjes werd afgegraven waarna veenputten overbleven. De afwisseling nat-droog en de afwisseling zand-veen zorgden voor een rijke biodiversiteit. Opvallend zijn de talrijke cypresachtige jeneverbesbomen. De jeneverbes, de taxus en de grove den, die hier ook staan, zijn Nederlands enige inheemse naaldbomen. In de zomerperiode bloeit het wolpluis prachtig aan de rand van de vennen.
Na de snelwegoversteek volgt weer een nat gebied. Dit is de oostelijke flank van het Nationaal Park Dwingelderveld met een paar vennen langs het pad. De bossen van Boswachterij Dwingeloo die volgen zijn, net als de bossen op het Ter Horsterzand, begin 20e eeuw aangelegd om stuivend zand te beteugelen.
Langs de snelweg (A28) onttrekt een hoge wal het verkeer aan het zicht. Die wal bestaat uit materiaal dat rond 2011 van het Dwingelderveld is afgeschraapt.
Ecoduct
De aanleg van de A28 in 1970-’71 betekende dat het Dwingelderveld werd afgesneden van het Ter Horsterzand en de bossen tussen Spier en Wijster. Die breuk is nu geheeld. In 2014 werd er een kilometer ten noorden van Spier een mooi, breed ecoduct over de A28 aangelegd. Onderdeel van het project was ook het plaatsen van geluidswallen langs de snelweg. Het zand dat daarvoor nodig was kwam van het Noorderveld, de landbouwenclave aan de noordzijde van het Dwingelderveld. Nu daar de bemeste bovenlaag een halve meter is afgegraven en afgevoerd kan het Noorderveld veel bloemrijker en natter worden – en is een deel van de verloren gegane stilte langs de A28 hersteld.
Oriëntatiecentrum Boslounge is in beheer bij het nabijgelegen Van der Valk Hotel en biedt ook informatie over de natuur met folders en opgezette dieren. De naam van het 13e-eeuwse dorp Spehorne, nu bekend als Spier, verwijst naar een iets hoger gelegen gebied, waar je goed boerderijen kon bouwen.
Na de bescheiden bossen van Spier aan je linkerhand een natuurgebied in beeld dat overgaat in het Ter Horsterzand dat op zin beurt weer overgaat in het Dwingelderveld. Het natuurgebied langs de route wordt begraasd door Schotse hooglanders. Verderop, waar de route langs het spoor loopt, zijn akkers aangelegd.
Het Linthorst Homankanaal tussen Beilen en Hoogeveen (waar het uitkomt in de Hoogeveense Vaart) dateert van 1927. Dat is vrij laat voor een kanaal en de waterweg was ook niet lang in bedrijf. In het eerste jaar gingen er nog drie tot vier schepen per dag doorheen – in de jaren zeventig moest het alweer worden gesloten. De route komt over de enige sluis, die er werkeloos maar wel schilderachtig bij ligt.
Een paar honderd meter van de route ligt de Makkumer Molen, een korenmolen uit 1906. Het is een grondzeiler, de wieken raken bijna de grond. Zo kan de molenaar erbij om de zeilen op de wieken bij te stellen. Om meer wind te vangen staat de molen op een kunstmatige verhoging. Deze molen stond eerder in de Groeve, nabij Zuidlaren, als poldermolen. Om bij de molen te komen: na het Linthorst Homankanaal niet de eerste maar de tweede links, op een vijfsprong, en dan nog een paar honderd meter verder naar de molen. De hele omweg meet anderhalve kilometer.