Waarom je geen bpm betaalt op elektrische auto’s
In elk geval tot en met 2024 geen BPM op EV
Wanneer je een nieuwe auto koopt, dan betaal je niet alleen belasting in de vorm van btw, maar wordt er ook bpm geheven. Behalve als je een nieuwe elektrische auto koopt, die zijn hiervan in elk geval tot en met 2024 vrijgesteld. Maar waarom is dat eigenlijk zo?
In 1992 is de wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) ingevoerd. Het is een extra belasting op nieuwe auto’s en motoren, die de bijzondere verbruiksbelasting uit de jaren ’60 vervangt.
In het begin van het nieuwe millennium is gezocht naar manieren om aankoop van zuinigere auto’s te stimuleren. Sinds 2013 is de bpm dan ook vrijwel geheel gekoppeld aan de CO2-uitstoot van auto’s. Dit systeem moet zuinigere auto's financieel aantrekkelijker maken dan auto's met een heel hoog verbruik en dus veel schadelijke uitstoot.
In het huidige bpm-systeem betaal je per gram CO2-uitstoot, waarbij de eerste grammen het goedkoopst zijn. Bij hogere CO2-uitstoot kan het tarief per gram flink oplopen. Voor benzine- en dieselauto’s is er nog een vaste voet. Plug-in hybrides (PHEV’s) kennen een andere tarieven structuur en hebben geen vaste voet.
EV: geen uitlaat dus geen uitstoot dus geen BPM
Omdat er wordt uitgegaan van directe uitstoot (de hoeveelheid CO2 die rechtstreeks uit de uitlaat komt) en indirecte uitstoot niet wordt meegerekend (zoals de uitstoot van energiecentrales bij de productie van elektriciteit) gaat men voor volledig elektrische auto’s uit van een uitstoot van 0 gram CO2. Daarom ben je vrijgesteld van de vaste voet én de opslag per gram CO2.
Onder aan de streep betaal je dus in het geheel geen bpm bij de aanschaf van elektrische auto’s. Dit geldt ook voor de aanschaf van een gebruikte elektrische auto in het buitenland. Hierover is bij invoer in Nederland geen rest-bpm verschuldigd.