Auto uitlezen? Zo werkt het.

‘Auto uitlezen’, wie zijn garagerekening bestudeert, heeft de woorden vast weleens gelezen. Met daarachter een bedrag van een paar tientjes. Waarom staat auto uitlezen op de rekening?

Computer

Een moderne auto zit vol met elektronica. Met elkaar verbonden door een boordcomputer, de zogenaamde ECU (engine control unit). Deze computer controleert continu of alles in orde is en stuurt alles aan. Van richtingaanwijzer tot remlicht en van hoeveel gas je geeft tot de stand van de airco. Alles wat er voor (veilig en comfortabel) rijden nodig is, loopt via de ECU. Uitlezen betekent dat de monteur een computer aansluit op de OBD-poort van de auto. De OBD-poort is een computerstekker die meestal ergens in het dashboard of de middenconsole is verstopt.

Oranje of rood lampje?

Als er iets misgaat, geeft de computer een seintje en gaat er in het dashboard een oranje of rood controlelampje branden. Oranje betekent ‘laat zo snel mogelijk controleren’, rood staat in feite voor ‘stop zo snel mogelijk’. Deze lampjes zie je liever niet branden, vandaar dat een auto geregeld naar de garage moet. Daarom hoort bij vrijwel elke onderhoudsbeurt het ‘uitlezen’ van de ECU.

Als er ergens een storing in het systeem zit, dan geeft de computer een zogenaamde ‘foutcode’ aan. Elke code staat voor een bepaalde storing, zoals een niet goed werkende lamp of als de brandstofinspuiting niet goed functioneert. Met de code kan een monteur vrijwel elke storing opsporen en verhelpen.

Waarom moet je betalen voor het uitlezen?

Het opsporen van storingen is niet altijd even gemakkelijk; de ene storing kan het gevolg zijn van een andere. En dan wordt het zoeken. Met de juiste kennis en ervaring is het merendeel gelukkig vrij snel op te lossen. Dat je ook moet betalen voor het uitlezen als er niks aan de hand is, heeft onder andere te maken met de werktijd die het uitlezen kost en de investeringen die een garagebedrijf moet doen in bijvoorbeeld apparatuur en software. Moderne auto’s hoeven niet meer zo vaak naar de garage en worden dus minder vaak uitgelezen.