9 prachtige plekken voor een wandeling met kinderen

Top 9 kinderwandelroutes

Er wordt weleens gezegd dat kinderen niet van wandelen houden. Onzin. In deze negen natuurgebieden stuiven ze schaterend het bos in. Met tips voor langere routes, buggyroutes, Kabouterpaden en bijzondere uitdagingen.

1. Het Speulderbos

Als in een sprookje

Dit eeuwenoude bos ten oosten van het Gelderse Putten wordt in de volksmond ook wel ‘het bos van de dansende bomen’ genoemd. Omdat de houtoogst op dit deel van de Veluwe eeuwenlang op een laag pitje stond – en alleen de kaarsrechte bomen werden gekapt – hebben veel van de overgebleven eiken en beuken zich in de loop der tijd in de vreemdste bochten gewurmd. Tussen de swingende stammen is er voor kinderen weinig fantasie nodig om zich in te beelden dat ze in een sprookje figureren. Met name in de herfst is het gebied een feest. Net als op de foto hieronder druppelt het zonlicht dan nog net wat mysterieuzer door het bladerdak heen, de bosbodem is bezaaid met paddenstoelen en wie vroeg de wekker zet, kan het bronstige gebrul van de lokale edelherten horen. Staatsbosbeheer heeft verschillende wandelingen uitgestippeld, waaronder route De Duintjes (5,8 km, rode paaltjes) die ook op kindervoetjes prima te behappen is.

2. De Groote Peel

Stuiteren op het veen

Kinderen zijn dol op trampolines. Maar in Nationaal Park De Groote Peel zorgt Moeder Natuur eigenhandig voor het springkussen. Doordat de veenbodem flink kan inzakken onder je voeten, lijkt het soms alsof je wandelschoenen ineens verruild zijn voor springveren. Ideaal voor kleine stuiterballen die toch al niet stil kunnen zitten. Al zijn een paar droge sokken in de rugtas geen overbodige luxe; onder het verende veenmos gaan dikwijls de nodige plassen schuil. Om de kids bij de les te houden, kun je onderweg speuren naar de zonnedauw. Om in de voedselarme grond niet van de honger om te komen vangt dit vleesetende plantje insecten uit de lucht met zijn kleverige tentakeltjes. Nog wat extra avontuur? Trek dieper het oude veenmoeras in, bijvoorbeeld op de verweerde vlonderplanken van de 3,2 kilometer lange wandelroute Knuppelbrug (zie foto) die prachtig boven het water zweven. Wat stampen we lekker, hè?

3. De Schoorlse Duinen

Speuren naar zandhagedissen

Menig ouder vreest bij de woorden ‘lange wandeling’ voor zeurende kinderen, zo mogelijk ontaardend in apocalyptische driftbuien. Niet nodig. Zeker niet in de duinen van het Noord-Hollandse Schoorl, een gebied dat het kroost moeiteloos om de vingers windt. Zo ook op de 12 kilometer lange ANWB-route Zandhagedissen bij Schoorl. Wie zonder morren een hele dag naar Pokémons kan speuren in de stad, is in dit grandioos golvende duinlandschap ook gemakkelijk te porren voor een zoektocht naar een monstertje dat daadwerkelijk bestaat: de zandhagedis dus. Vanaf het moment dat deze fotogenieke beestjes uit hun winterslaap komen – maart, begin april – proberen ze op open plekjes in de duinvallei zonnestralen te vangen. Om indruk te maken op de dames trekken de mannetjes daarbij hun felgroene feestjas aan. Hebben de kids daarna nog steeds extra energie in de tank? De route eindigt – en begint – bij een 51 meter hoge duin, waar ze zich helemaal leeg kunnen rennen op een trap van 249 (!) treden.

4. Huis ter Heide

Wandelen op water

Natuurlijk is het fijn ravotten in het mulle duinzand. Maar op sommige dagen – of leeftijden – zijn kinderen simpelweg gebaat bij wat meer stevigheid onder de schoenen. Omdat ze af en toe moeten uitpuffen in de kinderwagen of überhaupt nog niet al te best lopen. Gelukkig zijn er de zogeheten Buggyroutes van Natuurmonumenten. Deze wandelingen voeren standaard over verharde of in ieder geval stevig aangestampte paden, waardoor je als ouders nooit met het zweet op je rug de wandelwagen door de modder/het zand/de bosbodem hoeft te sleuren. Veel van de routes zijn bovendien niet veel langer dan een kilometer. In natuurgebied Huis ter Heide, net boven Tilburg, wacht een uitzondering op de regel. Door deze lappendeken van bos, heide, akkers en grasland zigzagt een aantrekkelijke buggyroute die in 4,5 kilometer naar het prachtige Leikeven leidt.

5. De Kennemerduinen

Levende speeltuin

Van klauterbomen tot koprolduinen: het Nationaal Park Zuid-Kennemerland is voor kinderen één grote natuurspeeltuin. Staatsbosbeheer heeft in het uitgestrekte duingebied een wildgroei aan wandelroutes uitgezet, variërend van korte ommetjes tot stevige struintochten. Met 16 kilometer aan wandelplezier is de ANWB-wandeling Nationaal Park Zuid-Kennemerland het volgende bewijs dat een kinderwandeling niet per definitie kort en bondig hoeft te zijn. Hoewel de Kennemerduinen zo dicht tegen de kustlijn liggen aangeschurkt dat je bijkans de branding kunt horen, biedt deze rondwandeling nergens uitzicht op zee en strand. Wat geeft het? Geen glijbaan, schommel of wipkip kan tippen aan deze natuurlijke speeltuin van klauterbomen, koprolduinen en schelpenpaden vol slakkenhuisjes, schapenhaar en andere vondsten. Verwacht er geen monotoon middagje zandhappen, maar een decor waar een half aardrijkskundeboek aan landschapstypen lijkt te zijn leeggeschud. Van dennenbos tot paraboolduinen en van struweelrijke valleien tot fonkelmooie meertjes.

6. Drents-Friese Wold

Kabouterpaden

Een kinderhand is snel gevuld. Een sterk verhaal over kleine kaboutertjes is voor de jongste wandelaars dan vaak ook al genoeg reden om vrolijk het bos in te huppelen. Vandaar ook dat Staatsbosbeheer in natuurgebieden door heel Nederland speciaal voor de kleinste bezoekers zogeheten Kabouterpaden heeft uitgerold. Zo ook in Nationaal Park Drents-Friese Wold, waar een van de mooiste voorbeelden wacht. Bij het buitencentrum liggen rode puntmutsen, knapzakken en een opdrachtenvel klaar, en kunnen de kleintjes hun wangen rood laten schminken. Daarna is het tijd voor een portie spoorzoeken op het 1500 meter lange Kabouterpad. Met een beetje geluk stuit je op kleine voetafdrukken in het zand, sporen van een piepklein kruiwagentje of zelfs een kabouterdrolletje. Het hele gezin mag helpen zoeken. Zelfs Bello is welkom; alleen wel aan de lijn.

7. De Hondsrug

Terug in de tijd

Wie denkt dat kinderen niet te porren zijn voor een geschiedenisles, is nog nooit op de Gelderse Hondsrug geweest. De langgerekte zandrug, die zich helemaal uitstrekt tot de stad Groningen, werd tijdens de laatste ijstijd opgestuwd door Scandinavisch gletsjerijs. Voor een inkijkje in dit fascinerende verleden neem je de kids gewoon mee op sleeptouw naar het Sabeltandtijgerspoor in het Hunzebos. Deze ‘beleefroute’ slingert 2 kilometer lang over de heuvels uit de ijstijden, met onderweg genoeg spannende spelletjes – en een kabelbaan! – om je te meten met de kracht en snelheid van de sabeltandtijger van weleer – en ondertussen dus het nodige op te steken over de geschiedenis. Nog niet uitgeteld? Even verderop in de Drentse bossen wachten bij het Hunebedcentrum van Borger ook nog eens torenhoge mammoeten van het Mammoetpad.

8. Landgoed Haarzuilens

Kleddernatte speelnatuur

Balanceren op boomstammen. Roetsjen van een modderglijbaan. Huttenbouwen in de bosjes. Kriebelbeestjes zoeken in het gras. Scharrelen als een egel … Wie gaat wandelen op Haarzuilens weet twee dingen zeker. 1: de wasmachine mag vanavond aan de bak. 2: je hebt de hele dag geen omkijken naar je kinderen. Dit landgoed onder de rook van Utrecht – net ten westen van de stad – wordt gekenmerkt door een oer-Hollands weidelandschap. Je kunt er hazen zien zigzaggen, op bezoek bij een voedselbos, piekfijn struinen over slingerpaden en je vergapen aan het grootste kasteel van Nederland (het monumentale Kasteel de Haar). Maar de grote attractie is wat Natuurmonumenten ‘speelnatuur’ noemt: een wildgroei aan water, modder, zand en takken waarin, waarop en waarmee de kids naar hartenlust kunnen ravotten.

9. Het Lauwersmeer

Sterren kijken

Laat. Opblijven. Het zijn twee woorden waarmee je elk kind enthousiast krijgt. Zeker als ze vervolgens ook nog eens worden meegenomen naar Nationaal Park Lauwersmeer, op de grens van Groningen en Friesland. Als pleisterplaats voor talloze trekvogels maakt het natuurgebied haar reputatie van vogelparadijs al haast op de parkeerplaats waar. Maar de laatste jaren gooit het nationale park voor bezoekers nog een troef op tafel: haar pikdonkere hemel. Vanwege de afwezigheid van lichtvervuiling heeft het Lauwersmeer het predicaat Dark Sky Park gekregen; een internationaal keurmerk voor bijzonder donkere natuurgebieden. Nergens in Nederland kun je dus zo goed van de sterrenlucht – en het duister – genieten. De boswachters nemen bezoekers ’s nachts geregeld mee op sleeptouw. Of wandel gewoon naar Hemelplatform Achter de Zwarten; een hippe hut waar de kinderen op hun rug de ruimte in mogen staren. In de winter begint de show al aan het eind van de middag. Liggen ze toch nog bijtijds op bed.