Bandenspanning controleren
Waarom is het belangrijk en hoe werkt het?
De bandenspanning controleren is een simpele handeling, maar het wordt in de praktijk vaak vergeten. Toch is regelmatig de bandenspanning controleren belangrijk in verband met de verkeersveiligheid en het brandstofverbruik. We leggen je uit hoe je dit zelf kunt doen en welke voordelen het biedt.
Bandenspanning controleren in 5 stappen
Bandenspanning controleren en je banden bijvullen is niet moeilijk. Bij de meeste benzinestations vind je een bandenpomp waarmee je – vaak tegen betaling – je banden zelf kunt bijvullen. Dat doe je als volgt:
- Draai de ventieldopjes los.
- Gooi geld in de automaat (indien nodig) en stel de gewenste bandenspanning in (zie instrucieboekje).
- Sluit de bandenpomp op het ventiel aan.
- Houd het mondstuk recht en houd deze net zo lang aangedrukt tot de band op de juiste spanning is. Je hoort dan een piepje vanaf de pomp.
- Vergeet na afloop niet de ventieldopjes weer op de banden te draaien!
Thuis je bandenspanning meten
Let op: de bandenspanningsmeter van de bandenpomp bij het benzinestation is niet altijd even nauwkeurig. In de regel geven ze wat te veel aan. Met een eigen bandenspanningsmeter kun je doorgaans veel nauwkeuriger meten.
Bestel de ANWB bandenspanningsmeter
Wil je niet alleen je bandenspanning thuis kunnen meten, maar ook thuis je banden kunnen oppompen? Dan is een autocompressor het aanschaffen waard.
Welke bandenspanning moet ik aanhouden?
De benodigde bandenspanning verschilt per auto. Dit vind je terug in het instructieboekje van je auto. Soms staat het ook op een sticker of plaatje aan de binnenzijde van het portier, achter het tankklepje of op de bandenpomp zelf. Let op: de fabrikant kan een afwijkende spanning opgeven voor rijden met volle bepakking. Houd daar rekening mee als je bijvoorbeeld op vakantie gaat.
Hoe vaak moet je je bandenspanning controleren?
We raden aan om dit elke maand te doen. Doe ook altijd een controle voor een lange rit. Controleer bandenspanning bij voorkeur wanneer je die dag nog niet met de auto hebt gereden, of maximaal 5 kilometer hebt afgelegd.
Vergeet het reservewiel niet
Als je toch de bandenspanning aan het controleren bent, check dan ook meteen het reservewiel. Bij sommige auto’s is het reservewiel kleiner dan de rest van de banden. Zo’n zogenaamde ‘thuiskomer’ heeft een veel hogere bandenspanning. Kijk voor de juiste spanning in het instructieboekje van je auto.
Een grote afwijking?
De bandenspanning zou onderling niet heel veel moeten verschillen. Ook mag een band niet te veel lucht verliezen. Als er meer dan een bar moet worden toegevoegd aan een van de banden, dan is er waarschijnlijk meer aan de hand. Mogelijk is deze band of het ventiel van de band lek. De oplossing: de band laten repareren.
TPMS
Auto's die na 2014 gemaakt zijn, hebben een 'Tyre Pressure Monitoring System' (TPMS). Dit systeem houdt in de gaten of je banden op spanning zijn. Komt één of meerdere banden meer dan 20 procent onder de vereiste bandenspanning, dan krijg je een waarschuwing. In dat geval gaat er een lampje branden op het dashboard (dat moet een zachte band voorstellen, maar vaak zien mensen het aan voor een vissenkom of hoefijzer met een uitroepteken).
Let op: TPMS is een handig hulpmiddel, maar het is alsnog aan te raden om zelf regelmatig je bandenspanning te controleren.
Het belang van het controleren van de bandenspanning
In Nederland rijden best veel auto’s met een te lage bandenspanning. Uit elke band ontsnapt continu een beetje lucht. Daarom is het belangrijk om maandelijks de bandenspanning te controleren en indien nodig bij te vullen.
- Is een band écht zacht, dan kan dat gevaarlijke situaties opleveren. De auto gaat er slecht van sturen, tijdens het remmen kan de auto scheef trekken en bij een noodstop is de remweg aanmerkelijk langer. Omdat de band te heet wordt, heb je een verhoogd risico op een klapband. Een gevaarlijke situatie, omdat je auto dan - zeker als het op hoge snelheid gebeurt - in een slip zal komen.
- Een te lage bandenspanning veroorzaakt een hogere en/of onregelmatige slijtage. Dan moet je de banden dus eerder vervangen.
- Verder heeft een band die zacht is een breder loopvlak, waardoor hij meer weerstand ondervindt. En meer weerstand betekent dat de motor harder moet werken, oftewel een hoger brandstofverbruik. Slecht voor je portemonnee, want dit kan zomaar oplopen tot 100 euro per jaar.
Een te lage bandenspanning is ook niet goed voor het milieu. Als iedereen in Nederland met de juiste bandenspanning zou rijden, besparen we ongeveer 300 miljoen kilo CO2 per jaar. Om je een beeld te geven: dat staat gelijk aan bijna 61.000 retourvluchten van Amsterdam naar Sydney!
Lekke band? Bel de Wegenwacht
Een lekke band is - op accuproblemen na - het meest voorkomende pechgeval en wordt vaak veroorzaakt door een verkeerde bandenspanning. Sta je met een lekke band? Dan kan de Wegenwacht je helpen.
Heb je nog geen Wegenwacht pakket? Bestel Wegenwacht Service en profiteer ook van de beste pechhulp.
Pechhulp in je woonplaats
Bij pechhulp denk je waarschijnlijk aan autopech onderweg. Maar wist je dat maar liefst 40% van de pechgevallen plaatsvindt in de eigen woonplaats of zelfs gewoon voor de deur?
Heb je al een Wegenwacht pakket en wil je ook geholpen worden bij pech in je woonplaats? Check dan of Woonplaats Service in je pakket zit.